UMC Groningen

`Onderscheid patiënten met psychische problemen nodig'

17 februari 2011

Te veel mensen die een vorm van een psychische stoornis hebben, krijgen een psychiatrische behandeling. Zij hebben veel meer baat bij een benadering vanuit een huisartspraktijk. Er moet dan ook een onderscheid komen tussen patiënten met ernstige psychische klachten die daarvoor de juiste behandeling moeten krijgen, en patiënten met symptomen die daar op lijken. Hiervoor pleit professor Peter Verhaak in zijn oratie bij het aanvaarden van zijn hoogleraarschap Huisartsgeneeskunde aan het Universitair Medisch Centrum Groningen/Rijksuniversiteit Groningen. `Niet iedereen die in de put zit, heeft een zware depressie', aldus Verhaak.

Voor depressie zijn de afgelopen jaren effectieve behandelingen ontwikkeld. Toch vermindert dit het aantal depressies onder de bevolking niet. Verklaringen voor deze zogeheten depressieparadox zijn o.a. dat lang niet alle mensen met een depressie hulp zoeken en willen, zij die hulp krijgen van een huisarts daar vaak minder van opknappen dan verwacht of omdat blijkt dat patiënten zich niet aan de behandelvoorschriften houden. Als oplossing voor de depressieparadox pleiten velen voor een nog intensievere behandeling, meer protocollen en het inzetten van meer specialistische expertise.

Alternatieve benadering depressieparadox

Prof. dr. Peter Verhaak wil een andere benadering. Hij vraagt zich af of de patiëntenproblemen in de huisartspraktijk wel vergelijkbaar zijn met de psychiatrische aandoeningen waarvoor de specialistische geestelijke gezondheidszorg evidence based-behandelingen biedt. Gaat het in de kliniek gevonden bewijs ook wel op in de huisartspraktijk? Behandelt de huisarts wel dezelfde aandoeningen als de psychiater? Of behandelt hij in veel gevallen mensen met levensproblemen die daarbij begeleiding nodig hebben?

Onderscheid

Verhaak pleit voor een onderscheid tussen patiënten met ernstige psychische klachten en patiënten die `slechts' verschijnselen hebben die daar op lijken. De eerste groep moet de juiste behandeling krijgen, de tweede groep heeft meer baat bij een benadering vanuit de huisartspraktijk. Een diagnose `depressie' kan er bij deze groep namelijk toe leiden dat zowel patiënten als hun omgeving zich gaan gedragen naar die diagnose. De diagnose krijgt een onafhankelijk bestaan. De patiënt moet afwachten of de medicatie of therapie effect hebben. Wanneer dit niet werkt, kan het gevoel van machteloosheid toenemen. Wanneer het wel werkt is het de vraag wanneer de patiënt weer zonder kan.

`Basis-GGZ'

De rol van de huisarts als vertrouwde hulpverlener blijft bij dit onderscheid cruciaal. De huisarts dient hiervoor dan wel ondersteuning te hebben van praktijkondersteuners en eerstelijnspsychologen, maatschappelijk werkenden en sociaal psychiatrisch verpleegkundigen. `Wellicht noemen we deze combinatie in de nabije toekomst wel een `Basis-GGZ', aldus Verhaak. `Een erg interessante onderzoeksvraag is dan vervolgens, tot welke mate van ernst deze Basis-GGZ met kortdurende behandeling psychische problematiek aankan, en waar verwijzing naar de echte specialist geïndiceerd is'.

Curriculum Vitae

Dr. P.F.M. (Peter)Verhaak (Utrecht, 1952) is in 2010 benoemd tot bijzonder hoogleraar Huisartsgeneeskunde, in het bijzonder Geestelijke Gezondheidszorg binnen de huisartsvoorziening bij het Universitair Medisch Centrum Groningen/Rijksuniversiteit Groningen. Deze bijzondere leerstoel is ingesteld door de Stichting NIVEL. Peter Verhaak studeerde Psychologie aan de Universiteit Utrecht. Hij promoveerde in 1986 tot doctor in de Medische Wetenschappen op een proefschrift met de titel "Interpretatie en behandeling van psychosociale klachten in de huisartspraktijk".Verhaak richt zich in zijn onderzoek de komende jaren vooral op de ontwikkeling van verschillende kortdurende psychische behandelingen en het onderscheid tussen patiënten voor wie begeleiding vanuit de huisartspraktijk volstaat en zij die gespecialiseerde psychiatrische behandeling nodig hebben.