Algemene Rekenkamer

Nieuwsbrief
17 februari 2011

Nieuwe wettelijke regeling voor financiering van politieke partijen laat lang op zich wachten

Nederland voldoet niet aan aanbevelingen Raad van Europa voor partijfinanciering

Nederland is in verhouding tot andere Europese landen terughoudend in het stellen van regels aan de financiering van politieke partijen. Daardoor voldoet Nederland al jaren niet aan de aanbevelingen van de Raad van Europa. Deze Raad, waar Nederland lid van is, beoogt de democratie te bevorderen en corruptie te bestrijden. Het kabinet heeft in 2008 erkend dat er tekortkomingen in de nationale regels voor politieke partijen zijn. Een nieuwe wettelijke regeling laat al geruime tijd op zich wachten. Om de onafhankelijkheid en transparantie te bevorderen vindt de Algemene Rekenkamer het van belang dat er nieuwe wetgeving tot stand komt die tegemoet komt aan de aanbevelingen van de Raad van Europa.

In Nederland worden nauwelijks of geen beperkingen gesteld aan de herkomst of hoogte van giften aan politieke partijen. Andere Europese landen hebben daar vaak wel regels voor. Er zijn geen sancties voor politieke partijen en onafhankelijk toezicht is onvoldoende geregeld. Dit staat in het inventariserend onderzoek Financiering politieke partijen dat de Algemene Rekenkamer op 17 februari 2011 publiceert.

Wetsvoorstel financiering al jaren in ontwikkeling De Group of states against corruption (GRECO) heeft, als onderdeel van de Raad van Europa, in een kritisch rapport in 2008 al aanbevelingen gedaan om de situatie te verbeteren. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de tekortkomingen wel erkend, maar nog geen verbeteringen doorgevoerd. Al jaren is een wetsontwerp in voorbereiding. Om voortgang te kunnen maken hebben de Tweede Kamerleden Dibi en Schouw eind november 2010 een initiatiefwetsvoorstel gepresenteerd. De Tweede Kamer heeft in december 2010 nog bij de minister aangedrongen om vóór 1 maart 2011 een wetsvoorstel in te dienen (motie-Heijnen).

De subsidie die politieke partijen van de overheid ontvangen is in Nederland in vergelijking met veel andere Europese landen laag. IJsland geeft ¤ 10,53 per hoofd van de bevolking per jaar. Duitsland geeft ¤ 5,79, België ¤ 1,89, Frankrijk k ¤ 1,20 en Nederland ¤ 0,93. Het gemiddelde is ¤ 2,58. Met 4 centent per Brit is het Verenigd Koninklijk het zuinigst naar politieke partijen. Deze cijfers zijn uit 2008.

Overheidssubsidie voor politieke partijen
De Wet subsidiëring politieke partijen (WSPP) voorziet sinds 1999 in Nederland in een subsidieregeling voor politieke partijen die vertegenwoordigd zijn in het parlement. Jaarlijks is met deze subsidieregeling ongeveer ¤ 15 miljoen gemoeid. In tegenstelling tot andere Europese landen, waar vooral het aantal stemmen geldt, is in Nederland het aantal leden van een partij medebepalend voor de vraag of en zo ja hoeveel subsidie een partij krijgt. Voor de hoogte van de subsidie speelt in Nederland ook een rol of de partij een wetenschappelijk instituut en/of een jongerenorganisatie heeft. De minister verantwoordt de gegeven subsidies openbaar. In 2009 ontvingen tien politieke partijen rijkssubsidie. Alle jaarverslagen van deze partijen zijn voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring.

Reactie minister van Binnenlandse Zaken
In reactie op deze inventarisatie van de Algemene Rekenkamer stelt de minister van BZK dat hij het wetsvoorstel bekijkt dat door het vorige kabinet is voorbereid. Zijn inzet is erop gericht om zo snel mogelijk tot indiening over te gaan.