Rijksuniversiteit Groningen

Persbericht
Rijksuniversiteit Groningen / nummer 18 / 9 februri 2011

Ziekte van Parkinson ondermijnt taalvermogen

Dat de ziekte van Parkinson niet alleen invloed heeft op de motoriek van de patiënt, wordt steeds algemener bekend. Zo hebben patiënten vaak ook last van bijvoorbeeld depressie, angst en incontinentie. Maar de ziekte ondermijnt ook het taalvermogen. RUG-onderzoekster Katrien Colman vond hiervoor duidelijke aanwijzingen bij Nederlandstalige patiënten. Zij promoveert op 17 februari 2011 aan de Rijksuniversiteit Groningen. Colman: 'We kunnen patiënten veel leed besparen, als we hun taalproblemen beter leren begrijpen.'

Hoe meer de westerse samenleving vergrijst, hoe meer gevallen van de ziekte van Parkinson er zullen optreden. Het algemeen publiek kent deze verouderingsziekte vooral van de motorische symptomen. Patiënten hebben trillende handen of armen, stijve ledematen en lopen gebogen, met schuifelende pasjes. Bekende patiënten waren onder meer prins Claus en paus Johannes Paulus II.

Stijve ledematen...
De ziekte van Parkinson wordt veroorzaakt door een tekort aan dopamine in de hersenen. Door gebrek aan deze neurotransmitter treden niet alleen de bekende motorische symptomen op, maar raken ook de executieve hersenfuncties van de patiënt aangetast, oftewel: het vermogen om het eigen gedrag in nieuwe, niet-routinematige situaties aan te sturen. Voorbeelden hiervan zijn: systematisch handelen, consequenties doorzien en flexibel problemen oplossen.

... stijve zinnen
Katrien Colman toont aan dat een aantasting van de executieve functies ook gevolgen heeft voor het taalvermogen. Zo kan aantasting van de executieve geheugenfunctie ervoor zorgen dat de patiënt een ingewikkelde zinsconstructie niet meer doorziet: voor hij het einde van de zin heeft bereikt, is hij het begin ervan vergeten. Aantasting van de flexibiliteit zorgt ervoor dat de patiënt moeite heeft van onderwerp te veranderen, ook als daar wel een duidelijke aanleiding voor is. Door aantasting van het vermogen gestructureerd te werken, wordt het moeilijk zinnen grammaticaal correct samen te stellen.

Afasie: ander probleem
De taalproblemen van Parkinsonpatiënten worden wel vergeleken met die van afasiepatiënten. Veelal ten onrechte, zo laat het onderzoek van Colman zien. Afasie, bijvoorbeeld ten gevolge van een infarct, kan het grammaticaal vermogen zélf aantasten, waardoor de patiënt een werkwoord niet meer kan vervoegen. De patiënt kan dan bijvoorbeeld het voltooid deelwoord 'gelopen' niet meer vormen uit de infinitief 'lopen.' Bij Parkinsonpatiënten is niet dit specifieke grammaticale vermogen aangetast, maar een onderliggende executieve functie. De patiënt is dan in principe wel in staat een voltooid deelwoord te vormen, maar komt daar in sommige situaties toch niet uit - bijvoorbeeld omdat hij de zin niet meer kan overzien.

Kinderlijk is misplaatst
Het onderzoek toont aan dat de taalproblemen van Parkinsonpatiënten serieuze aandacht verdienen. Colman: 'Als de communicatie moeilijk verloopt, hoeft dat absoluut niet te betekenen dat de patiënt moe of depressief is, of dat hem iets aan zijn verstand zou schelen.' De patiënt is er dan wel mee geholpen als men in eenvoudige zinnen met hem communiceert, maar een kinderlijke behandeling is misplaatst. Colman: 'We kunnen patiënten veel leed besparen, als we hun taalproblemen beter leren begrijpen en op een passende manier met ze leren communiceren.'

Curriculum vitae
Katrien Colman (Gent, 1976) studeerde Logopedie en Audiologie in Gent en werkte vijf jaar als logopedist. Hierna studeerde ze de European Master in Clinical Linguistics (EMCL) in Groningen en Potsdam. Ze verrichtte haar promotieonderzoek binnen de onderzoeksscholen CLCG en BCN van de RUG. Het onderzoek werd mede gefinancierd door het Internationaal Parkinson Fonds. Colman werkt sinds 2009 als docent en coördinator van de masters EMCL en LCT aan de Faculteit der Letteren van de RUG. De titel van haar proefschrift luidt: Behavioral and neuroimaging studies on language processing in Dutch speakers with Parkinson's disease. Promotores zijn mw. prof. dr. Y.R.M. Bastiaanse en prof. dr. K.L. Leenders.