Hoge Raad doet 15 februari uitspraak over uitlevering Somaliër aan VS
Den Haag, 14 februari 2011 - In deze zaak gaat het om een verzoek van
de Verenigde Staten van Amerika tot uitlevering van een Somaliër op
grond van vijf feiten, door de rechtbank in haar beslissing omschreven
als:
1. samenspanning materiële steun geven aan terroristen
2. materiële steun geven aan terroristen
3. samenspanning om materiële steun te geven aan een buitenlandse
terroristische organisatie
4. materiële steun geven aan een buitenlandse terroristische
organisatie
5. samenspanning om te doden, te kidnappen, te verminken en te
verwonden
Procedure bij rechtbank en Hoge Raad
De rechtbank Rotterdam heeft op 31 mei 2010 de uitlevering op grond van
deze vijf feiten toelaatbaar verklaard en geoordeeld dat is voldaan aan
het vereiste van dubbele strafbaarheid in de zin van het toepasselijke
uitleveringsverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de
Verenigde Staten van Amerika.
Tegen deze uitspraak heeft de opgeëiste persoon cassatieberoep
ingesteld bij de Hoge Raad. Namens de opgeëiste persoon is door zijn
raadsman mr. B. Stapert, advocaat in Amsterdam, geklaagd dat de
rechtbank onvoldoende duidelijk heeft gemaakt welke Nederlandse
strafbare feiten de beschuldigingen die aan het Amerikaanse
uitleveringsverzoek ten grondslag waren gelegd, opleveren. Ook zou niet
zijn voldaan aan het vereiste dat de feiten ook naar Nederlands recht
strafbaar zijn. Tevens is geklaagd dat de rechtbank de behandeling van
het uitleveringsverzoek niet heeft aangehouden in afwachting van een
beslissing van het Supreme Court over de grondwettigheid van een van de
strafbepalingen op grond waarvan naar Amerikaans recht een aantal
feiten strafbaar zou zijn (art. 18 U.S. Code *2339(A) en *2339(B)).
Ook is geklaagd over het oordeel van de rechtbank dat de omstandigheid
dat een Amerikaanse wettekst voorwerp is van (constitutionele) toetsing
voor de beoordeling van het uitleveringsverzoek niet van belang is.
Advocaat-generaal mr. Machielse heeft op 14 december 2010 in zijn
conclusie de Hoge Raad geadviseerd het cassatieberoep te verwerpen.
Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad doet dinsdag 15 februari uitspraak over het cassatieberoep
van de opgeëiste persoon tegen diens uitlevering aan de Verenigde
Staten van Amerika. Een samenvatting van die uitspraak zal die dag om
12.30 uur aan de pers worden gestuurd en tegelijkertijd op de website
van de Hoge Raad worden gepubliceerd, met doorklik naar de volledige
uitspraak.
Op dinsdag 15 februari is persraadsheer Jhr. mr. B.C. de Savornin
Lohman van 12.30 tot 13.30 uur (via onderstaand telefoonnummer)
beschikbaar voor het geven van toelichting.
Den Haag, 14 februari
drs. M. Beentjes, communicatieadviseur
tel. 070 - 3611262
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 14 februari 2011 Naar boven
Gerechtelijke organisatie