Raad van State
Mediagevoelige uitspraken
Mediagevoelige uitspraken
Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op
de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De
persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie
van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze
selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur
vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden
gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van
de Raad van State.
Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze
uitspraken lezen.
11 uitspraken gevonden
pagina: 1 2
1. 200903724/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 16 februari 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Friesland
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Kenniscampus/Rengerspark' van de gemeente Leeuwarden)
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van Fryslân van het bestemmingsplan 'Kenniscampus/Rengerspark' van de
gemeente Leeuwarden. Met het plan willen de gemeente en de provincie
een kenniscampus ontwikkelen naast het Rengerspark. Op de nieuwe campus
komen twee nieuwe onderwijsgebouwen voor de Stenden Hogeschool en de
Noordelijke Hogeschool Nederland. De panden zullen grenzen aan een
centraal plein en beide scholen hebben hier hun entree. Verder worden
er studentenwoningen en een sporthal gebouwd en is er plaats voor
kennisgerelateerde bedrijven. Ook wordt er een evenemententerrein
aangelegd. Op de nieuwe campus gaan uiteindelijk 16.000 studenten en
2.000 medewerkers wonen, werken en studeren. De campus zal volgens de
provincie en de gemeente voldoen aan de eisen van nieuwe
onderwijsconcepten met moderne voorzieningen waarin 'studeren, werken,
sporten en relaxen' worden samengebracht. Het moet studeren in
Leeuwarden aantrekkelijker maken. Naast veel groen speelt volgens de
gemeente ook water een belangrijke rol in het plan. Binnen het gebied
lopen namelijk de Dokkumer Ee en de Oude Meer. Ook ligt het Rengerspark
in het gebied. De Vereniging Leefbaar Rengersparkgebied wil dat de
gemeente Leeuwarden en de Kenniscampus hun plannen bijstellen. Zo is
volgens haar onduidelijk onder welke voorwaarden een deel van het
gebied dat is bestemd voor onderwijsdoeleinden voor de bouw van
woningen kan worden gebruikt. Ook zouden er onvoldoende regels zijn
opgenomen over het gebruik van het evenemententerrein. De vereniging
vreest verkeers- en geluidsoverlast als grote aantallen bezoekers
afkomen op de evenementen. Ten slotte zouden de plannen negatieve
gevolgen hebben voor de vleermuizen die over de Dokkumer Ee en de Oude
Meer vliegen richting het natuurgebied De Groote Wielen. De vereniging
is dan ook tegen de goedkeuring van het bestemmingsplan in beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die
heeft de zaak op 26 augustus en 15 november jl. op zitting behandeld.
2. 201002409/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 16 februari 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Noord-Brabant
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Zuiderpark-Stadswalzone' van de gemeente Den Bosch)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Den Bosch van
het bestemmingsplan 'Zuiderpark-Stadswalzone'. Het plan maakt de aanleg
mogelijk van een parkeergarage met 1.100 parkeerplaatsen aan de
Hekellaan in Den Bosch. Verder heeft het plan betrekking op de
verplaatsing van een bestaand tennispark aan de Hekellaan naar de
Limietlaan. Het tennispark komt in de buurt van andere sportvelden. In
de omgeving van Den Bosch ligt het zogenoemde Natura 2000-gebied
'Vlijmens Ven, Moerputten en Bossche Broek'. De belangenvereniging
Hekellaan en enkele inwoners van Den Bosch zijn tegen het plan in
beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. De vereniging en een bewoonster van de Hekellaan vrezen dat de
aanleg van de parkeergarage negatieve gevolgen heeft voor het
natuurgebied. De gemeenteraad had daarom een zogenoemde 'passende
beoordeling' moeten maken, aldus de belangenvereniging en de
bewoonster. Ook is er volgens hen geen behoefte aan een parkeergarage
in het centrum van de stad. Verder zou het geluidsonderzoek niet deugen
en is de gemeenteraad van te weinig verkeer uitgegaan. Bovendien zijn
zij bang dat de luchtkwaliteit in de omgeving zal verslechteren. Ten
slotte had de gemeenteraad volgens de vereniging en de bewoonster in
het bestemmingsplan rekening moeten houden met de aanwezigheid van een
stadmuur, het bastion Baselaar, de onderdoorgang van de Hekellaan en de
stadsgracht. De bodem op die plekken zouden archeologische waarden
bevatten. Omwonenden van de nieuwe locatie van het tennispark vinden
dat het park de openheid van het gebied en hun woon- en leefklimaat in
de buurt Baseldonk aantast. Ook belemmert het park het uitzicht op de
stadswal, aldus de omwonenden. Verder vrezen zij onder meer geluids- en
lichthinder en parkeeroverlast. De Raad van State heeft de zaak op 10
december jl. op zitting behandeld.
3. 201004633/1/M2
datum van uitspraak: woensdag 16 februari 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:
(Weigering maatregelen te treffen tegen overlast van parkeergarage in
Deventer)
Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en
wethouders van Deventer om maatregelen te treffen tegen de
Centrumgarage Deventer aan de Op de Keizer in verband met
geluidsoverlast. Een aantal omwonenden had om de maatregelen gevraagd.
Volgens hen overtreedt de parkeergarage de geluidsnormen. Volgens hen
had het gemeentebestuur niet mogen weigeren om maatregelen te treffen,
omdat het akoestisch onderzoek waarop de gemeente zich baseert een
onjuist beeld geeft van de daadwerkelijke geluidsbelasting van de
garage. De omwonenden zijn het verder niet eens met het zogenoemde
maatwerkvoorschrift dat voor de garage is vastgesteld en waarin is
bepaald dat de garage meer geluid mag produceren. Zij vinden dat het
gemeentebestuur meer onderzoek had moeten doen naar maatregelen om de
geluidsoverlast te beperken. Ook betwijfelen zij of de garage wel de
best beschikbare technieken toepast om geluidsoverlast tegen te gaan.
Daarom zijn zij in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Die heeft de zaak op 9 december jl. op zitting
behandeld.
4. 201005138/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 16 februari 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Noord-Brabant
inhoudsindicatie:
(Roosendaalse regeling voor huisvesting arbeidsmigranten)
Uitspraak over de aanwijzing die het college van gedeputeerde staten
van Noord-Brabant heeft gegeven voor het bestemmingsplan 'Herijking
begripsomschrijving woning (/wooneenheid) en huisvesting tijdelijke
werknemers agrarische bedrijven' van de gemeente Roosendaal. Het
bestemmingsplan regelt de huisvesting van arbeidsmigranten. Het plan
maakt daarbij onderscheid tussen huisvesting voor een periode korter
dan zes maanden per jaar en een periode langer dan zes maanden per
jaar. Het gaat om tijdelijke voorschriften die voor vijf Roosendaalse
bestemmingsplannen gelden, totdat de gemeenteraad met een definitief
beleid voor huisvesting van arbeidsmigranten komt. Het provinciebestuur
heeft een zogenoemde reactieve aanwijzing gegeven voor het voorschrift
dat de huisvesting van arbeidsmigranten langer dan zes maanden regelt.
Hierdoor treedt dit bestemmingsplanvoorschrift nog niet in werking.
Volgens het provinciebestuur gaat het voorschrift te ver. Als er
huisvesting nodig is voor langer dan zes maanden per jaar, dan zal in
het stedelijk gebied passende woonruimte moeten worden gezocht voor de
arbeidsmigranten. Arbeidsmigranten zouden voor deze structurele periode
niet mogen worden gehuisvest op het agrarisch bedrijf waar ze op dat
moment werken, aldus de provincie. De Afdeling Roosendaal van de
Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie en het gemeentebestuur van
Roosendaal zijn het niet eens met de aanwijzing van de provincie.
Volgens hen was het provinciebestuur niet bevoegd om deze aanwijzing te
geven, omdat er geen provinciale belangen op het spel staan. Daarom
zijn zij tegen de aanwijzing van de provincie in beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak
op 6 januari jl. op zitting behandeld.
5. 201005464/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 16 februari 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Geldzaken
inhoudsindicatie:
(Verzoek om financiële bijdrage berging vliegtuigwrak in Jacobswoude)
Uitspraak over de weigering door de minister van Binnenlandse Zaken om
bij te dragen in de kosten voor de verwijdering van een Engels
vliegtuigwrak uit de Tweede Wereldoorlog in Jacobswoude. Het wrak heeft
mogelijk twee zogenoemde brisantbommen aan boord. De toenmalige
gemeente Jacobswoude had de minister om een voorlopige bijdrage van
ruim EUR 70.000 gevraagd voor de opsporing en ruiming van het wrak. De
minister heeft de vergoeding geweigerd omdat de opsporingswerkzaamheden
zijn begonnen in augustus 2008, terwijl op dat moment de aanvraag voor
de financiële bijdrage nog niet volledig was. Dat was pas het geval in
september 2008. Daarom komen de kosten niet voor vergoeding in
aanmerking, aldus de minister. De rechtbank in Den Haag verklaarde in
april 2010 een eerder beroep van de nieuwe, gefuseerde gemeente Kaag en
Braassem ongegrond. Tegen die uitspraak is het gemeentebestuur van Kaag
en Braassem in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Volgens het gemeentebestuur kon het geen
volledige aanvraag doen voordat een aantal opsporingswerkzaamheden
hadden plaatsgevonden. Daarom had de minister hem de voorlopige
bijdrage moeten geven. De Raad van State heeft de zaak op 12 januari
jl. op zitting behandeld.
6. 201005927/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 16 februari 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:
(Maatregelen tegen gebruik achtertuin bij Amsterdams hotel)
Uitspraak over de weigering door het toenmalige dagelijks bestuur van
het stadsdeel Oud-Zuid van de gemeente Amsterdam om maatregelen te
treffen tegen een hotel aan het Sarphatipark in Amsterdam. Volgens een
omwonende gebruikt het hotel de achtertuin van het hotel als terras en
is dat in strijd met het bestemmingsplan. Het dagelijks bestuur vindt
het gebruik van de tuin toegestaan zolang de hotelgasten niet bediend
worden in de tuin. Verder heeft het bij controles geen hotelgasten in
de tuin aangetroffen. De rechtbank heeft de weigering door het
dagelijks bestuur vernietigd, omdat naar haar oordeel sprake is van
intensief gebruik van de tuin dat niet past bij de bestemming 'tuin' in
het bestemmingsplan. Daarom heeft zij bepaald dat het dagelijks bestuur
alsnog een dwangsom moet opleggen aan het hotel om ervoor te zorgen dat
de tuin niet meer door hotelgasten gebruikt wordt. Dat heeft het
dagelijks bestuur van het stadsdeel vervolgens alsnog gedaan. Het hotel
is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het vindt dat het
gebruik van de tuin niet in strijd is met het bestemmingsplan. Het
stadsdeel had hem dus geen dwangsom mogen opleggen, aldus het hotel. De
Raad van State heeft de zaak op 6 januari jl. op zitting behandeld.
7. 201006133/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 16 februari 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Wet openbaarheid van bestuur
inhoudsindicatie:
(Weigering minister om informatie over Joint Strike Fighter openbaar te
maken)
Uitspraak over de weigering door de toenmalige minister van Economische
Zaken om informatie openbaar te maken over de
medefinancieringsovereenkomst inzake de Joint Strike Fighter business
case in de periode juli tot en met december 2008. Een inwoner uit Broek
in Waterland heeft de minister op grond van de Wet openbaarheid van
bestuur om deze informatie gevraagd. Het gaat de man vooral om de
argumenten van het ministerie tijdens de onderhandelingen met de
luchtvaartindustrie over de financieringsovereenkomst, andere
informatie over de onderhandelingen en de e-mails tussen ambtenaren van
het ministerie en andere ministeries. De minister heeft een aantal
documenten openbaar gemaakt, maar heeft ook een groot aantal documenten
geweigerd openbaar te maken. In deze documenten zouden vertrouwelijke
bedrijfs- en fabricagegegevens staan. Ook zou de openbaarmaking van
sommige documenten de betrekkingen van Nederland met andere staten en
internationale organisaties schaden of de financiële positie van de
Staat benadelen. De rechtbank in Haarlem oordeelde in mei 2010 dat de
minister zijn besluit beter moest onderbouwen en dat de minister een
nieuw besluit op het verzoek moest nemen. De minister kan zich niet
vinden in het oordeel van de rechtbank en is daarom in hoger beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Volgens de minister kunnen veel documenten om meerdere redenen niet
openbaar worden gemaakt. Hij vindt dat hem niet gevraagd kan worden om
elke weigeringsgrond per document van een uitgebreide motivering te
voorzien. Ook vindt hij dat hij niet verder hoeft te motiveren waarom
hij twee documenten van de Amerikaanse regering niet openbaar wil
maken. De Raad van State heeft de zaak op 6 januari jl. op zitting
behandeld.
8. 201006303/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 16 februari 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:
(Sluiting woning in Monster vanwege verstoring openbare orde)
Uitspraak over het besluit van de burgemeester van Westland om een
woning aan de Wilhelminastraat in Monster voor een periode van veertien
dagen te sluiten. De burgemeester kan op grond van de Gemeentewet een
woning sluiten als door gedragingen in de woning de openbare orde in de
omgeving wordt verstoord. Naar de mening van de burgemeester was dit
hier het geval. De leegstaande woning is in september 2008 gekraakt. In
oktober 2008 vonden er gewelddadigheden plaats waarbij de bewoners,
twee mannen uit Vlaardingen en Rijswijk, betrokken waren. Er vonden
vechtpartijen plaats met buurtbewoners en in de woning werden later
onder meer molotov-cocktails, messen en vuurwerk aangetroffen. Naar
aanleiding hiervan heeft de burgemeester besloten de woning te sluiten.
De woning wordt vanaf die tijd als anti-kraakwoning beheerd. De twee
mannen zijn het niet eens met het besluit van de burgemeester. Volgens
hen zijn zij het slachtoffer geworden van zogenoemde 'hostile audience
problematiek'. Zij zouden zich enkel verdedigd hebben tegen de
omwonenden en zouden dus niet verantwoordelijk zijn voor de verstoring
van de openbare orde. De rechtbank in Den Haag verklaarde in mei 2010
een eerder beroep van de mannen ongegrond. Tegen die uitspraak zijn zij
in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State. Die heeft de zaak op 10 januari jl. op zitting behandeld.
9. 201006560/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 16 februari 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor dancing aan Westsingel in Amersfoort)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Amersfoort heeft verleend voor de bouw van een dancing
aan de Westsingel. Op deze plek was voorheen een bioscoop gevestigd.
Omdat het bestemmingsplan de komst van de dancing niet mogelijk maakt,
heeft het gemeentebestuur ook vrijstelling van het plan verleend. Een
architectenbureau is het niet eens met de komst van de dancing. Volgens
het bureau is de vrijstelling niet toereikend, omdat alleen
vrijstelling is verleend voor het gebruik als dancing. Het gebouw zou
ook te hoog zijn en op dat punt eveneens afwijken van het
bestemmingsplan. Naar de mening van het architectenbureau had ook
hiervoor vrijstelling verleend moeten worden. Verder zou de locatie aan
de Westsingel ongeschikt zijn voor een dancing, omdat het in een
rustige omgeving ligt en buiten het uitgaansgebied van Amersfoort. Het
bureau vindt ook dat het gebouw niet voldoet aan de zogenoemde
'redelijke eisen van welstand'. Het architectenbureau wil bovendien dat
het gemeentebestuur de bouwvergunning intrekt, omdat de
bouwwerkzaamheden langer dan 26 weken hebben stilgelegen. De rechtbank
in Utrecht verklaarde in juni 2010 een eerder beroep van het bureau
ongegrond. Tegen die uitspraak is het bureau in hoger beroep gekomen
bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Raad van
State heeft de zaak op 10 januari jl. op zitting behandeld.
10. 201007266/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 16 februari 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Overige
inhoudsindicatie:
(Rijksinpassingsplan 'Hoofdaardgastransportleiding
Bornerbroek-Duitsland')
Uitspraak over de vaststelling door de toenmalige ministers van
Economische Zaken en VROM van het rijksinpassingsplan
'Hoofdaardgastransportleiding Bornerbroek-Duitsland'. Het plan maakt de
aanleg mogelijk van twee nieuwe aardgastransportleidingen die in
elkaars verlengde liggen. Het gaat om een leiding tussen het meet- en
regelstation Bornerbroek en de afsluiterlocatie Hofdijk en om een
leiding tussen de afsluiterlocatie en twee zogenoemde zoutcavernes ter
hoogte van Epe (Duitsland). De ministers willen het meet- en
regelstation verbinden met de zoutkoepels waarin aardgas wordt
opgeslagen. Hiermee worden de zoutkoepels aangesloten op het
Nederlandse hoofdgastransportnet. De Wijkraad Helmerhoek uit Enschede
is tegen het inpassingsplan van de ministers in beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De wijkraad vreest
vooral de risico's die het plan met zich brengt. Zo vindt hij dat het
veiligheidsonderzoek op verschillende punten gebreken of onjuistheden
vertoont en hadden de ministers niet mogen uitgaan van verouderde
veiligheidsnormen, aldus de raad. Verder hadden de ministers een
schadefonds in het leven moeten roepen voor het geval zich een ramp
voordoet. De Raad van State heeft de zaak op 4 februari jl. op zitting
behandeld.
pagina: 1 2
rss feeds disclaimer links sitemap the
council of state le conseil d'état der staatsrat