Conclusies plv. Procureur-Generaal in twee Dexia-zaken
Den Haag, 11 februari-2011 - Op 11 februari 2011 heeft de plv.
Procureur-Generaal bij de Hoge Raad mr. C.L. De Vries Lentsch-Kostense
geconcludeerd in de zaken met de nummers 10/01279 (belegger Van der
H./Dexia Nederland B.V.) en 10/01282 (belegger B./Dexia Nederland B.V.)
Achtergrond
Deze effectenlease-zaken zijn een vervolg op de
effectenlease-uitspraken van de Hoge Raad van 5 juni 2009 (LJN: BH2815,
BH2811, BH2822). Daarin had de Hoge Raad geoordeeld dat aanbieders van
effectenleaseprodukten voorafgaand aan het sluiten van
effectenleaseovereenkomsten een inkomens- en vermogenstoets hadden
moeten aanleggen. Dit om te kunnen beoordelen of een overeenkomst een
onaanvaardbaar zware financiële last op de belegger zou leggen. Het
Amsterdamse hof heeft in de zaken waar het nu over gaat een vuistregel
geformuleerd voor die inkomens- en vermogenstoets. Verder heeft het hof
geoordeeld dat voordelen uit eerdere effectenlease-overeenkomsten met
dezelfde aanbieder mogen worden verrekend met de aan de belegger toe te
wijzen schadevergoeding.
De beleggers zijn in cassatie gegaan. Zij maken bezwaar tegen de
vuistregel en tegen de verrekening van voordeel. De cassatieadvocaat
van de beleggers is mr. K.G.W. van Oven. De behandelend advocaten van
Dexia zijn mrs. R.M. Hermans en J. de Bie Leuveling Tjeenk.
De conclusies van de plv. Procureur-Generaal
De plv. Procureur-Generaal adviseert de Hoge Raad om de beslissing van
het hof over de vuistregel in stand te laten. Het oordeel over het
verrekenen van het voordeel is echter niet juist volgens de plv.
Procureur-Generaal. Daarom luidt het advies om de beslissing van het
hof op dat punt te vernietigen.
Verdere gang van zaken
De zaak is verwezen naar de rol van 29 april 2011. Voorlopig is de
uitspraak van de Hoge Raad bepaald op die datum.
Ten slotte
Een conclusie is een rechtsgeleerd advies aan de Hoge Raad. De
plaatsvervangend Procureur-Generaal is lid van het parket bij de Hoge
Raad.
Het parket bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel
van de rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar
Ministerie.
Het parket bij de Hoge Raad kan zich over een door de Hoge Raad te
beoordelen zaak niet anders uitlaten dan in het kader van de conclusie
en is dan ook niet in de gelegenheid tot het geven van nader
commentaar.
Zie voor de volledige tekst van de conclusies de website
rechtspraak.nl,
Zaaknummer: 10/01279 (LJN: BP4012)
Zaaknummer: 10/01282 (LJN: BP4003)
LJ Nummers
BH2815
BH2811
BH2822
Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 11 februari 2011 Naar boven
Gerechtelijke organisatie