Rijksoverheid
Toezeggingen WGO visserij november 2010
Geachte Voorzitter,
Tijdens het wetgevingsoverleg Visserij met uw Kamer, dat plaatsvond op
8 november jongstleden, heb ik u een brief toegezegd waarin ik zou ingaan op de
volgende punten:
de doelen, die het kabinet zich stelt met betrekking tot de Nederlandse
visserij,
de stand van zaken met betrekking tot de blueports,
de Nederlandse inzet bij de herziening van het Europese visserijbeleid,
de mogelijkheid om jonge aal uit te zetten in schone gebieden,
de stand van zaken rond het VBC-beleid,
mensenhandel en uitbuiting aan bij rederijen, die vis leveren aan de EU,
de dodingsmethode voor paling en het afschaffen van het werken met
zoutbaden,
de stand van zaken met betrekking tot beschermde gebieden in de Noordzee.
Met deze brief doe ik die toezegging gestand en geef ik tevens gehoor aan het
verzoek van de vaste commissie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
van 16 december jongstleden met betrekking tot een drietal moties.
Hoofddoelstelling van beleid
Hoofddoelstelling van het visserijbeleid van dit kabinet is dat de visketen via
vernieuwing dient te verduurzamen. Visbestanden en het onderwatermilieu zijn
het ecologisch kapitaal voor de visserij. Daarmee zet dit kabinet het beleid van
het vorige1
kabinet voort. Op dit moment loopt vooral in de Noordzee- en de
mosselvisserij een ingrijpend innovatieproces. Het gaat in dit proces niet alleen
om technische en technologische vernieuwing. Even belangrijk zijn een gunstig
innovatieklimaat, versterkt ondernemerschap en meer samenwerking, zowel
onderling als met maatschappelijke organisaties.
1
Kamerstuk 29 675, nr. 28
Agroketens en Visserij
Stafbureau
Onze referentie
180725
Pagina 2 van 7
Visserij Innovatie Platform/Blueports
Het Visserij Innovatie Platform (VIP) is de afgelopen jaren de grote aanjager van
het vernieuwings- en verduurzamingsproces in vooral de Noordzeevisserij
geweest. Begin dit jaar heeft het VIP zijn activiteiten beëindigd. Om de komende
jaren vernieuwing en verduurzaming van de visserij te stimuleren, zie ik een
belangrijke rol weggelegd voor regionale blueports en mogelijk een nationale
blueport.
Regionale Blueports
Op basis van het advies van de VIP wil ik kiezen voor een regionale benadering.
Het VIP heeft geadviseerd om de ingezette beweging voor vernieuwing en
versterking van het ondernemerschap te verankeren in regionale blueports. Dit
past bij het uitgangspunt in het regeerakkoord om regionale economische
ontwikkeling ook op decentraal niveau te brengen. Gelet hierop dient het initiatief
tot oprichting van regionale blueports te komen uit de sector. In reactie op
initiatieven van de Blueport Urk en vragen van uw Kamer heb ik reeds gemeld2
bereid te zijn dergelijke regionale initiatieven in de opstartfase eenmalig te
faciliteren met middelen uit het Europese Visserij Fonds.
Ik zie regionale blueports als centra waar innovatieve ondernemers samen met
kennisinstellingen en waar mogelijk maatschappelijke organisaties werken aan
een sterke visserijsector. Het zijn netwerken van bedrijvigheid, waarbinnen,
waarmee en waardoor gewerkt wordt aan het aanjagen van innovatie en het
versterken van ondernemerschap. In de regio's waar visserijactiviteiten zijn
geconcentreerd, dienen de visserijondernemers de noodzakelijke vernieuwing en
verduurzaming zelf op te pakken.
Nationale Blueport
Gelet op de Europese en internationale dimensie van de visserij acht ik ook de
mogelijkheden om te komen tot de oprichting van een nationale blueport van
groot belang. Kernopgave van de nationale blueport moet zijn het aanjagen van
innovatie en ondernemerschap in de hele visserijketen en tussen de verschillende
visserijsectoren gericht op een Europese en internationale uitstraling.
Een nationale blueport moet alle spelers in de visserij bij elkaar brengen en de
kans bieden om de Nederlandse innovaties en voorbeelden van duurzame visserij
een Europese en internationale dimensie te geven. Op dit moment loopt een
verkenning naar de kansen en perspectieven van een nationale blueport. Breed
draagvlak is essentieel voor het slagen van een dergelijk initiatief. Ik hoop u de
uitkomsten voor de zomer te kunnen presenteren.
Vervolg op VIP
Het kabinet blijft inzetten op de gerichte benutting van de regelingen van het
Europese Visserij Fonds. Ik roep de sector op om met goede voorstellen, zoals
plannen voor regionale blueports, te komen en in deze in te dienen in het kader
van de openstelling van de regelingen van het EVF, als eerste in de maand maart
aanstaande. Tot nu toe beoordeelde het VIP plannen en projectvoorstellen.
2
Kamerstuk 32500-XII, nr. 138
Agroketens en Visserij
Stafbureau
Onze referentie
180725
Pagina 3 van 7
Ik zal binnenkort een beoordelingscommissie benoemen, die qua samenstelling
vergelijkbaar is met het VIP. De groep innovatieve visserijondernemers, die het
VIP de afgelopen jaren als klankbordgroep heeft ondersteund en geadviseerd,
blijft actief.
Ook de Kenniskringen in de visserij blijven actief. Zij blijken een goed instrument
waarin visserijondernemers, gesteund door kennisinstellingen, werken aan
vernieuwing en verduurzaming.
Toekomst Europees Visserijbeleid
Het Europese visserijbeleid moet met ingang van 2013 zijn herzien. Om binnen de
EU het denken over het visserijbeleid in een vroeg stadium te beïnvloeden heeft
het vorige kabinet in 2009 zijn visie op de toekomst van het Europese visserij-
beleid uitgebracht. De visie is eind 2009 uitgebreid met uw Kamer besproken. De
visie is vervolgens naar de Europese Commissie en de collega-ministers van de
Europese lidstaten gestuurd. In de Nederlandse opvatting zou het nieuwe visserij-
beleid gericht moeten zijn op drie principes:
1. Duurzaam gebruik en instandhouding van natuurlijke hulpbronnen en
ecosystemen in zee. Dat geldt zowel in de wateren van de Europese
Gemeenschap als de wateren daarbuiten.
2. Er dient perspectief te zijn voor een maatschappelijk geaccepteerde en
duurzaam opererende visserijsector die voorziet in een belangrijke vraag naar
voedsel.
3. Het beleid moet eenvoudig, doeltreffend, uitvoerbaar en handhaafbaar zijn.
Het kabinet wil deze lijn blijven volgen. De visie blijft de leidraad voor onze inzet
bij de onderhandelingen over het nieuwe Europese visserijbeleid.
High level meeting
Tussen 9 en 11 maart aanstaande organiseert Nederland in Noordwijk een high
level bijeenkomst over de toekomst van het Europese visserijbeleid. De
bijeenkomst wordt georganiseerd in nauwe samenspraak met de Europese
Commissie en het Hongaars Voorzitterschap van de EU. Tijdens de bijeenkomst
komen de volgende onderwerpen aan de orde:
* Marktwerking: bijdrage van de markt aan economische en ecologische
verduurzaming van het visserijbeleid,
* mogelijkheden voor regionalisering van het Gemeenschappelijk Visserij Beleid,
* financieel instrumentarium voor het toekomstige visserijbeleid.
Verder proces
De Europese Commissie zal haar voorstellen met betrekking tot het nieuwe
Europese visserijbeleid naar verwachting medio 2011 op tafel leggen. Het gaat
niet alleen om een nieuwe Basis-verordening, maar ook een nieuwe Gemeen-
schappelijke Marktordening en een aanpassing van het Europese Visserijfonds. De
herziening van de technische maatregelen wil de Commissie pas na de hervorming
ter hand nemen. Desalniettemin betreft het een omvangrijk pakket. Een pakket
waar niet alleen de Raad maar ook het Europees Parlement mee zal moeten
instemmen.
Ik heb u tijdens het wetgevingsoverleg verder toegezegd in deze brief in te zullen
gaan op de volgende concrete zaken.
Agroketens en Visserij
Stafbureau
Onze referentie
180725
Pagina 4 van 7
Uitzetten van jonge paling in schone gebieden
Ik heb IMARES gevraagd onderzoek te doen naar het effect van het verplaatsen
van jonge paling naar schone gebieden, zowel voor de voedselveiligheid als voor
de schieraaluittrek. Ik zal u over de resultaten van beide onderzoeken informeren
zodra er meer bekend is.
Visstandbeheercommissies en visplannen
Eind vorig jaar heb ik voor de staatswateren de eerste generatie door de
waterbeheerder beoordeelde visplannen ontvangen. Het beeld dat hieruit naar
voren komt is niet in alle opzichten even gunstig. In een groot aantal visplannen
hebben sport- en beroepsvisserij geen overeenstemming bereikt over gezamen-
lijke streefbeelden en te nemen maatregelen. Er is vaak sprake van twee
afzonderlijke visplannen in één kaft. Ook op het punt van duurzaamheid is de
meerwaarde van deze eerste generatie visplannen nog beperkt. Concrete
maatregelen zijn vaak nog niet opgenomen. Dit blijkt ook uit de beoordelingen
door de waterbeheerder die de visplannen regelmatig onvoldoende vindt om
adequaat te kunnen beoordelen en om aanvullende gegevens vraagt. Aan de
andere kant bieden de verschillende visplannen wel een goed inzicht in de huidige
visserijsituatie en gedeeltelijk inzicht in vangstgegevens.
De conclusie is dat de visstandbeheercommissies (VBC'c) er nog niet in zijn
geslaagd tegenstellingen te overbruggen en met een gezamenlijke aanpak te
komen. Ik zal de VBC's vragen de komende tijd de nodige voortgang te boeken en
alsnog met meer voldragen plannen te komen.
Tegelijk ligt wat het kabinet betreft de vraag op tafel of de ingeslagen weg, elf
jaar na de instelling van de VBC's, de juiste is. Ik wil mij, zoals eerder
aangegeven, hier de komende periode nader op beraden en overleggen met de
relevante partijen. Ik zal u in april van dit jaar informeren over hoe ik met het
beleid ten aanzien van de VBC's en de visplannen verder wil gaan.
Mensenhandel en uitbuiting aan boord van vissersschepen
Uw Kamer heeft zorg geuit over het mogelijk schenden van mensenrechten op
vissersschepen die aan de EU-markt leveren. Zij heeft daarbij verwezen naar het
rapport 'All at sea: the abuse of human rights aboard illegal fishing vessels' van
de Environmental Justice Foundation en heeft mij gevraagd of gegarandeerd kan
worden dat vis die op de betreffende schepen wordt gevangen, niet op Europese
markten terechtkomt.
Illegale, ongereguleerde en ongerapporteerde visserij is een praktijk die
internationaal krachtig moet worden aangepakt via de daartoe geëigende
internationale fora. Op grond van de betreffende Europese verordening wordt vis
alleen in de EU toegelaten, als deze vergezeld gaat van een certificaat, waaruit
blijkt dat de vis legaal is gevangen.
De Environmental Justice Foundation beschrijft dat de bemanning van deze
schepen ook vaak slachtoffer is van zodanige uitbuiting dat er sprake is van
gedwongen arbeid in de zin van verdrag nr. 29 van de Internationale Arbeids-
organisatie (ILO). Dit verdrag verbiedt op gedwongen of verplichte arbeid.
Uitgangspunt van het Nederlandse mensenrechtenbeleid is dat mensenrechten
universeel zijn en altijd en voor iedereen gelden. Naleving van mensenrechten-
verdragen is cruciaal voor de geloofwaardigheid ervan.
Agroketens en Visserij
Stafbureau
Onze referentie
180725
Pagina 5 van 7
Het kabinet zet zich actief in voor de bestrijding van schending van mensen-
rechten op nationaal en internationaal niveau en streeft ernaar de aanpak van
arbeidsgerelateerde uitbuiting hoger op de Europese agenda te zetten.
Dodingsmethode paling, zoutbaden
Mijn voorganger heeft aangegeven de motie Smits/Van Gerven3
, waarin de
regering wordt gevraagd het doden van vis in zoutbaden zo snel mogelijk te
verbieden en invoering van alternatieve dodingsmethoden te bevorderen, te zien
als ondersteuning van beleid. Ze heeft daarbij aangegeven dat ze in Europees
verband heeft gepleit voor regelgeving met betrekking tot welzijnsvriendelijke
dodingsmethoden voor vis.
Om bedwelmingsmethoden voor vis in de Europese regelgeving op te nemen,
moeten voldoende wetenschappelijke gegevens voorhanden zijn. Ook moeten de
te ontwikkelen bedwelmingsmethoden in de praktijk voldoende zijn beproefd. De
Europese Commissie moet uiterlijk 8 december 2014 bij het Europees Parlement
en de Raad een verslag indienen over de mogelijkheid om bepaalde voorschriften
in te voeren voor de bescherming van vis bij het doden. Zij dient daarbij rekening
te houden met de dierenwelzijnsaspecten, de sociaaleconomische gevolgen en de
gevolgen voor het milieu. Het verslag van de Commissie gaat, indien nodig,
vergezeld van wetgevingsvoorstellen tot wijziging van deze verordening, door
daarin specifieke regels inzake de bescherming van vissen bij het doden in op te
nemen.
In Nederland is na jaren van onderzoek en ontwikkeling sinds kort een apparaat
voor het diervriendelijk slachten van meerval op de markt. Een dergelijk apparaat
zal er binnenkort ook zijn voor paling. Voor andere soorten die in Nederland
worden gekweekt, wordt gewerkt aan ontwerpeisen voor een goed apparaat. Ik
zal de Europese Commissie uitnodigen om de werking van het apparaat in de
praktijk te komen bezichtigen. Het kabinet zal de kennis die Nederland opdoet bij
de ontwikkeling van deze apparaten in Europees verband inbrengen met als doel
uniforme Europese regels te bewerkstelligen.
Stand van zaken Natura 2000 in de Noordzee
Als gevolg van de implementatie van de Vogel-Habitatrichtlijn voor de Noordzee
heeft mijn voorganger de Europese Commissie vijf gebieden voorgesteld om aan
te wijzen als beschermde Natura 2000 gebieden.
De Europese Commissie heeft de Habitatrichtlijn Gebieden in februari 2010 op de
officiële lijst geplaatst (Europese gebieden van communautair belang). Afgelopen
december heb ik de definitieve aanwijzingsbesluiten ten aanzien van de Vlakte
van de Raan en de wijziging van het Aanwijzingsbesluit Noordzeekustzone
genomen. Naar verwachting zullen de aanwijzingsbesluiten voor de gebieden
buiten de 12 mijlszone tweede helft van dit jaar (2011) worden gepubliceerd.
Hiervoor is een wetswijziging nodig die de Natuurbeschermingswet in dat gebied
van toepassing verklaart. Ik constateer dat de Kamer dit voorstel tot wetswijziging
weer voor verdere behandeling heeft geagendeerd en heeft gevraagd om een brief
met de stand van zaken met betrekking tot de ter zake ingediende motie
Koppejan/Atsma (TK 26407, nr. 33 (herdruk)).
3
Kamerstuk 26 991, nr. 287
Agroketens en Visserij
Stafbureau
Onze referentie
180725
Pagina 6 van 7
Overheid, bedrijfsleven en natuurbeschermingsorganisaties hebben onder leiding
van de heer Heijkoop overleg gevoerd om te komen tot een gedragen pakket van
maatregelen om de visserij in de Noordzeekustzone en de Vlakte van de Raan te
beperken om de natuurwaarden te beschermen. In dit overleg bestond de
bereidheid om via constructief overleg tot resultaat te komen. Het resultaat van
dit proces is een principeakkoord tussen de ngo's, bedrijfsleven en overheid. De
locatie van een beperkt aantal gesloten gebieden zal nog worden getoetst bij
deskundigen, vissers en ngo's.
Ik ben van mening dat er een evenwichtig principeakkoord ligt, dat zowel
voldoende recht doet aan de noodzaak om invulling te geven aan N2000 als aan
de belangen van het bedrijfsleven van continuïteit, duidelijkheid en zekerheid. Met
het principeakkoord dienen de verschillende besturen nog in te stemmen. Indien
dit zonder problemen verloopt is ondertekening van het akkoord voorzien voor
eind februari. Ik zal u over de inhoud informeren.
Verzoek VC EL&I 16 december 2010
De vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft mij
schriftelijk verzocht om aanvullende reacties op drie moties, die zijn ingediend
tijdens het wetgevingsoverleg van 8 november vorig jaar. Het betreft:
de motie Jacobi c.s.
4
om de aanvragen en financiering van kleine vismarkten
voor dagverse vis onder te brengen bij het Visserij Innovatie Platform. Ik
heb uw Kamer hierover geïnformeerd in mijn brief over de tijdens het
begrotingsdebat aangenomen moties.
de motie Polderman5
om onder het gemeenschappelijk visserijbeleid vormen
van samenwerking aan te gaan met derde landen die gebaseerd zijn op
volledig duurzame bevissing waarmee de lokale bevolking, de lokale
economie en de ecologie overtuigend gediend zijn. Ik heb de Kamer hierover
op 3 december vorig jaar
6
, onder verwijzing naar een eerdere brief van mijn
voorganger
7
geïnformeerd.
de motie Polderman8
om zo spoedig mogelijk te gaan werken aan de borging
van de diverse planologische claims, door toe te werken naar een Rijks-
bestemmingsplan Noordzee. Ik heb de Kamer hierover op 3 december vorig
jaar
9
geïnformeerd. Zoals eerder aangegeven, ligt dit op het beleidsterrein
van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu.
4
Kamerstuk 32500-XIII, nr. 49
5
Kamerstuk 21 501, nr. 392
6
Kamerstuk, 32500 XIII, nr. 156.
7
Kamerstuk 21 501-32, nr. 406
8
Kamerstuk 29 675, nr. 54
9
Kamerstuk, 32500 XIII, nr. 156.
Agroketens en Visserij
Stafbureau
Onze referentie
180725
Pagina 7 van 7
Deze heeft tijdens het nota overleg MIRT-Water op 13 december vorig jaar
toegezegd uw Kamer zal binnen 6 maanden te zullen informeren.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
dr. Henk Bleker