Rijksoverheid
Reactie op RDA-zienswijze Agenda voor het dierbeleid
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u mijn reactie op de zienswijze 'Agenda voor het Dierbeleid:
Morele vraagstukken en speerpunten voor het dierbeleid in Nederland' van de
Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA).
Ik zie de RDA-zienswijze als een steun in de rug voor het door mij voorgestane
dierbeleid. De aanleiding voor deze zienswijze lag in de wens om in het dierbeleid
meer zicht te krijgen op de ethische kwesties op het gebied van dierenwelzijn en
diergezondheid indachtig de heersende grondhoudingen en de te verwachten
veranderingen daarin. Met deze kennis kan het beleid beter aansluiten op wat er
leeft in de samenleving. De RDA doet in haar rapport een aantal aanbevelingen.
Daarop zal ik hieronder ingaan.
Aanbeveling 1: De overheid dient haar beleid aan de hand van een transparant en
integraal Afwegingsmodel voor Dierbeleid op te stellen en te actualiseren.
Het ethisch afwegingskader zoals dat uiteen is gezet in de Nota naar aanleiding
van het verslag betreffende de Wet dieren (Kamerstukken II 2008/09, 31389,
nr. 9, hoofdstuk 3) maakt het reeds mogelijk om de transparante en integrale
afweging te maken die de RDA met het gebruik van het 'Afwegingsmodel voor
Dierbeleid' voorstaat. Met het gebruik van dit afwegingskader wordt beoogd om
bij besluitvorming over aangelegenheden die dieren betreffen steeds zo duidelijk
mogelijk inzichtelijk te maken hoe deze besluitvorming is onderbouwd, op basis
van welke weging zij is ingegeven en op basis van welk doorslaggevend belang of
belangen keuzen zijn gemaakt. Weging van alternatieven behoort daar ook toe.
Met behulp van het afwegingskader worden de belangen van het dier steeds
expliciet gewogen ten opzichte van andere belangen die veelal in het geding zijn.
Daarbij worden zowel gegevens over gedeelde maatschappelijke opvattingen over
de zwaarte van de belangen die in het geding zijn als wetenschappelijke gegevens
over het onderwerp in kwestie betrokken. Om dit ethisch afwegingskader in de
beleidspraktijk te kunnen hanteren, is in 2009 en 2010 door het Ethiek Instituut
van de Universiteit van Utrecht een training 'Ethiek in beleid' verzorgd voor
beleidsmedewerkers in het dier- en voedselbeleid. Eind deze maand verschijnt ook
een handleiding 'Ethiek in beleid' voor medewerkers van het ministerie.
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Cluster Ethiek
Onze referentie
181068
Pagina 2 van 4
Aanbeveling 2: De overheid dient de kennis van en morele opvattingen over het
houden van dieren regelmatig te inventariseren in een Trendanalyse Denken over
Dieren.
Ik vind het belangrijk om de verscheidenheid aan morele opvattingen over het
houden van dieren en veranderingen daarin te kennen. Kennis van morele
opvattingen geeft meer inzicht in de achtergrond van een probleem, omdat
morele waarden en principes van verschillende partijen zichtbaar worden. Een
trendanalyse is een nuttig instrument, omdat hiermee vollediger inzicht kan
worden verkregen in het denken over dieren en welke ontwikkelingen en trends
daarop van invloed zijn. Momenteel wordt verkend hoe aan een dergelijke analyse
invulling kan worden gegeven. Ik zal u hierover informeren tegelijkertijd met de
beleidsreactie op de RDA-zienswijze 'Verantwoord Houden'.
Aanbeveling 3: Aan de hand van het Afwegingsmodel voor Dierbeleid dient de
overheid de antwoorden op de volgende vraagstukken te actualiseren:
a. De rechtvaardiging van het feit dat wij dieren houden.
b. De rechtvaardiging van de doelstellingen waarvoor wij dieren houden.
Deze afweging zou moeten leiden tot een Positief- en Negatieflijst
Doelstellingen Dierhouderij.
Deze aanbeveling van de RDA past in de voorgenoemde transparante benadering
van besluitvorming die is geschetst in het wetsvoorstel Dieren. Ik ben dan ook
voornemens om aan deze aanbeveling van de RDA invulling te geven door alle
relevante partijen te raadplegen en te komen tot een actueel standpunt over de
rechtvaardiging van de verschillende doelen waarvoor dieren worden gehouden.
Daarbij zal ik gebruik maken van het ethisch afwegingskader zoals dat uiteen is
gezet in de Nota naar aanleiding van het verslag betreffende de Wet dieren. Eind
dit jaar zal ik u over het resultaat informeren.
Aanbeveling 4: Met betrekking tot de wijze waarop wij dieren houden, dient de
overheid invulling te geven aan de zienswijze Verantwoord Houden van de RDA.
Mijn reactie op de RDA-zienswijze 'Verantwoord Houden' zal ik u in de eerste helft
van dit jaar per brief doen toekomen.
Aanbeveling 5: De elementaire wetenswaardigheden met betrekking tot het
omgaan met en het houden van dieren dienen opgenomen te worden in de lesstof
van het Nederlandse basisonderwijs.
Het expliciet opnemen van de onderwerpen dierhouderij en dierenwelzijn in het
curriculum van het Nederlandse (basis-) onderwijs acht ik niet haalbaar, omdat
het strijdig is met de teneur van het onderwijsbeleid. Het onderwijsbeleid wil zich
namelijk sterker concentreren op het versterken van rekenen en taal als basis-
vakken. Het ministerie van OCW heeft zojuist gekozen voor vermindering van
kerndoelen om het onderwijs te ontlasten. Extra kerndoelen liggen derhalve niet
voor de hand. Voor toekomstige beroepsbeoefenaren die veelal opgeleid worden
via dieropleidingen in het groene beroepsonderwijs is extra aandacht mogelijk
meer opportuun. Het ligt daarom in de rede om het huidige stimuleringsbeleid
voort te zetten.
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Cluster Ethiek
Onze referentie
181068
Pagina 3 van 4
Lopende initiatieven om het kennis- en bewustwordingsniveau te stimuleren zijn
onder andere het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren dat ook
lespakketten ontwikkelt, het Hippisch Kenniscentrum, initiatieven via Natuur- en
Milieueducatie, het programma Dierenwelzijn van de Groene Kenniscoöperatie, het
lectoraat Dierenwelzijn en diverse projecten van het Groene Onderwijs.
Aanbeveling 6: De transparantie in alle vormen van dierhouderij dient bevorderd
te worden.
De RDA constateert terecht dat morele opvattingen vooral moeten zijn gebaseerd
op relevante en juiste informatie. Om transparantie in alle vormen van dier-
houderij te bevorderen zijn al de nodige stappen gezet. In de Nota Dierenwelzijn
is als actie opgenomen dat de landbouwsector de deuren opent en uiterlijk in 2015
de productiewijze van alle bedrijven transparant is. Ook in het kader van de
Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij wordt hier aandacht aan besteed. De
sector heeft zelf een aantal bedrijven opengesteld voor het publiek door middel
van zichtstallen en webcams. Via het Voedingscentrum worden consumenten
geïnformeerd over dierenwelzijn in de veehouderij. Begin 2010 is een onderzoek
gestart door LEI Wageningen UR naar hoe ondernemers die vleesvarkens,
vleeskuikens of melkkoeien houden en kweekvisondernemers hun bedrijf meer
transparant kunnen maken voor de maatschappij. Daarbij worden ook de
behoeften en mogelijkheden gepeild bij ondernemers en burgers. Dit onderzoek
zal deze zomer zijn afgerond.
Aanbeveling 7: De overheid moet inventariseren welke rollen en verantwoordelijk-
heden zij heeft ten aanzien van niet- en zgn. semigehouden dieren in natuur-
gebieden en in het wild.
Deze aanbeveling neem ik niet over. De rollen en verantwoordelijkheden van de
overheid (Rijk en provincies) ten aanzien van niet- en semi-gehouden dieren in
natuurgebieden zijn goed bekend en onder meer vastgelegd in de Flora- en
faunawet en de Leidraad Grote Grazers. In faunabeheerplannen en beheerplannen
voor natuurgebieden staat beschreven hoe moet worden omgaan met dieren die
bewust zijn uitgezet voor beheerdoeleinden (grote grazers) of wilde dieren die
vanwege afrasteringen niet vrijelijk kunnen bewegen en/of schade toebrengen.
Ook in de Nota Dierenwelzijn en de Nationale Agenda Diergezondheid zijn acties
opgenomen met betrekking tot dieren in natuurgebieden. Dat er ondanks heldere
taakverdelingen en zienswijze over de wijze van beheer maatschappelijke
discussies ontstaan, is begrijpelijk door de emotionele binding tussen mens en
dier. Dat zal ook niet veranderen. Daar wordt in bestaand beleid al rekening mee
gehouden door bijvoorbeeld ethici te betrekken in commissies die de overheid
aanbevelingen doen. De samenstelling van het International Commission on
Management of the Oostvaardersplassen onder voorzitterschap van de heer Gabor
is daarvan een goed voorbeeld.
Aanbeveling 8: De overheid moet de volgende ethische vraagstukken op de korte
termijn adresseren: de dierlijke productie in Nederland, de rol van de overheid bij
marktwerking en dierenwelzijn, schaalgrootte in de dierhouderij, het transport van
levende dieren over grote afstanden, het doden van dieren, het fokken van dieren
met schadelijke raskenmerken en het welzijn van niet- en semigehouden dieren in
natuurgebieden.
Directie Voedsel, Dier en
Consument
Cluster Ethiek
Onze referentie
181068
Pagina 4 van 4
Op het terrein van de zeven in het rapport genoemde actuele diervraagstukken
lopen diverse acties/projecten waarin diverse dierenwelzijns- en diergezondheids-
problemen worden geadresseerd. Veel hiervan staan in de Nota Dierenwelzijn en
de Nationale Agenda Diergezondheid. Het ethisch afwegingskader kan helpen om
zorgvuldig tot goed onderbouwde beleidsbeslissingen te komen. De komende tijd
zal in de betreffende dossiers, daar waar relevant, het ethisch afwegingskader
worden toegepast. Dit past ook in de lijn die in het wetsvoorstel Dieren is
toegezegd.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
dr. Henk Bleker