Rechtbank Utrecht
Celstraf en behandeling na ontucht door scoutingleider
9 februari - Een 42-jarige man uit Loenen is woensdag door de rechtbank
in Utrecht veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan
10 maanden voorwaardelijk. De rechtbank achtte de man schuldig aan
ontucht met een minderjarige jongen, grooming, het vertonen van
pornografisch materiaal aan minderjarigen en het bezit van kinderporno.
In maart 2010 legde de man via internet contact met een jongen en
haalde hem over een afspraak te maken om ontuchtige handelingen te
plegen. In juni 2010 kwam het inderdaad tot een ontmoeting. Ook achtte
de rechtbank bewezen dat de man seksfilms heeft vertoond aan drie
jongens jonger dan 16 jaar. Deze jongens kende hij van de scoutinggroep
waar hij teamleider was. De man werd daarnaast veroordeeld wegens het
bezit van een grote hoeveelheid kinderporno.
Een psychiater diagnosticeerde pedofilie bij de man: hij voelt zich
aangetrokken tot minderjarige jongens in de leeftijd van 13 tot 16
jaar.
De rechtbank zei in het vonnis onder meer dat verdachte op ernstige
wijze de emotionele en lichamelijke integriteit van de jongen met wie
hij ontuchtige handeling verrichtte heeft geschonden. Ook bij het
vertonen van seksfilms heeft hij niet stilgestaan bij de impact die dit
kon hebben op jongens beneden de 16 jaar.
De rechtbank verbond aan de voorwaardelijke celstraf de algemene
voorwaarde dat de man geen strafbare feiten mag plegen en een aantal
bijzondere voorwaarden. De man moet zich laten behandelen, mag geen
(vrijwilligers)werk uitvoeren dat gericht is op kinderen, mag zich niet
aansluiten bij een scoutingvereniging, mag geen gebruik maken van
sociale netwerksites om minderjarigen te benaderen en moet controle op
zijn computer door de reclassering toelaten. Voor deze bijzondere
voorwaarden geldt een proeftijd van drie jaar.
De rechtbank legde een lagere straf op dan officier van justitie had
geëist. De rechtbank lette hierbij op straffen die worden opgelegd voor
soortgelijke feiten. Ook zag de rechtbank geen aanleiding om de geëiste
langere proeftijden op te leggen. De rechtbank woog hierbij mee dat de
verdachte `first offender' is en gemotiveerd is om zich te laten
behandelen. Ook woog de rechtbank de inschatting van de psychiater mee,
die de kans op recidive wel aanwezig, maar niet hoog achtte.
LJ Nummer
BP3760
Zie het origineel
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 9 februari 2011