Politie Groningen

Fietsers vinden bussen en taxis meest hinderlijk

Groninger studenten geven mening over verkeerveiligheid in Stad

Groningen, 09-02-2011 o Te hard rijden, te dicht langs ander verkeer en geen voorrang verlenen. Bussen en taxis die dat gedrag vertonen, geven fietsende studenten een onveilig gevoel. Dat blijkt uit een enquête van Regiopolitie Groningen onder 375 studenten in de stad. Verder wordt de verkeerssituatie aan het eind van de Korreweg (kruising met Boterdiep, kruising met Nieuwe Ebbingestraat, in-/uitrit van het Noorderplantsoen) door de studenten beschouwd als gevaarlijkste plek voor fietsers. Voor twee studenten leverde het invullen van de enquête een avondje stappen met de politie op.

Zowel mannelijke als vrouwelijke studenten voelen zich het meest onveilig in smalle straten waar ook bussen rijden en overdag op drukke kruisingen. De drie belangrijkste knelpunten zijn volgens hen de verkeerssituatie aan de zuidzijde van de Korreweg, de kruising Westersingel/A-weg/A-straat bij de Westerhaven en de rotonde op de Korreweg, waar de weg kruist met de J.C. Kapteynlaan en de Sumatralaan. Het zijn punten waar de infrastructuur als onoverzichtelijk of onduidelijk wordt ervaren.

Gescheiden fietspaden

In het algemeen vinden de studenten wegen en rotondes waar fietsverkeer gemengd is met gemotoriseerd verkeer gevaarlijk. Vrouwelijke studenten vinden bovendien kruisingen zonder verkeerslichten gevaarlijk, terwijl hun mannelijke collegas ook de plekken waar je als fietser voorrang hebt (en die niet krijgt) liever mijden. Op de vraag wat er volgens hen verbeterd zou moeten worden in de stad is het antwoord dan ook vaak de aanleg van meer gescheiden fietspaden.

Verder valt op dat de studenten die aangeven niet in Groningen te wonen de kruisingen waar fietsers tegelijk groen licht krijgen, gevaarlijker vinden dan studenten die wel in Groningen wonen.

Ergernissen

Het gedrag van andere weggebruikers waar de fietsende studenten zich in de stad Groningen het meest aan ergeren, is het afslaan zonder richting aan te geven, gevolgd door geen voorrang verlenen en plotseling oversteken van voetgangers. Ook daarvoor zouden de studenten graag meer scheiding zien tussen voet- en fietspaden. De Folkingestraat wordt veel genoemd als voorbeeld van een straat waar dat volgens hen nodig is.

Eigen gedrag

De fietsende studenten pleiten zichzelf niet vrij van overtredingen in het verkeer. Alleen in de groep studenten ouder dan 26 jaar geven de meesten aan zich altijd aan de regels te houden. Zowel bij mannen als vrouwen is de meest begane overtreding fietsen zonder licht. Mannen geven vaak geen richting aan en fietsen nog wel eens met te veel alcohol op. Vrouwen doen dat ook, maar na het fietsen zonder licht maken zij zich naar eigen zeggen het meest schuldig aan geen voorrang geven aan voetgangers op het zebrapad.

Prijswinnaars

Deelname aan de enquête werd gestimuleerd door een prijs te verloten onder de deelnemers. Eveline van Rhijn en Barbara de Waal zijn een nachtje op stap geweest met de politie. Volgens Eveline een ervaring om niet snel te vergeten: Ik vond de avond echt helemaal geslaagd! Leuk was het bijvoorbeeld om te zien hoe het camerasysteem in de binnenstad werkt. Daar heb ik mij wel over verbaasd. Je beseft helemaal niet wat er allemaal te zien is en hoe de communicatie naar de agenten op straat verloopt. Liseth van den Berg en Karin Smits gingen een middag op pad met de fietsdiefstalexpert. Liseth: Ik heb door de middag veel geleerd over wat de politie aan fietsendiefstal doet en was verbaasd dat er toch nog zoveel gestolen fietsen opgespoord worden!

Aanknopingspunten
De politie wilde met de enquête studenten hun mening laten geven over hun beleving van verkeersveiligheid in de stad. Daarnaast vormde de enquête een manier om studenten te laten stilstaan bij hun eigen gedrag in het verkeer. Verder bieden de resultaten aanknopingspunten voor het inventariseren van knelpunten voor fietsers en ander verkeer in de stad, waarop de politie en andere partijen op het gebied van verkeersveiligheid, zoals de wegbeheerder, hun beleid kunnen aanpassen.