9 februari 2011
Kleine ijsvogelvlinder veert terug
Goed beheer werkt voor de kleine ijsvogelvlinder
De kleine ijsvogelvlinder herstelt zich van een enorme achteruitgang in
de negentiger jaren. Ook in Zuid-Nederland, waar de soort bijna was
verdwenen, nemen de aantallen weer flink toe, dankzij het natuurbeheer.
In de jaren negentig van de vorige eeuw ging het niet goed met de
kleine ijsvogelvlinder. Al fluctuerend zakte de index dieper en dieper
weg. Rond het jaar 2000 was de populatiegrootte nog maar tien procent
van die in 1992. Zelfs in de beste gebieden waren de aantallen vlinders
laag. Daarna begon het tij te keren en nam de soort langzaam weer toe.
De index voor 2010 is nog niet definitief, maar als de voortekenen niet
bedriegen, is de soort nu weer bijna zo talrijk als in het begin van de
jaren negentig. De achteruitgang was in de Zuid-Nederlandse populaties
het grootst. Dit verschil is niet direct te verklaren, maar heeft
ongetwijfeld diverse oorzaken. In het zuiden liggen de leefgebieden
verder uit elkaar, en heeft de verdroging harder toegeslagen dan in het
oosten. Zodanig zelfs dat de soort daar bijna verdween. In
Oost-Nederland zijn er veel meer geschikte plekken voor de vlinder, en
bovendien liggen deze gebieden meer verspreid door het landschap en
dichter bij elkaar. Ook was de intensivering van de landbouw in het
oosten niet zo ver doorgevoerd als in het zuiden.
De trend van de kleine ijsvogelvlinder vanaf 1990 in Zuid- en
Oost-Nederland (Bron: NEM; De Vlinderstichting, CBS)
De kleine ijsvogelvlinder is een echte bosvlinder
De kleine ijsvogelvlinder is een van onze meest typische bosvlinders:
als je hem ziet, zit je in het bos of is de bosrand niet ver weg. Van
oudsher is de verspreiding in Nederland beperkt tot de hogere
zandgronden en het Limburgse heuvelland. Wel is deze verspreiding
tegenwoordig veel beperkter dan honderd jaar geleden. De vlinder heeft
geen populaties meer in Drenthe, Utrecht en het Zuid-Limburgse
heuvelland. Maar in vochtige bossen in Brabant en Limburg, het
IJsseldal, Salland en de
Achterhoek, en Twente kun je de kleine ijsvogelvlinder nog regelmatig
aantreffen. Gelukkig is er de afgelopen jaren veel gebeurd voor de
kleine ijsvogelvlinder, wat positief heeft bijgedragen aan de stijgende
lijn van de laatste tien jaar. Zo lanceerden twee provincies een
soortbeschermingsplan (Noord-Brabant en Gelderland). Op veel plekken is
gewerkt aan herstel van natuurwaarden en het bestrijden van verdroging
en vermesting. Beter bosrand- en hakhoutbeheer hebben op steeds meer
plekken geleid tot meer leefgebied voor de kleine ijsvogelvlinder. Het
is een goed voorbeeld van hoe uitgekiend beheer van natuurbeherende
organisaties en vrijwilligers de achteruitgang van soorten een halt toe
kan roepen.
Het Landelijk Meetnet Vlinders is een samenwerkingsproject van De
Vlinderstichting en het CBS, in het kader van het Netwerk Ecologische
Monitoring (NEM), in opdracht van het Ministerie van EL&I
(Gegevensautoriteit Natuur).
De Vlinderstichting