Nieuws
7 februari 2011
Time-out in overleg Sociaal Plan Achmea
Tijdens het overleg over het Sociaal Plan Achmea is even een time-out
ingelast. Er liggen een aantal lastige onderhandelingspunten: de
herplaatsingtermijn, de eindleeftijd van de Zilverpool, de
werkingssfeer en de beëindigingvergoeding. Zolang er nog geen nieuw
Sociaal Plan is, blijft het Sociaal Plan 2009-2010 van toepassing.
De basis voor het nieuwe Sociaal Plan is het nu geldende Sociaal Plan.
Het uitgangspunt blijft dus "van werk naar werk". Bovendien blijft het
merendeel van de regelingen intact. Er zijn door alle partijen
wijzigingsvoorstellen ingediend waarvan de impact verschillend is. We
zijn nu in een fase van de onderhandelingen gekomen waarin het goed is
om even wat afstand te nemen en ons te beraden op de punten waarover we
het met elkaar (grondig) oneens zijn.
Waarover zijn Achmea en de vakorganisaties het oneens?
§ Herplaatsingtermijn en vrijwillig vertrekvergoeding:
Vakorganisaties willen geen wijziging in de herplaatsingtermijn van 9
maanden en de huidige vergoeding bij vertrek tijdens de
herplaatsingtermijn, suppletieregeling (lager salaris bij nieuwe
werkgever) en maatwerkvergoeding bij starten van eigen bedrijf. Achmea
wil een gedifferentieerde herplaatsingtermijn afhankelijk van
dienstjaren. Bent u korter dan 10 jaar in dienst dan wil zij een
herplaatsingtermijn van 7 maanden en bij een langer dienstverband 9
maanden. Deze verlaging van de herplaatsingtermijn koppelt Achmea aan
een verhoging van de vergoeding bij vrijwillig vertrek. Bovenop de
huidige vergoeding van 3 maandsalarissen ontvangt u als u binnen 2
maanden vertrekt 2 maandsalarissen extra en als u vertrekt tussen 2 en
4 maanden 1 maandsalaris er bovenop. Achmea wil dan de
maatwerkvergoeding laten vervallen.
Vakorganisaties vinden dat de herplaatsingtermijn niet ingekort kan
worden en zeker niet op basis van dienstjaren. Dit zegt immers niets
over uw kansen op de arbeidsmarkt. Bovendien blijkt in de praktijk al
een verschillende benutting van de herplaatsingtermijn. Over een
verhoging van de vergoeding bij vertrek tijdens de herplaatsingtermijn,
waardoor het verschil met de vergoeding bij ontslag na de
herplaatsingtermijn kleiner wordt, zijn we wel positief. Maar dan moet
Achmea de koppeling met inkorten van de herplaatsingtermijn laten
vallen.
§ Eindleeftijd Zilverpool en beëindigingvergoeding.
Vakorganisaties willen dat de eindleeftijd van de Zilverpool 65 jaar
wordt. Immers alleen degenen met VPL overgangsregelingen (pensioen)
kunnen op basis daarvan voor hun 65ste een redelijk inkomen hebben en
dat is ook weer individueel verschillend. De regeling naar 65 jaar
optrekken betekent dat ook degenen die via de Zilverpool aan het werk
zijn de keuze hebben wanneer zij met pensioen gaan. Achmea wil de
eindleeftijd op 63 jaar houden en alleen in schrijnende situaties hier
wat aan doen, maar wel onder de voorwaarde dat de medewerkers zelf
onvoldoende middelen (lees: overgangsmaatregelen) heeft om de termijn
tussen 63 en 65 jaar te overbruggen. Bovendien geldt daarbij de
voorwaarde dat de medewerker ten minste 75% van de tijd in de
Zilverpool aan het werk is geweest. Vakorganisaties vinden dit onjuist
omdat Achmea de betreffende medewerkers geen werk kan garanderen.
Daarbij moet volgens Achmea het begrip passende werkzaamheden in deze
regeling worden verruimd. Dit door de reistijd te verruimen naar 90
minuten OV9292 en de huidige standplaats altijd passend te laten zijn
en voor kandidaten met een ambulante functie het vroegere werkgebied
altijd passend te laten zijn. Vakorganisaties hebben aangegeven niet
met verruiming naar 90 minuten te kunnen instemmen en ook niet met de
voorwaarde dat het hele werkgebied van de (gewezen) ambulante
medewerker passend is. Wij hebben onze dringende wens om de
eindleeftijd van de Zilverpool op 65 te stellen, gekoppeld aan de
bestaande afspraak in het sociaal plan (art. 8.3) waarbij bij het
berekenen van de beëindigingvergoeding de WW-uitkering wordt betrokken:
als die leeftijd 65 wordt zijn wij bereid om de huidige regeling met
betrekking tot het verrekenen van WW te handhaven. Waarbij we er dan
wel vanuit gaan dat ook de pensioenschade meegenomen wordt bij de
vaststelling van de inkomensschade.
§ Werkingssfeer.
- Tenslotte hebben we nog een discussie over de toepassing van het
Sociaal Plan bij een kopadviesaanvraag. Wij vinden dat alle
adviesaanvragen die onder één "kopadviesaanvraag" vallen, onder
hetzelfde sociaal plan moeten vallen. Achmea is het daarmee oneens.
- Tevens is er een discussie over de positie van de medewerkers bij
Agis. De garantieafspraken uit de fusieovereenkomst tussen Agis en
Achmea worden niet ter discussie gesteld, noch door Achmea noch door de
vakorganisaties. Echter door het ontstaan van een nieuw zorgbedrijf
verandert er wel wat. Geen afspraken maken over hoe deze wijzigingen op
te vangen voor de Agis-medewerkers is de kop in het zand steken en zou
op de langere termijn ten nadele van hen kunnen zijn, want de
ontwikkelingen binnen Achmea gaan door. Hoe dat in samenhang met het
nieuwe Achmea Sociaal Plan te regelen is de vraag die ons allen
bezighoudt.
Wij willen graag van u weten wat u van de situatie vindt en wat voor u
van belang is. Uw reactie graag binnen twee weken via email naar:
i.wiersinga@remove-this.cnvdibo.nl
Nog even dit. U bent lid. Uw collega nog niet. Dat wordt wel hoog tijd.
Juist nu is het hard nodig. U kunt vast uw collega van het nut van het
lidmaatschap overtuigen. Wij rekenen op u!
Dienstenbond CNV