Rechtbank Utrecht
Voorwaardelijke celstraf en werkstraf wegens schuld bootongeluk
7 februari - Een 43-jarige man uit Montfoort is maandag door de
rechtbank in Utrecht veroordeeld tot een voorwaardelijke
gevangenisstraf van drie maanden en een werkstraf van 150 uur wegens
schuld aan het veroorzaken van een ernstig ongeluk met zijn speedboot
op de Lek.
Het ongeluk vond in april 2009 plaats op de Lek in de gemeente
Nieuwegein. De Montfoortenaar voer met een snelheid van tussen de 75 en
80 kilometer per uur achter de boot van zijn vriend aan. Op een gegeven
moment kwam hij op de hekgolf van zijn voorganger terecht. Toen die
voorganger vervolgens vaart minderde vond er een overvaring plaats. De
vriend van de verdachte liep hierbij meerdere botbreuken en
hersenbeschadiging op en is nog altijd volledig arbeidsongeschikt.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zodra hij op de hekgolf terecht
kwam, hij "als goed zeeman" een uitwijkmanoeuvre had moeten inzetten of
drastisch snelheid had moeten minderen om een mogelijke aanvaring te
voorkomen. Temeer omdat hij met aanzienlijke snelheid voer, niet
voortdurend zicht had op zijn voorligger en hij wist dat er een
probleem was aan de stuurinrichting van zijn boot. De verdachte heeft
zich daarom naar het oordeel van de rechtbank ook in strafrechtelijke
zin aanmerkelijke schuld aan het ongeval (als bedoeld in artikel 308
van het wetboek van strafrecht).
De rechtbank heeft bij de strafoplegging de rechterlijke
oriƫntatiepunten die al bestaan voor overtreding van artikel 6 van de
Wegenverkeerswet betrokken (dood c.q. zwaar letsel door schuld in het
wegverkeer). De rechtbank oordeelde dat deze categorie overtredingen op
meerdere punten relevante raakvlakken heeft met de zaak de rechtbank nu
beoordeelde.
De rechtbank hield bij het opleggen van de straf rekening met ernstige
verwondingen en de gevolgen van het ongeluk voor het slachtoffer, maar
ook met het feit dat het ongeluk grote indruk heeft gemaakt op
verdachte. De vriendschap tussen de twee is ernstig bekoeld. Sinds het
ongeluk heeft verdachte niet meer in zijn boot gevaren en hij zegt
daaraan ook geen enkele behoefte meer te hebben.
De rechtbank stelde echter ook vast dat verdachte voorafgaand aan het
ongeluk meerdere boetes heeft gehad voor forse snelheidsovertredingen,
zowel op de weg als op het water. Herhaling kan dan ook volgens de
rechtbank niet worden uitgesloten. Daarom werd naast de werkstraf een
voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.
LJ Nummer
BP3332
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 7 februari 2011