ChristenUnie
Het verhaal van de ChristenUnie: Dienstbaarheid, Vrijheid, Duurzaamheid
dinsdag 01 februari 2011 15:45
(Vriendendag, G.J. Spijker 22.01.11)
Inleiding
Toen ik nog niet zo heel lang bij het WI werkte, moest ik een keer aan
studenten uitleggen waar de ChristenUnie voor staat. Dat was nog niet
zo makkelijk. Natuurlijk kon ik een aantal standpunten opnoemen,
bijvoorbeeld op medisch-ethisch gebied. Onderscheidende ideeen t.a.v.
gezin en koopzondagen. En uiteraard zijn er allerlei documenten met
uitgangspunten, zoals een Kernprogramma, een Uniefundering, een
Unieverklaring, etc. Maar om daar een coherent verhaal te maken was
niet eenvoudig.
Wat is nu het verhaal van de ChristenUnie? Zijn we links, zijn we
rechts? Zijn we een `Bijbels clubje'? Zijn wij `christelijk-sociaal'?
En zo ja, wat houdt dat precies in? Menigeen vat christelijk-sociaal op
als linksig. Moeten we er dus maar van af? Welke visie bindt ons?
Een visie is des te meer nodig nu de ChristenUnie is gegroeid en
diverser wordt. Nu steeds meer soorten christenen een thuis vinden bij
de partij. Mensen vinden elkaar in het volgen van Christus, ook in de
politiek. De identiteit van de partij heeft daarmee allereerst een
geestelijk karakter. We vinden elkaar als christenen. We zijn een
Christen-Unie. Wij erkennen samen God als Koning en Jezus als
verlosser. Wij willen Hem volgen in de politiek. Politiek bedrijven bij
een open Bijbel! De evaluatie van de afgelopen verkiezingen leert dat
de meeste mensen stemmen op de partij vanwege het christelijk karakter
van de partij. Recent zien we dat ook voor steeds meer Katholieken de
ChristenUnie een optie wordt.
De ChristenUnie is dus een gemeenschap van christenen. Maar naast deze
geestelijke identiteit is ook een politieke visie nodig. We zijn een
politieke partij, geen kerk. Uiteraard wordt die visie gevormd bij een
open Bijbel. Vanuit Gods Woord trekken we lijnen naar nu, ontwikkelen
we een visie op samenleving en staat. Die visie moet samenbindend
werken en duidelijkheid verschaffen. Zo'n visie moet sturing geven bij
standpuntbepaling over concrete kwesties. Als WI doen we momenteel een
poging om die visie overzichtelijk neer te zetten. Dat doen we door het
te koppelen aan drie begrippen: Dienstbaarheid, Vrijheid, Duurzaamheid.
Na diepgravend onderzoek van onze traditie en na veel gesprekken met
allerlei betrokkenen kwamen we uit bij deze drie termen. Ik zal ze kort
toelichten.
1. Dienstbaarheid
Dienstbaarheid is een centrale term sinds de oprichting van de partij.
Toen de ChristenUnie net bestond was er behoefte aan twee publicaties:
een over de samenleving en een over de overheid. Roel Kuiper heeft,
destijds directeur van het WI en nu senator, heeft toen twee boekjes
geschreven: Dienstbare samenleving en Dienstbare overheid.
Niet toevallig werd begonnen met de visie op de samenleving. dat is
typerend voor de christelijk-sociale traditie of antirevolutionaire
lijn waarin de ChristenUnie staat. Vanuit een visie op de samenleving
volgt de kijk op aard en taak van de overheid. (André Rouvoet deed
hetzelfde al eerder in de RPF-publicatie Reformatorische staatsvisie.)
Gezien het gebruik van de term `dienstbaarheid' lag het voor de hand
dat te gebruiken als eerste begrip. Eerst iets over dienstbare
samenleving, dan over dienstbare overheid.
1a. Dienstbare samenleving
Met nadruk op een dienstbare samenleving onderscheidt de ChristenUnie
zich allereerst van zowel links als rechts. Linkse partijen als PvdA en
SP zetten vanouds de overheid centraal. Ze denken vanuit het
collectief. Rechtse partijen benadrukken vooral individu en markt (vgl
VVD en D66). Een christelijk-sociaal geluid concentreert zich op de
mens in verbanden. Niet het autonome individu op zich, maar de mens in
relaties, met God en met elkaar. De mens die verantwoordelijkheid
draagt. De mens die geroepen is tot liefde voor God en naaste. Daarin
vindt hij zijn bestemming.
1. In een dienstbare samenleving hebben mensen oog voor elkaar en
leven ze niet slechts voor hun eigenbelang. In een christelijke
visie is typerend niet het ieder voor zich of het eigen belang,
maar de zorg voor elkaar, voor de naaste, andermans belang. In een
dienstbare samenleving wordt niemand buitengesloten of
verwaarloosd. Dit betekent dus in het bijzonder aandacht voor de
kwetsbaren in de maatschappij. Juist zij hebben anderen nodig.
Verantwoordelijkheid nemen voor elkaar: dat komt ons niet aanvliegen.
Verantwoordelijkheid nemen leren we in instituties. Die hebben we nodig
om te leren functioneren in de samenleving. Om sociaal en moreel
kapitaal op te bouwen. Christenen krijgen die boodschap mee in de kerk
en vanuit het evangelie. Heb je naasten lief, weet wat
opofferingsgezindheid is. We worden opgeroepen bruggen te bouwen, vrede
te stichten. Iedere samenleving heeft een basale vorm van verbondenheid
nodig, van vertrouwen. Van groot belang in dit verband is het gezin.
Vandaar de nadruk het afgelopen kabinet ook op `Jeugd en gezin'. Maar
ook school, kinderopvang, werk, sportclub zijn belangrijke plekken voor
de overdracht van waarden en normen. Daar wordt dienstbetoon geoefend
en ontwikkeld.
Belangrijk is te beseffen dat mensen zelf verantwoordelijk zijn, voor
zichzelf, elkaar en de leefomgeving. De overheid kan ons niet gelukkig
maken en evenmin alles oplossen.
1b. Dienstbare overheid
Is de overheid dus onbelangrijk? Neen, zeker niet. De gebrokenheid van
onze werkelijkheid zit diep, ook in onze samenleving. Mensen zijn sterk
op hun eigenbelang gericht, leert de ervaring. De overheid is er
daarom, om mensen tegen elkaar te beschermen. Een dienstbare
samenleving kan niet zonder een overheid. God heeft de overheid
ingesteld om het kwaad te beteugelen. Ze moet haar macht dienstbaar
maken aan gerechtigheid. Ze heeft daartoe enkele belangrijke taken:
- Allereerst moet ze orde en vrede bewerkstelligen op het
openbare domein.
- Daarnaast moet ze opkomen voor wat kwetsbaar is.
- Tot slot: de overheid schept randvoorwaarden op het publieke
domein, zodat de samenleving tot zijn recht kan komen en mensen hun
onderscheiden verantwoordelijkheden kunnen waarmaken.
1. De overheid handelt nooit op een neutrale manier. Ze geeft altijd
richting aan. Goed en kwaad staan op het spel. `Overheidsbudgetten
zijn morele documenten', zie iemand eens, en terecht. Volgens de
ChristenUnie zijn Bijbelse waarden en normen gezond voor de
samenleving.
2. Vrijheid
Zijn wij voor vrijheid? Christenen staan bekend om het willen opleggen
van zaken. Om het verbieden, ook in de politiek. Het inperken van
winkeltijden, het verbieden van abortus, het bestraffen van roken in
auto's als er kinderen bij zijn. Is de ChristenUnie niet vooral een
partij van betutteling? Inderdaad vatten wij vrijheid niet op als
onbeperkte individualistische behoeftebevrediging, in de zin van
grenzeloos jezelf ontplooien, ten koste van mens en natuur. Vrijheid
kent grenzen. Niet voor niets staat vrijheid tussen dienstbaarheid en
duurzaamheid in. Mensen leven direct in relaties tot anderen en zijn
daarmee direct verantwoordelijk. Vrijheid gaat altijd gepaard met
verantwoordelijkheid. Maar verantwoordelijkheid gaat ook altijd samen
met vrijheid (en dat vergeten we weleens...)
En als het gaat om vrijheid komt allereerst de vrijheid van geweten,
van geloof aan de orde. De vrijheid om je leven in te richten in
overeenstemming met je diepste overtuigingen. Moslims, humanisten,
christenen, antroposofen, etc: de overheid moet ruimte garanderen voor
verschillende geloven en de beleving daarvan. Dat is cruciaal voor een
rechtsstaat. Een rechtsstaat is een staat die rekent met het recht, met
minderheden. Dat vereist wel een goede organisatie van macht en
tegenmacht, alsmede een onderliggend ethos.
2a. Geestelijke vrijheid
De ChristenUnie hecht sterk aan de vrijheid van godsdienst en
levensovertuiging. Van iedere burger. Het geweten is de
ontmoetingsplaats met God. Daar blijft de overheid buiten. Binnen de
grenzen van de rechtsstaat heeft iedere burger - juist ook die met
sterk afwijkende overtuigingen - het recht om te leven in
overeenstemming met zijn diepste overtuiging. Dit betekent tolerantie
richting andersdenkenden. Wie voor zichzelf godsdienstvrijheid vraagt,
moet dat even royaal aan anderen toestaan. Onder Gods geduld mogen
tarwe en onkruid samen opgroeien, totdat God in de oogsttijd zelf
scheiding maakt. De theoloog Douma schreef: "Wie Gods Woord zegt, zegt
tolerantie."
Deze vrijheid staat tegenwoordig onder druk. Kijk allereerst naar
aanvallen van vrijzinnige progressieven (GroenLinks, D66, PvdA, m.n.).
Er is een (ondergrondse) Paarse meerderheid die een vrijzinnige moraal
wil doorvoeren via de overheid. Ze pleit onder meer voor het schrappen
van de `enkele feit'-constructie uit de AWGB. Dat zou ertoe leiden dat
de vrijheid van zelforganisatie door allerlei groepen in de kern wordt
aangetast. Welzijnsorganisaties als Youth for Christ en Tot heil des
Volks kunnen dan geen eigen personeelsbeleid meer voeren. Zo wordt `de
ziel uit hun werk geroofd', zie iemand. Goed werk wordt de nek
omgedraaid. Vrij onderwijs is hetzelfde lot beschoren.
Waar deze `progressieven' orthodoxie het leven moeilijk willen maken,
richten rechtse populisten zich op een religie, de islam. Islam is in
hun ogen geen godsdienst maar een
gevaarlijke politieke ideologie. Ze gunnen moslims dan ook geen
vrijheid. Ze mogen in Nederland zijn ... als ze de islam maar afzweren.
Dat is echter principieel ontoelaatbaar. Is er dan niks aan de hand met
de islam? Uiteraard is er een onoverbrugbare kloof tussen christendom
en islam, dat is duidelijk. De islam heeft een totaal andere inhoud en
andere wordingsgeschiedenis dan het christendom. En internationaal is
er vaak een weinig goede omgang met minderheden. Gewelddadig extremisme
is uit den boze, uiteraard. Maar we moeten moslims wel een kans geven
zich aan te passen aan de rechtsstaat. Ze moeten de mogelijkheid
krijgen een positieve relatie op te bouwen met instituties,
rechterlijke macht, grondrechten, etc. De strijd met de islam moet
geestelijk worden gevoerd, niet met politieke (dwang)middelen.
2b. Een goedfunctionerende rechtsstaat
De vrijheid van burgers, individueel of in gemeenschappen, moet dus
gerespecteerd worden door de overheid. De overheid heeft - als echte
rechtsstaat - zich terughoudend op te stellen in haar
machtsuitoefening. Macht moet gericht zijn op recht, op bescherming van
minderheden. Dat is een echte rechtsstaat. Onze vrijheid is verworven
in een strijd tegen tirannie en onderdrukking. Oorlogen en totalitaire
regimes herinneren ons aan het belang van deze fundamentele waarde. Zie
Tunesie en Egypte momenteel. Die landen bewijzen maar weer eens dat
vrijheid niet vanzelf spreekt en dat daarvoor strijd nodig is.
Onmisbaar voor een goedfunctionerende rechtsstaat zijn tegenmachten,
checks and balances. Het kwaad zit immers ook in overheidsmensen.
Bij tegenmachten denk ik allereerst aan een onafhankelijke rechterlijke
macht (overigens een onafhankelijkheid die de PVV wil inperken!).
Daarnaast zijn democratische verkiezingen en politieke partijen van
groot belang. De regering moet gecontroleerd worden. Een vrije pers en
een kritische kerk zijn ook nodig, evenals andere instituties. Het
belang van een bloeiende civil society werd onder woorden gebracht door
de socioloog Anton Zijderveld, die ik onlangs interviewde. Hij vertelde
me in interview dat hij in een Jappenkamp had gezeten en daar meemaakte
dat er geen instituties waren, geen tussenmachten. Alleen een
kampcommandant en individuele gevangenen. Dat betekende afwezigheid van
vrijheid, geen vrije ruimte, wat zorgde voor hufterigheid. Kortom, een
totalitair systeem.
Tot slot is een moreel klimaat waarin men over de grenzen van het
eigenbelang heen kijkt, waarin burgers het algemeen belang voor ogen
staat. Een ethos waarin mensen optreden als verantwoordelijke burgers.
Ze hebben zelf primair de plicht om op te komen voor de vrijheid.
Abraham Kuyper schreef: "Zo hangt het ten slotte dus van die
levenskringen zelf af, of ze in vrijheid bloeien of onder staatsdwang
zuchten zullen. Bezitten ze zedelijke spankracht, dan zijn ze niet in
te duwen (...). Bij elke welgelukte aanslag op de vrijheid kan de staat
dus nooit dan medeplichtige zijn, hoofdschuldige blijft de
plichtvergeten burger zelf, die, in zonde en zingenot zijn zedelijke
spierkracht verslappend, de kracht tot eigen initiatief verloor."
3. Duurzaamheid: rentmeesterschap (zorgen voor de schepping,
wereldbevolking)
Tot slot duurzaamheid. De schepping is kwetsbaar, dat zien we momenteel
meer dan ooit. De aarde zucht wereldwijd onder overbelasting. De mens
treedt op als kortzichtige eigenaar van de schepping. Niet alleen in
het westen, maar ook in China en Brazilië gaan alle remmen los.
Vervuiling, boomkap: het is aan de orde van de dag. Met onze technische
vermogens maken we meer kapot dan ons lief is. We zien daarbij dat we
in een gevallen wereld leven. Deze aarde wordt nooit meer een paradijs.
Althans, niet door menselijk ingrijpen. Het wordt steeds duidelijker
dat God hier moet ingrijpen en moet zorgen voor een nieuwe aarde. Maar
dat betekent niet dat we achterover moeten leunen. Juist ook christenen
zijn geroepen zich in te zetten voor duurzaamheid. dat betekent inzet
voor people, planet en profit. Zoals dat zo mooi heet.
3a. People
We zien wereldwijd een enorme kloof tussen arm en rijk. Die lijkt
onoverbrugbaar. Rijken worden rijker, armen nog armer. Overvloed staat
tegenover honger. Dat mag ons niet koud laten. De ChristenUnie wordt
gekenmerkt door een principiële onrust over het onrecht en de chaos in
de wereld, zo zegt een partijdocument. Ieder mens is door God geschapen
om zijn beeld te vertonen, en ieder mens heeft gelijk bestaansrecht.
3b. Planet
De mens is rentmeester. Wij bewonen de aarde, maar bezitten die niet.
God is eigenaar. Wij behoren deze planeet verantwoord te beheren. En
daar is wel wat fout gegaan de afgelopen decennia. We vervuilen de
atmosfeer, buiten de aarde en haar bronnen uit. We zijn verslaafd aan
olie - zie de milieuramp met BP afgelopen jaar. Door de
klimaatproblematiek wordt steeds breder duidelijk dat er wat moet
gebeuren. Martine Vonk vertelde me dat het haar steeds duidelijker werd
dat uitbuiting van de schepping (planet) en uitbuiting van de armen
(people) samenhangen. "We putten de aarde uit door enorme hoeveelheden
grondstoffen te delven, massaal gebruik van fossiele energie, etc. De
biodiversiteit holt hard achteruit. Wij in het Westen merken daar nog
niet zo heel veel van. Maar de armen des te meer. Zij werken onder
erbarmelijke omstandigheden om grondstoffen voor onze producten te
delven. En klimaatverandering treft vaak juist hen. Zo worden met name
degenen die toch al kwetsbaar zijn de dupe van onze consumptiedrang.
3c. Profit
Daarmee kom ik op profit, economie. Een belangrijke sleutel als het
gaat om verduurzaming ligt hier. Uiteindelijk draait het om de vraag:
hoe kunnen we de economie zo inrichten dat ze ten dienst van mens en
milieu staat. Nu vinden we economische groei belangrijk vanwege de
groei. Maar groei behoort in dienste van de maatschappij te staan. Er
zijn meer waarden dan effectiviteit en efficiency: denk aan milieu,
natuur, rust, landschap, solidariteit, vertrouwen, goede zorg, etc.
Niet alles moet vereconomiseerd worden. Dat zie je nu wel gebeuren in
zorg en onderwijs bv. Marktwerking is niet per se goed.
Maar zeker ook niet per se slecht. Calvijn noemde de markt een teken
van Gods genade. Juist doordat mensen zo verschillend zijn, zijn ze op
elkaar aangewezen. Markten zijn plekken van menselijke dienstverlening.
Maar wil een markt tot haar recht komen dan is naast een morele
gemeenschap ook een goed functionerende overheid nodig, een goede
marktmeester: scheidsrechter die heldere regels uitvaardigt en
handhaaft en zo het speelveld afbakent.
Rode draad in het verkiezingsprogramma is inzet op het doorberekenen
van milieukosten in producten. Laat de klant en de vervuiler betalen.
Daarbij moet dan inzichtelijk gemaakt worden waar een product vandaan
komt en waarvoor men dan meer betaalt. We moeten als consumenten weer
normale bedragen gaan betalen voor producten.
Tot slot
Tot zover de politieke visie. Hoe mooi ook, ik moet het toch
relativeren. Uiteindelijk gaat het erom dat we aanspreekbaar blijven op
Gods Woord. Dat is beslissend. En in dit verband is van doorslaggevende
betekenis hoe dat Woord doorwerkt in de harten van
ChristenUnie-politici, van al die noeste werkers in de politieke
modder. Die geestelijke component is cruciaal. Zonder levend geloof
hebben we ook niks aan DVD.
1. Laten we vooral een partij van christenen blijven, een `Bijbels
clubje' (ND). Geen kerk, wel een club van gebed. Het mooie van
gebed is dat je op de knieen gaat voor Iemand die hoger staat dan
wij en hoger dan de overheid. Het bepaalt ons bij waarvoor de
politiek echt is!
Om die relativering te onderstrepen sluit ik af met een citaat van
Groen van Prinsterer:
"De gelovige weet dat het Woord van God vastheid verleent aan alles wat
daarop deugdelijk gebouwd is en daaruit op juiste wijze is afgeleid.
Maar de mens vergeet te vaak dat de deugdelijkheid van het gebouw en de
juistheid van de conclusies mensenwerk is. Hierdoor identificeert hij
ten onrechte de eigen broze arbeid met de rotssteen, en de eigen
redenering met de uitspraken van de Allerhoogste."
Dank u wel.
---
KADER
Traject DVD project 2010-2011
Een groot deel van de activiteiten van het WI stond vorig jaar in het
teken staan van DVD.
Er was een DVD-startsymposium (februari), er verschenen drie
Denkwijzers over deze waarden en een boek (en een congres) over
Vrijheid.
Nog volgen dit jaar:
- In maart willen we bovendien een dun DVD-boekje afronden
(WI).
- Voorjaar: een boek over Duurzaamheid (Martine Vonk).
- Najaar: een boek over Dienstbaarheid (Roel Kuiper)
Daarmee stopt de bezinning overigens niet. Want in 2012 staan boeken
gepland over o.a. de rechtsstaat en `christelijk-sociaal 2.0'.