NMa en NZa: samenwerking mag als patiënt er beter van wordt
11-03 / 31-01-2011
Ziekenhuizen mogen samenwerken en specialisatieafspraken maken als de
patiënt daar aantoonbaar beter van wordt. Deze boodschap kregen 150
bestuurders van ziekenhuizen en verzekeraars vrijdag mee tijdens een
gezamenlijk symposium van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa),
de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de NVZ vereniging van
ziekenhuizen.
Het doel van het symposium Ziekenhuiszorg en Markttoezicht was uitleg
geven aan bestuurders van ziekenhuizen over de regels voor
samenwerking, fusie, concentratie, machtsposities en specialisatie in
de ziekenhuiszorg. De NMa en de NZa houden daar markttoezicht op. Met
de introductie van marktwerking in de zorg hebben ziekenhuizen veel
vrijheid gekregen, maar dat betekent ook dat ze zich moeten houden aan
de mededingingsregels. Daarbinnen zijn veel mogelijkheden tot
samenwerking. Ondernemerschap betekent keuzes maken en
verantwoordelijkheid nemen, aldus Theo Langejan, voorzitter van de Raad
van Bestuur van de NZa.
Ziekenhuizen kunnen specialisatieafspraken maken. Zij moeten dan wel
kunnen aantonen dat de kwaliteitsvoordelen van hun samenwerking opwegen
tegen de nadelen van bijvoorbeeld minder keuzevrijheid voor patiënten
of verzekeraars. Onderlinge afspraken mogen er niet toe leiden dat er
weinig of geen concurrentie overblijft. Dit zei Pieter Kalbfleisch,
voorzitter van de Raad van Bestuur van de NMa tegen een volle zaal
ziekenhuisbestuurders. Als ziekenhuizen zich moeten specialiseren om
aan kwaliteitsnormen te voldoen, dan ziet de NMa vooral een rol voor de
verzekeraar weggelegd om te bepalen welk ziekenhuis de zorg voortaan
gaat leveren. In het zorgverzekeringsstelsel heeft de verzekeraar
immers een regierol en ook een zorgplicht om voldoende kwalitatieve
goede zorg in te kopen.
Een ander belangrijk onderwerp was hoe ziekenhuizen zich moeten
gedragen als zij over een aanmerkelijke marktmacht beschikken. Een
zorgaanbieder met AMM heeft zon sterke positie op de markt dat hij
onafhankelijk van concurrenten kan handelen. Als een AMM-positie een
negatief effect heeft op de prijs en de kwaliteit van zorg en de
keuzemogelijkheden voor de consument, kan de NZa maatregelen opleggen
om dat te voorkomen.
We moeten vooral aan de slag. Dat is het signaal van vandaag.
Ziekenhuizen willen vooral doen. We moeten niet vrezen wat mag, maar
weten wat mag, aldus Roelf de Boer, voorzitter van de NVZ.
Ziekenhuisbestuurders maakten tijdens de bijeenkomst gebruik van de
mogelijkheid om vragen te stellen aan de NMa en de NZa over de
knelpunten die zij ervaren op het gebied van samenwerking en AMM.
De toezichthouders brengen binnenkort een brochure uit voor
ziekenhuizen aan de hand waarvan zij kunnen beoordelen of voorgenomen
vormen van samenwerking en specialisatie toelaatbaar zijn.
Hernieuwd samenwerkingsprotocol
De NZa en de NMa hebben hun samenwerkingsprotocol vernieuwd. Het
protocol bevat onderlinge werkafspraken en biedt een duidelijke basis
om de toezichthoudende taken effectiever uit te voeren en overlap te
voorkomen. Zo is vastgelegd wanneer de NMa en de NZa elkaar
consulteren; bijvoorbeeld bij fusies en overnames en
marktafbakeningsvraagstukken.
Voor meer info Telefoonnummer
NZa: J. van Lambalgen 030 296 83 53
NMa: B. van der Rest 070 330 3362
06 2279 3063
NVZ: W. van der Horst 06 135 187 43
E-mail Internet
jlambalgen@nza.nl
pers@nmanet.nl
w.vander.horst@nvz-ziekenhuizen.nl www.nza.nl
www.nmanet.nl
www.nvz-ziekenhuizen.nl
Nederlandse mededingingsautoriteit (NMa)