De wachtgeldregeling van 'hangmat' naar vangnet
31/01/2011 09:54
NVP (Nederlandse Vereniging Personeelsmanagement)
NVP pleit voor maatwerk bij wachtgeldregelingen voor lokale bestuurders en ambtenaren.
In reactie op de recente uitkomsten van het door Elsevier verrichte en gepubliceerde onderzoek naar de wachtgeldpraktijk in grote gemeenten en provincies pleit de Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement & Organisatieontwikkeling (NVP) voor een regeling op maat voor elke individuele bestuurder of ambtenaar.
De collectieve verontwaardiging omtrent excessen in de wachtgeldpraktijk van het afgelopen decennium is volgens de NVP begrijpelijk. Ten eerste maakt de wet een onderscheid tussen werkloosheidsuitkeringen en wachtgeldregelingen en ten tweede kunnen ambtenaren en politici - afhankelijk van het moment van 'aantreden' - van verschillende wachtgeldregelingen gebruik maken. De huidige stand van zaken is dat verworven rechten ongemoeid worden gelaten en dat alleen voor nieuwe "wachtgeldkandidaten" een versoberde algemene regeling geldt. Voor het grote publiek is het eerste onderscheid sowieso onbegrijpelijk.
Door het instellen van een wachtgeldregeling die op het individu is afgestemd kan het gebruik van regelingen worden verkort. Het verwachtte effect is dat de collectieve verontwaardiging rond excessen daardoor zal afnemen en de geloofwaardigheid van politici in algemene zin toeneemt.
De NVP die een groot aantal leden kent die dagelijks bij gemeenten, bedrijven en instellingen met arbeidsvoorwaarden in de weer zijn, heeft op zich niets tegen wachtgeldregelingen voor politici en bestuurders. Immers, wanneer een werknemer of ondernemer zijn baan opzegt of zijn bedrijf (tijdelijk) overdraagt aan een compagnon om zijn kwaliteiten voor de publieke zaak in te zetten, begint voor hem een onzeker en kwetsbaar bestaan. Hij kan in principe van de ene op de andere dag weer worden weggestuurd en er valt vanuit die invalshoek veel te zeggen voor het verzekeren van dit risico door een wachtgeldregeling.
Maar het inroepen van de wachtgeldregeling mag geen automatisme worden. Slechts wanneer de "wachtgeldkandidaat" geen werk heeft of niet kan terugvallen op zijn onderneming zou de regeling ingeroepen moeten worden. Het idee is dus dat de wachtgeldregeling een vangnet is, een redmiddel en geen 'hangmat'. De hoogte van het wachtgeld en de duur van de regeling zouden in overeenstemming moeten zijn met de duur van de ambtsperiode en van de aard van het "vertrek". Legt een politicus bijvoorbeeld zijn functie vrijwillig neer of wordt het vertrouwen in hem opgezegd, dat maakt een wezenlijk verschil. Bij het verstrekken van onjuiste informatie of het verzwijgen van informatie valt er veel te zeggen 'het vertrek' aan de criteria voor de Werkloosheidswet te toetsen.
NVP bepleit tevens een sollicitatieplicht tot 57,5 jaar, net als voor 'gewone' burgers. Ex-politici en Tweede Kamerleden blijken in de praktijk relatief veel tijd nodig te hebben om na hun vertrek een passende functie te vinden. Maar daarin onderscheiden zij zich niet negatief van sommige andere groepen op de arbeidsmarkt voor wie een nieuwe baan zoeken lastig is. In elk geval mag die positie niet automatisch leiden tot langdurige wachtgeldperiodes. Ondersteuning door het UWV-Werkbedrijf en/of een outplacementbureau zou hun kansen op de arbeidmarkt kunnen vergroten.
http://www.nvp-plaza.nl