28 januari 2011
Vrouwtjes hot als ze cool zijn opgegroeid
(foto Credit: William H. Piel and Antonia Monteiro/courtesy of Yale
University)
Uit een studie van de Yale University blijkt dat vrouwtjes van een
afrikaanse vlindersoort actief mannetjes proberen te versieren als ze
koude temperaturen hebben gehad als rups. Rupsen die warm opgroeien
leveren passieve vrouwtjes die wachten op initiatief van mannetjes.
Bij de meeste Nederlandse vlindersoorten komen mannetjes wat eerder uit
de pop dan vrouwtjes en zijn het de mannetjes die meestal het
initiatief nemen om een vrouwtje voor zich te winnen. Bij de Afrikaanse
vlinder Bicyclus anynana blijkt dit gedrag variabel. Vrouwtjes die in
de koelere klimaatzones opgroeien blijken opvallender tekening op hun
vleugels te hebben (met name in het, voor mensen niet zichtbare,
UV-bereik) dan de mannetjes en ook dan de vrouwtjes uit de warmere
streken. Ook het gedrag is heel anders: ze zijn zelf veel actiever in
het versieren van mannetjes. Ze tonen hun felgekleurde bovenvleugels en
proberen daarmee de mannetjes te verleiden. In de warmere gebieden
hebben de vrouwtjes een veel passievere houding en wachten ze tot
mannetjes het initiatief nemen.
Tekening: Yale Daily Bulletin
De onderzoekers gaan ervan uit dat in de minder gunstiger klimaatzones
vrouwtjes veel langer moeten leven om al hun eitjes op de juiste plaats
af te kunnen zetten. In warmere gebieden kunnen vrouwtjes veel meer en
beter vliegen en kunnen ze in minder tijd toch zorgen voor voldoende
nageslacht. Omdat mannetjes, met hun sperma, ook voedingsstoffen
leveren is het voor een `koel' vrouwtje goed om met zoveel mogelijk
mannetjes te paren. Daarvoor gaan ze dus actief op de versiertoer. Lees
hier (Engelstalig) over het onderzoek op de site van Yale University.
De Vlinderstichting