Vrije Universiteit Amsterdam
Vertaalde vragenlijsten voor allochtone kankerpatienten
* Startdatum: 28-01-2011
* Tijd: 13.45
* Locatie: Aula
* Titel: Quality of life assessment among Turkish and Moroccan cancer
patients in the Netherlands. Translation and validation of
questionnaires
* Spreker: R. Hoopman
* Promotor: prof.dr. N.K. Aaronson
* Onderdeel: VU medisch centrum
* Wetenschapsgebied: Medisch
* Evenementtype: Promotie
Rianne Hoopman deed onderzoek naar de vertaling en validatie van vier
kwaliteit-van-leven vragenlijsten in het Turks, Marokkaans-Arabisch en
Rifberbers voor gebruik in onderzoek bij kankerpatiënten in Nederland.
Tal van gezondheidsorganisaties en universiteiten maken inmiddels
gebruik van haar vertaalde Turkse en Marokkaanse vragenlijsten en
praktische adviezen voor de opzet van een onderzoek onder allochtonen.
Het aandeel Turkse en Marokkaanse kankerpatiënten groeit naarmate de
eerste generatie die in de jaren 60 en 70 naar Nederland kwamen, ouder
wordt. Zij worden echter vaak uitgesloten van onderzoek omdat zij de
Nederlandse taal onvoldoende beheersen en er nog geen vertaalde en
gevalideerde vragenlijsten beschikbaar zijn. Hierdoor kunnen de
gevolgen van kanker en de behandeling op de kwaliteit van leven niet in
deze groepen bepaald worden. Hoopmans onderzoek, dat werd gefinancierd
door het KWF, maakt toegang tot onderzoek mogelijk. De praktische
bruikbaarheid van de mondeling afgenomen vragenlijsten bleek goed en de
kwaliteit van de vertaalde vragenlijsten bleek vergelijkbaar met de
originele vragenlijsten.
Problemen ontstonden vooral bij analfabete oudere patiënten: Zij hadden
vooral moeite met het antwoorden in vaste antwoordcategorieën,
antwoorden op vragen over het lopen van diverse afstanden uitgedrukt in
kilometer of meters en het geven van een cijfer voor hun algemene
gezondheid. Dit vereist een bepaalde mate van onderwijs. Ethische
dilemma's in het onderzoek ontstonden doordat allochtone
kankerpatiënten niet altijd op de hoogte zijn van hun diagnose,
behandeling en prognose. De interviewers kwamen in rolconflict, omdat
zij uitgenodigd werden of geneigd waren aanvullende informatie aan de
patiënt te vertellen, wat in strijd is met hun rol als interviewer.
In het onderzoek van Hoopman zijn tevens Nederlandstalige naasten,
familieleden, van allochtone kankerpatiënten gevraagd dezelfde
kwaliteit-van-leven-vragenlijsten in te vullen als de patiënten, op de
manier zoals ze verwachtten dat de patiënt zou antwoorden. De naasten
blijken op groepsniveau de kwaliteit van leven van patiënten redelijk
te kunnen inschatten, met uitzondering van de pijn, die door naasten
systematisch wordt onderschat. Op individueel niveau ofwel een op een
is de overeenstemming zeer matig: er bestaat een risico van 25% dat de
naaste twee of meer antwoordcategorieën, op een totaal van vijf,
afwijkt van die van de patiënt. Bijvoorbeeld dat de patiënt milde pijn
aangeeft terwijl de naaste ernstige pijn aangeeft. Dit heeft gevolgen
voor de arts, die er niet van kan uitgaan dat de informatie van de
naaste over de patiënt juist is ingeschat.
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam