Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
Utrecht, 27 januari 2011
Peuters niet in onderwijs
Met verbazing hebben MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, MOgroep Kinderopvang en de Branchevereniging ondernemers in de kinderopvang kennis genomen van de plannen van minister Van Bijsterveldt voor een experiment met Startgroepen op basisscholen. De branche is voor goede samenwerking en optimale aansluiting van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang op het onderwijs. Er zijn de afgelopen jaren grote stappen gezet met Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) met bewezen effectieve programma's. Ouders wordt geleerd hoe ze taal- en gedragachterstanden kunnen voorkomen en hun kind goed moeten opvoeden. Maar wat heeft de minister precies voor ogen als 2,5-jarigen onder 'inhoudelijke verantwoordelijkheid van het onderwijs' gaan vallen? Nieuwe experimenten die bestaande kennis en vaardigheden overboord zetten, zijn weggegooid geld. Versterking van wat al in gang is gezet, is efficiënter.
Versterk infrastructuur
De MOgroep en de BKN pleiten dan ook voor verdere versterking en ontwikkeling van de bestaande infrastructuur van voorzieningen voor 0-4 jarigen, en de doorlopende leerlijn naar het onderwijs. MOgroep en BKN zetten vraagtekens bij de door de minister veronderstelde voordelen van HBO-begeleiders en de fixatie op verhogen van prestaties door het aanpakken van taalachterstand onder verantwoordelijkheid van basisonderwijs.
Verbeteren samenwerking
MOgroep W&MD, MOgroep Kinderopvang en de BKN vinden dat bij deze leeftijdsgroep taalachterstand vermeden en opgeheven moet worden, maar dat daarbij 'Spelend leren' het belangrijkste uitgangspunt moet blijven. Welkom zijn dan ook experimenten ter verbetering van de inhoudelijke samenwerking tussen voorschoolse voorzieningen en scholen.
Prestaties
In het voorstel van Van Bijsterveldt wordt echter de nadruk gelegd op het vergroten van prestaties. Op die leeftijd is dat weinig productief omdat 2,5 jarigen daar in hun ontwikkeling nog niet aan toe zijn. Actieve taalverwerving door de dag heen en voorkomen van gedragsproblemen is echter wel essentieel. Op deze leeftijd leren kinderen vooral veel van elkaar. Voorscholen, peuterspeelzalen en kinderopvang stimuleren kinderen daar op alle mogelijke contactmomenten in deze ontwikkeling.
Meer dan taalachterstand
Achterstandsproblemen beperken zich niet tot taal alleen. Het veld geeft daarom naast taalverbetering ook opvoedondersteuning. Ouders wordt geleerd om hun kinderen te stimuleren met spelen, voorlezen en in gedrag. Het versterken van die eigen kracht is van wezenlijk belang om achterstand echt aan te pakken. Dat doen peuterspeelzalen, kinderopvang, brede scholen en welzijnsorganisaties.
Wet OKE en VVE
In de Wet OKE is veel ruimte gemaakt voor Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE). De harmonisatie tussen peuterspeelzaalwerk en de kinderopvang is al nadrukkelijk in de praktijk in gang gezet. Het bereik van VVE is vergroot, de kwaliteit is verbeterd en er zijn bewezen effectieve VVE-programma's. 80% van de kinderen gaat nu al naar de kinderopvang of peuterspeelzalen en krijgt VVE indien nodig.
Combineer MBO-ers en HBO-ers
Alleen inzet van HBO-geschoolden is niet passend voor de taken en werkzaamheden die bij de groep 2 tot 4-jarigen hoort, en erg duur. Er zijn zorgtaken die door MBO-ers gedaan kunnen worden. Een combinatie van HBO-ers en MBO-ers is beter. Kortom: investeer in bestaande voorzieningen en samenwerking om de 20% van de kinderen die geen VVE krijgen maar dat wel nodig hebben, te bereiken.
Structuur al aanwezig
Er wordt lokaal al veel samengewerkt met basisscholen zodat VVE-kinderen èn hun ouders (opvoedondersteuning) doorlopend extra begeleid worden. In veel gemeenten nemen peuterspeelzalen en kinderopvang al deel aan het overleg met de gemeente en scholen om achterstand bij kinderen te voorkomen en te bestrijden. Ook daar is geen structuurwijziging voor nodig.
Inhoudelijke samenwerking
Veel belangrijker is de inhoudelijke samenwerking waarbij peuterspeelzalen en kinderopvang leren van onderwijs en omgekeerd. Onderwijs weet meer van educatie, maar de peuterspeelzaal en kinderopvang weten meer van ontwikkeling door spel en het betrekken van ouders en de omgeving. Inhoudelijke samenwerking is nodig voor de doorgaande lijn van de voorschoolse voorzieningen peuterspeelzalen en kinderopvang naar de school.
Ingezonden persbericht