Algemene Onderwijsbond

27-01-2011

Verschilt de Cito-normering per jaar?

Toetsfabriek Cito heeft de afgelopen jaren de oude toetsen voor het leerlingvolgsysteem vervangen. Met de nieuwe toetsen is wat curieus aan de hand, vindt een Tilburgse intern begeleider. Op de Jan Ligthartschool Rendierhof behoorden drie verschillende groepen 5 het ene jaar nog tot de 25 procent hoogst scorende leerlingen in Nederland bij spelling, het daaropvolgende jaar scoorden dezelfde leerlingen ruim onder het landelijk gemiddelde.

Om de prestaties van leerlingen goed in de gaten te houden worden zij elk jaar op twee momenten door de mangel gehaald: in januari/februari maken zij diverse Cito-toetsen, net als aan het einde van het schooljaar. Het Cito heeft de afgelopen jaren de toetsen voor het leerlingvolgsysteem vervangen. Terecht, vindt intern begeleider Guido van Muijen van de Tilburgse Jan Ligthartschool Rendierhof. Toetsen verouderen nu eenmaal. Maar met de nieuwe toetsen is iets curieus aan de hand, ontdekte hij.

Bizarre constructies
Van Muijen: "Op verschillende momenten in de schoolloopbaan moet een kind hetzelfde percentage vragen juist beantwoorden om door het Cito in hetzelfde niveau ingedeeld te worden." Maar wanneer Van Muijen de percentages bij de onderdelen woordenschat, spelling en begrijpend lezen met elkaar vergelijkt, stuit hij op bizarre constructies.

Neem spelling. Om halverwege groep 3 in niveau B terecht te komen (wat staat voor `ruim voldoende' tot `goed'), moet een leerling 84 procent van de vragen correct beantwoorden. Halverwege groep 4 moet 74 procent van de opgaven goed gemaakt worden voor een B-score. Maar eind groep 4 is dit slechts 66 procent. Eind groep 5 moet weer 72 procent goed beantwoord worden. En halverwege groep 6 maar liefst 83 procent.

Door deze normering kelderde het gemiddelde niveau van drie verschillende groepen 6 op de Jan Ligthartschool Rendierhof vorig schooljaar van niveau A in de groepen 4 en 5, naar een krap C tot een hoog D-niveau in groep 6. Als een kind een D of E-score behaalt, komt het in de gevarenzone en dit is reden tot extra aandacht.

Ten onrechte afgerekend op dalend niveau
Van Muijen: "We hebben ons afgevraagd of het gemiddelde niveau zo daalde door de methode. Dat was niet het geval: dezelfde methode werd gebruikt. Ook aan de leerkracht kon het niet liggen, want de niveaudaling werd geconstateerd bij drie groepen met verschillende leerkrachten." Hij analyseerde de toetsen en kwam tot de conclusie dat de vreemde opbouw in percentages van goed te beantwoorden vragen, waarschijnlijk de oorzaak was.

Van Muijen stuurde over zijn ontdekking een mail naar het netwerk van Tilburgse Intern Begeleiders. Wat bleek? "Veel ib'ers die ik benaderde, hadden dezelfde ervaringen. Kinderen worden ten onrechte afgerekend op een dalend niveau en één school was door de Onderwijsinspectie afgerekend op het dalende spellingniveau."
(LD) Het volledige artikel staat in het Onderwijsblad nr 2 van 29 januari 2011

Bekijk de tabellen die Guido van Muijen heeft opgesteld: een overzicht van het percentage vragen dat goed beantwoord moet worden om in de verschillende Cito-niveaus ingedeeld te worden. Ook vindt u hier de reactie van het Cito.
Zie het origineel