Belgische Federale Overheid
Dagen
Toespraak van Minister van Defensie De Crem op de Diplomatieke Dagen
Datum: 24 januari 2011
Excellenties, Excellences,
Dames en heren, Mesdames et Messieurs
2010 was voor Defensie een zeer intensief jaar.
2010 hield ook het einde van een legislatuur in - ietwat onverwacht en
prematuur, zeker, maar ik denk dat we er met een enige voldoening op
kunnen terugblikken.
Over de hervorming van Defensie, het plan De Crem heb ik u vorig jaar
al gesproken; ook over onze visie om weer de nadruk te leggen op de
kerntaken van ons leger, nl de bijdrage aan de vredesoperaties. En, ja.
Onze plaats binnen de internationale instellingen die voor ons van
levensbelang zijn - ik bedoel de VN, de EU en de Navo - die hebben we
opnieuw verdiend, ze wordt ons weer gegund. Dat is het resultaat van
aanhoudend werk, het aanvaarden en opnemen van onze
verantwoordelijkheden en de verbetering van de slagvaardigheid.
De rol die U allen - als opvolgers van Sylvain Vandeweyer - daarin
speelt en uw werk is uiterst belangrijk: wat we ook doen, we zullen het
nooit 100% allèèn kunnen verwezenlijken. Uw informatie, hulp en
deskundigheid bij de realisatie van onze objectieven, de positiverende
presentatie van ons land en onze doelstellingen, zijn de echte troeven
voor ons beleid en de verwezenlijking van ons beleid.
In ons aller toepassingsveld waren het hoogtepunt van 2010 ongetwijfeld
ons EU Voorzitterschap, geen gemakkelijke taak maar wel belangrijk, en
de Navo-Top van Lissabon. Beide dossiers zullen heel wat opvolging
vergen in de loop van dit jaar.
Excellences, Mesdames, Messieurs,
En matière de sécurité et de défense, le traité de Lisbonne redessine
le paysage. La Haute Représentante Cathy Ashton est aux commandes ;
c'est le traité qui le dit ! C'est pourquoi, nous avons toujours
présenté notre « non-présidence » comme «Belgium in support of Lady
Ashton ».
Il est vrai que la Haute Représentante combine des tâches
`herculéennes' et qu'elle a du gérer énormément de dossiers avec l'aide
d'un personnel extrêmement limité. Cette période devrait être
aujourd'hui révolue avec l'avènement du Service Européen d'Action
Extérieure (SEAE).
Sa mise en oeuvre fut (à juste titre) la priorité de Lady Ashton
pendant l'année 2010, ce qui eut inévitablement des conséquences sur le
temps disponible pour la PESC, et en particulier pour la politique de
sécurité et de défense (obviously not her cup of tea !!).
Pour la Belgique, état fondateur de l'Union européenne, il était
impensable que cet espace ne soit pas occupé, que la défense soit
remise aux calendes grecques, ou pire, au congélateur.
La sécurité et la défense sont parmi les principaux acquis du nouveau
traité et en outre des domaines par excellence où les citoyens de
l'Union attendent beaucoup des institutions européennes. L'opinion
publique européenne ne comprend pas que l'Union européenne ne soit pas
un acteur diplomatique fort et respecté, y compris au niveau de la
défense. Ce même état d'âme est partagé par le Parlement.
De Europese Unie heeft vandaag een strategisch concept, hoewel ik moet
toegeven dat die niet heel indrukwekkend is. Bovendien is het volop
bezig met de uitbouw van de nodige instellingen en mechanismen om deze
strategische visie gestalte te geven en uit te voeren.
Zonder twijfel zijn de verschillende vredesoperaties van de EU de meest
zichtbare ontwikkeling ervan. Atalanta is er een treffend voorbeeld
van. Maar ook hier ligt de uitdaging nog voor ons.
De unie heeft dus een belangrijke stap gemaakt als `security provider',
een stap die nodig was om onze belangen te verdedigen en om onze
waarden te bevorderen.
Maar ondanks deze prestaties moeten we vaststellen dat Europa er nog
niet is, dat heelwat extra inspanningen vereist zijn om de
gerespecteerde, betrouwbare en belangrijke speler te worden op
internationaal vlak. Wij waren ervan overtuigd dat het voorzitterschap
van de EU een uitstekende gelegenheid was om een constructieve bijdrage
te leveren.
Onze doelstelling was dus om een bij voorkeur onomkeerbare bijdrage te
leveren aan de uitvoering van het Verdrag van Lissabon.
Er was, vooreerst, de uitwerking van de Comprehensive Approach. Deze
aanpak is een belangrijke troef van de EU om complexe crisismomenten
en bedreigingen aan te pakken. De mogelijkheid van een samenhangende
aanpak, een combinatie van verschillende beleidsmiddelen (civiele en
militaire) is een sterke specificiteit van de Unie. Inderdaad, we
beschikken over alle instrumenten en middelen voor dergelijke
"comprehensive" benadering; en we hebben voorlopig nog een soort
monopolie. Onze grootste uitdaging ligt ook hier voor ons, zodat we in
een zeer nabije toekomst een coherent en gestructureerd mechanisme
kunnen aanbieden, uitgebouwd en getest, inzake het concipiëren en het
uitvoeren op het terrein, in de "theaters", zoals wij het (moeten)
noemen in militaire termen!
Dit is een taak dat in eerste instantie door BZ wordt behartigd; maar
het is mijn innige overtuiging, als Minister van Defensie, dat civiele
crisisbeheersing bijna altijd beroep zal doen op militaire capaciteiten
of militaire steun. Dit zal hun 'civiele' aard niet veranderen.
De Civ/mil benadering, de comprehensive approach is een "unique
selling prosition" van Europa.
Maar, onderschat deze uitdaging niet; onze window of opportunity is nu
open.
Het feit dat de NAVO een kleine eenheid voor de coördinatie van
"Stabilisatie en Renconstructie"-inspanningen aan het samenstellen is,
moet voor ons een belangrijke stimulans zijn om hen, binnen een korte
termijn, het juiste antwoord te kunnen geven. Nu nog kunnen we ervoor
zorgen dat we een effectieve, nuttige en gerespecteerde partner worden,
een onmisbare partner voor Navo, maar ook voor de VS; en omgekeerd ook,
een partner waarmee de VS bereid zijn om samen te werken, waarop het
beroep kan doen.
Over de solidariteits- en wederzijdse-bijstandsclausule zal ik het dit
jaar niet hebben. We staan niet onder druk om die concepten nu te
ontwikkelen, we moeten wat tijd nemen om na te denken over de beste
manier om hen een specifieke inhoud te geven die past bij de eigenheden
van de EU; we moeten niet overdoen wat nu reeds door de NAVO wordt
gedaan.
Tenslotte biedt het Verdrag perspectieven om militaire samenwerking te
ontwikkelen in het kader van de EU. De permanente gestructureerde
samenwerking (Pesco) is een belangrijk element, een maatstaf van de
hoge ambitie van de schrijvers van het Verdrag van Lissabon. Dit
mechanisme kan leiden tot een nieuwe dynamiek inzake Europese
defensiecapaciteit.
Tijdens ons voorzitterschap werd de lijn van het Spaanse
voorzitterschap doorgetrokken; zijn we doorgegaan met de voorbereidende
werkzaamheden om de gemeenschappelijke denkoefening verder te doen
rijpen en om het begrip te bevorderen van de mogelijke toegevoegde
waarde dat dit mechanisme zou kunnen bieden. Het concept is nog niet
rijp voor besluitvorming; extra inspanningen zijn nodig om een
politieke consensus te bereiken. Ik wil de PolMil-diensten van BZ en
Defensie hier uitdrukkelijk bedanken, want ze hebben bijzonder nuttig
werk geleverd.
En tenslotte, het onderwerp dat het zwaartepunt is geworden van onze
informele vergadering, van het Voorzitterschap gezien vanuit Defensie:
de ontwikkeling van capaciteiten. Op dit moment is de idee van
"pooling en sharing" centraal in deze discussies. Sommigen menen dat
deze vorm van samenwerking mogelijkheden biedt in minder gevoelige
gebieden, zoals de logistiek of opleiding. Maar voor mij is het
duidelijk; we moeten onze reflexie over de verschillende mogelijkheden
van samenwerking niet beperken. Inhoud is belangrijk, niet de vorm, en
de open benadering van de samenwerking, zodat een succesvolle formule
van samenwerking uitgebreid kan worden tot nieuwe partners of herhaald
kan worden door anderen.
Le développement des capacités militaires aura été la contribution
essentielle de la Présidence belge du Conseil de l'Union européenne en
matière de Défense. En effet, partant du constat que dans tous les
Etats-membres, de sévères restrictions budgétaires sont à l'ordre du
jour et que le domaine de la Défense en est souvent une des premières
victimes, le paradoxe suivant apparait : d'une part, la communauté
internationale et les citoyens attendent de l'UE qu'elle prenne sa
place comme acteur de sécurité responsable et efficace. Mais d'autre
part, comment répondre à cette attente avec des budgets de défense en
forte baisse et donc, en bonne logique, des capacités moindres ?
J'ai donc eu à coeur de m'atteler à une réflexion profonde et osée sur
le développement des capacités militaires. Or, on sait combien l'idée
d'une armée européenne est loin d'être mûre. Elle ne nous est
d'ailleurs ni utile, ni nécessaire à ce stade. L'Europe de la Sécurité
et de la Défense s'inscrit toutefois dans un souci de coopération
toujours plus étroite, contribuant ainsi à la PESC. Les questions que
nous devons dès lors aborder dans le contexte de crise économique et
budgétaire concernent la contribution que nous pouvons apporter à
l'idée de `plus' de coopération européenne, à la réalisation la plus
efficace possible de nos investissements nécessaires, et au besoin de
se consulter et se coordonner systématiquement afin de ne pas tous
couper les mêmes programmes de recherche ou d'équipement.
De Informele Top van de Ministers van Defensie van de EU in Gent op 23
en 24 september heeft in zeer bijzondere omstandigheden plaats gevonden
gezien Lady Ashton, de Hoge Vertegenwoordigster voor GVDB niet fysiek
aanwezig was, ofschoon ze ons via de straalverbinding toch nabij was.
De Top was gefocused op een politieke discussie over de mogelijke
manieren en potentiële domeinen voor verdere uitbreiding van
multinationale samenwerking inzake capaciteiten. Ik wenste absoluut te
vermijden dat de Ministers hun voorbereide standpunten zouden aflezen.
Het was mijn bedoeling een zeer informele en een politiek diep
verankerde vergadering te hebben. En dat is gelukt!
Tijdens het debat hebben de Ministers duidelijk hun wil uitgedrukt om
pooling, sharing en andere mogelijkheden van samenwerking en
specialisatie verder te onderzoeken.
Ik heb tevens uit de gedachtenwisseling onthouden dat er een nood, een
vraag is naar een verbeterd politiek kader, waarbinnen alle bestaande
en toekomstige samenwerkingsvormen hun beslag kunnen vinden, en aldus
bijdragen tot een gemeenschappelijke visie voor ons veiligheids en
defensiebeleid.
Vermits er substantiële overeenstemming bestond over die nood aan een
algemene politieke visie en richting voor de ontwikkeling van onze
samenwerking inzake capaciteiten, heb ik toen verwezen naar het "Ghent
Framework".
In de informele vergadering werd nog duidelijk gemaakt dat er meer
`strategische' inbreng gewenst wordt van het EDA, dat in deze zaken een
grotere rol kan spelen.
Enfin, les 27 Ministres de la Défense de l'Union européenne se sont
retrouvés, pour la première fois en session formelle du Conseil
Affaires étrangères en format défense, le 9 décembre dernier sous la
présidence de Lady Ashton cette-fois-ci. Nous nous sommes mis d'accord
pour accélérer notre coopération dans le domaine de la défense et plus
particulièrement celui du développement des capacités. Tous se sont
ralliés au « Ghent Framework (le cadre de Gand) » promouvant une
coopération plus accrue en matière de Défense, tout particulièrement
en ces temps de restrictions budgétaires.
Les ministres ont plaidé pour unir et partager les capacités de Défense
(appelé aussi « pooling and sharing »). La France et le Royaume-Uni ont
déjà commencé le travail en s'accordant à la mi-novembre. Mon collègue
Alain Juppé a même fait en passant une référence à l'Admirauté
Belgo-Hollandaise. Les accords signés sont la matérialisation de
nouveaux choix politiques.
Cette annonce était incontestablement un moment fort, mais notre souci
dans les années à venir sera d'inscrire et d'ancrer cette coopération
dans un cadre européen. Cet autre événement important et français des
derniers temps - le retour de la France dans la structure intégrée de
l'Otan - a également été présentée dans un fort contexte européen.
C'est une indication claire que plus de coopération semble être à
l'ordre du jour. L'amélioration de l'interopérabilité et un usage
optimal des moyens militaires plus limités sont clairement derrière cet
accord politique. La crise économique et budgétaire est la nouvelle
donne pour tous mais la crise est certainement et surtout une
opportunité.
Le Conseil a également chargé la Haute Représentante de lui faire un
rapport d'ici mi-2011 sur l'avancement des travaux qui contribueront à
identifier les domaines pouvant donner lieu à une mutualisation et à un
partage des ressources. Des mesures pourraient être prises en fonction
de ces propositions.
Plusieurs initiatives bilatérales et contributions à la réflexion ont
donc effectivement vu le jour ces derniers mois, entre autres le
document suédo-allemand. Celles-ci s'inscrivent expressément dans le
cadre de l'Informelle de Gand et devraient aider à créer une dynamique
propre à favoriser de nouvelles possibilités de coopération entre les
Etats membres.
***
De NAVO-Top van Lissabon in november, waarop o.a. het Nieuw Strategisch
Concept werd goedgekeurd, is ook éen van de grote momenten inzake
defensie van het afgelopen jaar.
Le Secrétaire général a qualifié ce sommet d'événement historique et je
ne peux qu'être d'accord parce que le succès de ce sommet était loin
d'être facile. De nombreux désaccords et défis à l'intérieur même de
l'Alliance devaient être dépassés: Il y avait des hésitations sur les
missions essentielles de l'Alliance, des visions différentes sur la
défense antimissile, sur le rôle des armes nucléaires, sur la stratégie
en Afghanistan et sur la façon de faire face à la Russie.
Personnellement, j'étais convaincu que le concept stratégique de 1999
était encore un texte valable et solide mais je crois qu'il était
important que les nouveaux Etats membres de l'OTAN puissent faire
partie du processus de rédaction du nouveau concept, ce qui ancre plus
profondément leur adhésion aux principes de l'OTAN.
Je crois que le Secrétaire Général de l'Otan a fait un travail
extraordinaire en présentant son projet, ayant trouvé l'équilibre
optimal entre les différentes questions à l'ordre du jour.
Ce fut important pour nous dans la question du désarmement nucléaire.
Certes, c'est une question sensible, mais également important. J'ai
plaidé tout au long des discussions sur le Nouveau Concept Stratégique
sur une poursuite de notre politique traditionnelle, soutenant
pleinement tous les efforts que nous menons depuis toujours en faveur
de la non-prolifération, mais évitant en même temps une dynamique
non-solidaire, qui ne nous mettrait rapidement dans une situation
intenable, mais pouvant provoquer également un nouveau débat dans
l'opinion publique comme dans les années 80. En wie wil dat ? De
werkzaamheden voor de uitvoering van het Concept en de verklaring
zullen in eenzelfde geest moeten gevoerd worden. En we zullen de VS en
Rusland moeten aanmoedigen, nu dat het nieuw Startverdrag geratificeerd
wordt, om door te werken met het oog op ambitieuse vooruitgang inzake
ontwapening, in het bijzonder nucleaire wapens.
De tweede beslissing die voor ons van bijzonder belang was, is die over
de `Transformatie' van de Navo. De herziening van de `Command
Structure' van de Navo, van de hoofdkwartieren dus, en die van de
Agentschappen, is voor ons van rechtstreeks belang, inzake
Internationale aanwezigheid in ons land, inzake tewerkstelling en
inzake begroting. Want deze herziening gebeurt tevens in het kader van
de krimpende begrotingen en de prioritaire bestedingen aan capaciteiten
en operaties. Maar zoveel is duidelijk: wat de Navo niet meer zal
betalen, dat zullen de `Host Nations' moeten bijpassen. Een moeilijke
discussie, bijna afgerond, en die de discussie over de geografische
verdeling van het kleiner aantal Commandoposten en Agentschappen zal
voorafgaan.
La discussion sur la défense antimissile ne fut pas vraiment difficile
pour nous. Certains approchent la question d'une façon quasi
philosophique, la percevant soit comme un instrument de dissuasion,
soit comme une capacité de défense. Pour moi, cette Défense antimissile
n'est plus le fils ou le petit-fils de Star Wars ; depuis qu'on a
abordé la question `bottom-up », il s'agit surtout d'un développement
des capacités anti-aériennes. Cette capacité suivra, ou encouragera le
développement technologique. Nous n'avons plus ce genre de matériel, et
la seule question qui se posera tôt ou tard sera celle de la
participation dans un effort plus ou moins collectif, au niveau de
l'Otan ou - pourquoi pas - celui de l'UE.
Les chefs d'Etat et de gouvernements, en présence du Secrétaire général
des Nations Unies Ban Ki-Moon, le président du Conseil européen Van
Rompuy et le président de la Commission Barroso, ont confirmé leur
engagement pour l'opération de la FIAS en Afghanistan. Ils ont approuvé
une phase suivante dans le processus qui doit conduire, avant la fin de
2014, à une situation où les Afghans sont responsables de leur propre
sécurité et où la FIAS ne remplit plus qu'un rôle de soutien. En outre,
ils ont approuvé un partenariat à long terme entre l'OTAN et
l'Afghanistan pour la période après 2014. Le message au président
Karzaï a été très clair: il doit travailler sérieusement sur la bonne
gouvernance, lutte contre la corruption et le trafic de drogue.
Le sommet avec la Russie représentait un nouveau départ dans les
relations OTAN-Russie. Le désir d'avoir un véritable partenariat
stratégique a été clairement exprimé. Les Etats membres de l'OTAN
doivent en quelque sorte, et surtout en ce qui concerne les nouvelles
menaces, faire face aux mêmes défis et ils partagent les mêmes intérêts
que la Russie.
Ce fût un moment particulier, où pour la première fois la Russie a été
invité avec les alliés de l'Otan à réfléchir sur la protection de la
population et du territoire européen contre la menace des missiles
balistiques. Elle y a, sans surprise, répondu favorablement, mais sur
un ton positivant qui a surpris plus d'un ; le Président Medvedev s'est
même référé à ses média, impliquant qu'il s'était fait influencer.
Il est fort important que cette coopération entre l'OTAN et la Russie
se déroule positivement, d'une façon mutuellement avantageuse. Cela va
requérir de nous tous une longue et difficile négociation, sans
complaisance ; une méthode à laquelle nous ne sommes pas habitués, ni à
l'Otan, ni à l'UE.
La question des conflits prolongés reste délicate et nous savons tous
ce qui est arrivé à Astana lors du Sommet de l'OSCE. Ces dossier, tout
comme la négociation CFE seront toutefois des indicateurs importants de
ce que nous pourrons faire, dans les années à venir, avec Moscou
Het nieuwe strategische concept weerspiegelt de noodzaak om een 'echte
strategisch partnerschap "te bouwen tussen de EU en de NAVO, wat België
van harte verwelkomde.
Maar,
Excellenties, Dames en Heren,
Als er een punt van kritiek mag geuit worden, dan is het wel de
volgende: de kleine plaats en het belang die aan de EU-NAVO
samenwerking gehecht werd en ik betreur het. Turkije was erg slim en
dwong de VS te kiezen tussen het boeken van resultaten op het gebied
van Missile Defense, dan wel op dat van de EU-NAVO-samenwerking. Voor
organisaties die 21 lidstaten gemeenschappelijk hebben, is dit
surrealistisch. We zullen onze inspanningen op dat vlak in de volgende
maanden en jaren moeten versterken.
Ook tijdens ons EU voorzitterschap hebben we het punt op de agenda
geplaatst. Zonder overdreven optimisme, want in dat dossier spelen we
geen echte rol; maar erop wijzen dat de huidige toestand onaanvaardbaar
is en faciliteren in de mate van het mogelijke is wel een plicht. De
werkzaamheden in de groepen zijn wel doorgegaan, en eerder vroeg dan
laat komt er hopelijk een doorbraak inzake uitwisseling van info en
documenten.
We hebben een EU-NAVO-bezoek aan het operationeel hoofdkwartier in
Northwood mee mogelijk gemaakt. En we waren de gastheer voor een
niet-geclassificeerde NAVO Counter IED demonstratie die we ook hoopten
te openen voor EU-lidstaten ook. Helaas, in beide gevallen bleek hoe de
politieke blokkades nog steeds een zware last uitoefenen zelfs op deze
erg elementaire initiatieven. Dat heeft bij mij kwaad bloed gezet.
Enfin, j'aimerais terminer en soulignant ce que la Défense fait sur le
terrain. Les opérations sont pour moi la raison d'être de la Défense.
En 2010, la Défense opérait tout d'abord en Afghanistan avec u maximum
de 626 militaires sur le terrain à l'heure actuelle à Kaboul où nous
assurons la sécurité de l'aéroport, à Kandahar où nos six F-16 font de
l'excellent travail et enfin à Kunduz où nos démineurs sont à l'oeuvre
et où nous formons également un bataillon et une brigade afghane.
102 militaires belges sont également présents au Liban dans la cadre de
l'opération BELUFIL ; 161 militaires en mer au profit de l'opération
Atalante et je tiens à souligner le professionnalisme des militaires à
bord du Louise-Marie qui vient de terminer une mission de 3 mois.
Terloops : Lady Ashton is nu begonnen met de voorbereiding van een
grote strategie voor de Hoorn van Africa : dit is m.i. van groot
belang, niet enkel omdat we allen weten dat de fundamentele oplossing
niet op zee, maar aan land moet worden bewerkstelligd; ook omdat het
gebrek aan wettelijk kader voor de opvang van de piraten op termijn de
geloofwaardigheid van Atalanta zal ondergraven.
Nous sommes également actifs en RDC dans le cadre de la Monusco, sans
oublier nos 3 militaires, un peu gelés, de la Base polaire Princesse
Elisabeth. La Défense était engagée dans des partenariats en Afrique
Centrale (RDC, Burundi, Rwanda) et au Bénin.
Depuis 3 ans, j'ai effectué régulièrement des visites aux troupes en
opérations et je m'entretiens avec le plus grand nombre de personnes
possibles. Ce sont les gens du terrain qui connaissent le terrain. Ce
sont les gens des états-majors qui doivent veiller à maximaliser les
opérations. C'est enfin moi qui en aie la responsabilité. J'ai compté
4372 épées de Damoclès au-dessus de ma tête au courant de l'année 2010
!
Je suis fier de nos militaires, comme tout le peuple belge doit l'être.
Je suis très satisfait d'avoir pris le chemin des opérations en tant
qu'élément essentiel pour la Défense. La défense devra continuer sur
cette voie. Certainement basée sur le fait que son nouveau "core
business" correspond à ce que le contribuable attend de son armée. La
Défense a reconquis sa place dans le débat publique comme au sein des
Institutions internationales. Nous devrons continuer sur la même voie;
tout affaiblissement de cette ligne nuirait en premier lieu notre
position diplomatique.
L'année 2011 s'annonce pleine de nouveaux défis, certainement dans le
cadre des opérations où plusieurs évaluations seront effectuées. Je
pense à l'opération Atalante qui devrait s'ancrer dans la stratégie
européenne pour la corne de l'Afrique promise par la haute
Représentante (une stratégie qui devra être l'expression de la «
comprehensive approach et devra être ambitieuse) et à son lien avec
l'opération parallèle de l'OTAN Ocean Shield.
L'évolution de l'action de l'Union européenne en RDC demandera
également toute notre attention en cette année d'élections, ainsi que
l'opération EUPOL en Afghanistan. Enfin, la question d'une éventuelle
mission européenne au Sahel se posera sûrement, le récent meurtre des
deux français à Niamey confirmant une fois de plus combien la menace de
l'AQMI (Al Qaeda au Maghreb Islamique) est réelle.
Vous voyez, nous sommes doucement sevré de notre Présidence Européenne,
mais le Programme en matière de Sécurité et de Défense pour cette
nouvelle année est loin d'être insignifiant ou maigre.
2010 a aussi été l'année de 3 grands événements :
l' éruption de l'Eyjafjallajokull qui nous rappelle que nous sommes
constamment à la merci de phénomènes naturels, certains moins agréables
que d'autres, et que tous ne peuvent pas être solutionnés ou tempérés
par Bfast ou EUfast
Wikileaks, qui risque d'influencer la façon dont vous rapportez vos
informations et vos commentaires sur les hommes politiques. Je vous en
prie, ne vous laissez pas impressionner !
Et le Vuvuzella, que nous devons définitivement limiter aux terrains de
football ; je vous assure, en diplomatie et politique internationale,
cela n'apporte rien de bon. Dus liefst geen getoeter, dat toch niets
opbrengt.
Nogmaals dank ik u voor uw inbreng en inzet in al deze dossiers, en
vraag u derhalve ook eenzelfde inspanning voor het komende jaar.
Mag ik de gelegenheid gebruik maken om voor uzelf en de familie de
beste wensen voor dit nieuwe jaar te herhalen.