Modernisering bedreigt Monumenten
Amsterdam, 20110126 -- Nieuwe regels in de monumentenzorg verhinderen gemeenten om een soepel, slagvaardig en gebiedsgericht monumentenbeleid te voeren. Tientallen gemeenten en de belangrijkste particuliere organisaties uit de Monumentenzorg hebben de Tweede Kamer reeds gewaarschuwd dat de voorstellen een bedreiging betekenen voor eeuwenoude gebouwen en gebieden. De Kamer vergadert op 31 januari over dit onderwerp. Ook de Federatie Welstand maakt zich zorgen.
Keurtuinen
De tuinen van de Heren-, Keizers en Prinsengracht in Amsterdam zijn nu nog fraai en groen. Dat komt doordat een `keur' uit de zeventiende eeuw het bouwen van tuinhuisjes en schuren daar verbiedt. Die keur is opgevolgd door een verordening, door de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht en sinds kort is de grachtengordel zelfs door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Werelderfgoed. De nieuwe rijksregel maakt nu een einde aan dat vier eeuwen oude beleid: in elke achtertuin mag een loods van 30 m2 worden gebouwd, plus een aanbouw van 2,5 meter aan de bestaande achtergevel. Dat kan de gemeente niet meer tegenhouden. Ook mogen er zonder vergunning dakkapellen worden geplaatst en zonnepanelen op die grachtenpanden.
Dat geldt niet alleen voor de Amsterdamse keurtuinen, maar voor alle 400 beschermde stads- en dorpsgezichten. Dit beleid treft de historische stadscentra, de mooie dorpjes en oude arbeiderswijken waarin de typisch Nederlandse cultuurgeschiedenis nog ongerept wordt bewaard.
Modernisering Monumentenzorg (MoMo)
De vermindering van regels is een van de drie maatregelen die het kabinet voorstelt in de Monumentenzorg. De andere twee zijn: gebiedsgerichte monumentenzorg, een manier om niet alleen de gebouwen, maar ook hun omgeving te beschermen zodat bijvoorbeeld voorkomen wordt dat flatgebouwen de wind wegnemen van oude molens en zodat het vrije schootsveld bij de Hollandse Waterlinie ook inderdaad onbebouwd kan blijven. En de laatste pijler is de herbestemming van oude gebouwen. Het gaat dan oom een nieuwe toekomst voor oude kerken,
kloosters, fabrieken en postkantoren die hun functie verliezen.
Dat zijn hele goede ideeën. De monumentenorganisaties juichen de modernisering ook toe, maar ze maken bezwaar tegen de manier waarop de regering er invulling aan geeft. In plaats van de eigenaar van een monument te helpen om zijn gebouw van binnen en van buiten verantwoord en met zo min mogelijk regels te onderhouden en gebruiken - geen vergunning als dat niet nodig is, bijvoorbeeld - moet de gemeente, op last van het rijk, het loket sluiten. De eigenaar moet zelf maar uitzoeken wanneer hij zijn monument in gevaar brengt, de overheid geeft niet thuis. Maar indien er per ongeluk monumentale onderdelen worden beschadigd of vernietigd, dan is er wel sprake van een wetsovertreding, met alle gevolgen van dien. Dat is niet alleen onbehoorlijk naar de eigenaar en de samenleving, het is bovendien in strijd met de Monumentenwet, die nu juist de verantwoordelijkheid voor monumenten bij de gemeente neerlegt.
Door de achterzijde van beschermde stads en dorpsgezichten niet langer te beschermen, door toe te staan dat eeuwenoude onderdelen van gebouwen vervangen worden door gloednieuwe (zolang ze er maar oud uitzien...) reduceert het kabinet de Monumentenzorg tot een toeristische attractie, in plaats van dat erfgoed wordt beschermd omdat het zo oud en uniek is.
De organisaties op het gebied van welstand en monumentenzorg hopen dat de Tweede Kamer ingrijpt voor het te laat is. Zij moeten gemeenten de kans geven om maatwerk te bieden, om monumenteneigenaars met kennis en advies bij te staan en om te voorkomen dat unieke onderdelen van onze geschiedenis bij het grof vuil belanden.
Nadere informatie:
Federatie Welstand,
Flip ten Cate, directeur, tel. 020-4124964 of 06-26558481