Gemeente Apeldoorn

PERSBERICHT

Apeldoorn, 26 januari 2011

Regio neemt Apeldoornse aanpak pooierboys over

De in Apeldoorn succesvolle aanpak van pooierboys krijgt een regionaal vervolg. De provincie Gelderland ziet in de 'Apeldoornse methode' een manier om ook in andere delen van Gelderland de jeugdprostitutie terug te dringen en heeft voor de uitbreiding van de aanpak 136.000 euro subsidie aan het NOG Veiligerhuis ter beschikking gesteld.

De Apeldoornse aanpak behelst een preventieprogramma gericht op ouders en scholen. Daarnaast is er het centrale meldpunt (0900) 500 70 70. Bij een melding gaat binnen 24 uur een coördinator aan de slag die het mandaat heeft van alle samenwerkende partijen. Er wordt ingegrepen op zowel slachtoffer als dader. Het Apeldoornse meldpunt zal nu een regionale functie krijgen.

"Jeugdprostitutie speelt zich af achter gesloten deuren, in een wereld van criminaliteit en illegaliteit", legt manager NOG Veiligerhuis Michiel Bruins uit. "Het gaat om jongeren onder de 18 jaar die niet thuishoren in de prostitutie en tegen misbruik door klanten of uitbuiting door pooiers beschermd moeten worden. Feitelijk is het mensenhandel", aldus Bruins.

Feiten en cijfers rondom jeugdprostitutie en pooierboys zijn slechts beperkt hard te maken door een gebrekkige registratie en een beperkte aangiftebereidheid. Landelijk gaat het om circa 1500 meisjes, de gemiddelde leeftijd waarop ze geronseld worden is 15,5 jaar. In principe kan iedereen het slachtoffer worden, maar meisjes die een traumatische ervaring hebben gehad, erg onzeker zijn, in een multiprobleem gezin wonen of een verstandelijke beperking hebben zijn vaker dan gemiddeld slachtoffer.