Rijksoverheid

Daling aantal voortijdig schoolverlaters zet door

Nieuwsbericht | 26-01-2011

Het aantal leerlingen dat in het schooljaar 2009-2010 voortijdig is gestopt met school is verder gedaald naar 39.600; 3.000 minder dan het jaar ervoor. Dat heeft minister Van Bijsterveldt (OCW) vandaag bekend gemaakt. Volgend jaar moet de uitval maximaal 35.000 per jaar bedragen, een halvering ten opzichte van 2002. Dit betekent dat er in het huidige schooljaar nog een vermindering van 4.600 voortijdig schoolverlaters gerealiseerd moet worden. Van Bijsterveldt: "In het voortgezet onderwijs en bij enkele mbo-instellingen zijn de resultaten goed. Dat bewijst dat het kan. De doelstelling is ambitieus, maar haalbaar als iedereen zich snoeihard inzet."

De aanpak om schooluitval te voorkomen heeft sinds 2002 ruim 100.000 extra jongeren met een startkwalificatie (diploma havo, vwo of minimaal mbo-diploma niveau 2) opgeleverd. Achter de daling van afgelopen schooljaar schuilt een grote dynamiek. Sommige regio's hebben goede resultaten van vorig jaar zien verdampen, andere hebben een forse stap vooruit gezet. De regio's met de vier grote steden weten hun resultaat van vorig jaar te verbeteren of vast te houden. Vooral regio Haaglanden valt op. Zij zijn er in geslaagd om het aantal voortijdig schoolverlaters sinds 2005-2006 met bijna 30 procent terug te dringen. "Ons geheim zit `m in de strakke uitvoering van de leerplicht, een warme overdracht naar het mbo en een gerichte begeleiding van zorgleerlingen" aldus wethouder Van Engelshoven van de gemeente Den Haag.

Koplopers

Bij de ROC's laten twaalf koplopers een daling van 25% of meer zien sinds 2005. Het betreft kleine en grote ROC's, buiten en binnen de Randstad. Een grote, succesvolle instelling is het Albeda College in Rotterdam (-25% sinds 2005). "Geven van voldoende zorg en begeleiding helpt de onderwijsteams jongeren binnen boord te houden. Daarnaast sturen we op resultaten door een adequate verzuimaanpak." Dit zijn volgens Renata Voss , voorzitter College van Bestuur van het Albeda College, de factoren waarom hun aanpak tot goede resultaten leidt. Het ROC van Twente weet de goede resultaten van vorig jaar vast te houden (-29% sinds 2005). "De resultaatgerichte convenantaanpak voor vsv, waarbij samengewerkt wordt tussen het ROC, vo-scholen, het Ministerie en de wethouders in de regio met een strakke verzuimaanpak en zorgondersteuning, heeft in Twente tot een goed resultaat geleid" aldus Hans Schutte, voorzitter College van Bestuur van het ROC van Twente.

Verzuimregistratie

Opvallend aan de nieuwe vsv-cijfers is dat bij teveel mbo-instellingen de resultaten achterblijven bij de gemaakte afspraken en de mogelijkheden die zij hebben om de ambities te verwezenlijken. Met name de stagnerende daling op de mbo-niveaus 3 en 4 is opmerkelijk. Juist deze jongeren geven relatief vaak aan dat "schoolredenen" de oorzaak zijn van hun uitval. Uit een eerste analyse van het aantal verzuimmeldingen bij het Digitaal Verzuimloket blijkt dat ruim de helft van de mbo-instellingen nog onvoldoende meldt en dus hun verzuimadministratie niet op orde heeft. Zolang mbo-instellingen nalaten verzuim volledig en adequaat te melden, blijft de kans op uitval groot."Elke school heeft simpelweg een wettelijke taak om spijbelgedrag van leerlingen te melden. Scholen die zich niet aan de wet houden, krijgen binnenkort de Inspectie op bezoek. Daarnaast wordt het binnenkort wettelijk mogelijk deze scholen te sanctioneren", zo kondigt Van Bijsterveldt aan. Binnenkort wordt een onderzoek gepubliceerd van de Inspectie van het Onderwijs naar het meldgedrag van scholen.

Zomerlek

Het voortgezet onderwijs behoudt de goede resultaten van vorig jaar, met name met betrekking tot het "zomerlek". Het aantal vmbo-gediplomeerden dat een succesvolle overstap maakt naar het mbo, neemt flink toe. Het aantal leerlingen dat niet overstapt naar het mbo is gehalveerd sinds 2005-2006. Het gaat nu nog om 3.100 leerlingen.

Topprioriteit

Het terugdringen van het aantal jongeren dat zonder diploma de schoolbanken verlaat is een van de topprioriteiten van dit kabinet. Om de economische groei op lange termijn veilig te stellen moeten zoveel mogelijk mensen zo hoog mogelijk worden opgeleid. Daarom is het zaak dat nog meer jongeren een startkwalificatie behalen. Jongeren mét een startkwalificatie hebben dubbel zoveel kans op een baan als jongeren zonder startkwalificatie. Bovendien blijkt uit cijfers dat jongeren zonder startkwalificatie vijf keer zo vaak verdacht worden van een misdrijf als jongeren met een startkwalificatie. Het kabinet Rutte streeft ernaar het aantal voortijdig schoolverlaters verder terug te dringen naar 25.000 in 2016. Er wordt de komende jaren fors geïnvesteerd om deze ambitie te bewerkstelligen. Specifiek voor mbo heeft dit kabinet EUR 150 miljoen vanaf 2013 structureel beschikbaar gesteld voor het bestrijden van schooluitval door intensivering van de onderwijstijd in het eerste jaar van het mbo, intensieve begeleiding en loopbaanoriëntatie en coaching. Verder is voor het realiseren van de doelstelling van 25.000 in 2016 jaarlijks EUR 80 miljoen beschikbaar.

De Tweede Kamer ontvangt half februari meer informatie over de nieuwe landelijke en regionale cijfers inclusief een vooruitblik hoe deze dalende trend voort te zetten.

Verantwoordelijk ministerie


* Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Zie ook


* Aanval op schooluitval

* twitter.com/minocw | twitter.com/minocw


* Aanval op schooluitval | Onderwerp | OCW

Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051