Rijksoverheid
Toespraak nieuwjaarsreceptie & jubilea Genootschap Onze Taal/Nederlandse
Taalunie
Toespraak | 26-01-2011
De nieuwjaarsreceptie van het Genootschap Onze Taal en de Nederlandse
Taalunie stond in het teken van hun 80- respectievelijk 30-jarig
jubileum. Tijdens deze feestelijke bijeenkomst kreeg taalwetenschapper
en -publicist Nicoline van der Sijs een Koninklijke Onderscheiding
uitgereikt door staatssecretaris Halbe Zijlstra.
Tachtig jaar Genootschap Onze Taal en dertig jaar Nederlandse Taalunie:
dat is wel een feestje waard. Maar hoe noem je die jubilea? 50 jaar is
goud, 25 jaar is zilver, dat weet iedereen. Maar 80 en 30 jaar? Het
antwoord op die vraag kon ik heel snel vinden. Natuurlijk op de website
van Onze Taal, onder het hoofdstukje Taaladvies op het trefwoord
jubilea, waar anders! Daar staat een complete lijst hoe alle jubilea
heten, van 14 dagen - dat is een papieren jubileum - tot en met 80
jaar, en dat is eiken, of plutonium. En 30 jaar wordt aangeduid met
ivoor, parel of parelmoer. Kortom: bij de voorbereiding van deze
toespraak werden het praktische nut en het belang van de website van
Onze Taal meteen bewezen. Maar ook de bezoekscijfers van Taaladvies.net
liegen er niet om. Deze website van de Nederlandse Taalunie, waaraan
ook Onze Taal bijdraagt, werd in 2010 maar liefst 3,5 miljoen keer
geraadpleegd! En het vaakst zocht men naar de juiste spelling van te
allen tijde. Altijd lastig. Natuurlijk doen uw jubilerende organisaties
veel en veel meer dan het beantwoorden van concrete taalvragen. Maar
dit zijn wél de activiteiten die voor het grote publiek heel zichtbaar
zijn, en waarmee u in een behoefte voorziet, getuige de cijfers. Er
zijn een heleboel mensen die willen weten hoe het zit. Hoe je een woord
spelt, wat het betekent, waar het vandaan komt. Het Nederlands leeft.
Kijk ook maar naar het succes van taalspelletjes op TV, en van het
Nationaal Dictee dat tot een van de mooiere decembertradities is
uitgegroeid. Instellingen als Onze Taal en de Taalunie kunnen
vanzelfsprekend niet bestaan zonder toegewijde wetenschappers.
Onderzoekers die bijvoorbeeld willen weten waarom een boek een boek
heet, en een pen een pen. Onderzoekers die zich afvragen waar die
lurven precies zitten, waar je iemand bij kunt pakken. Onderzoekers die
de ontstaansgeschiedenis en evolutie van een taal bestuderen. De
jubilerende organisaties mogen zich gelukkig prijzen met hun
onderzoekers die gedreven worden door een van de grootste deugden die
een wetenschapper kan hebben: nieuwsgierigheid. En zo iemand is hier
vandaag in ons midden. Een nieuwsgierig Aagje. En die naam is ontleend
aan de titel van een 17-eeuws kluchtig verhaal, uit 1655 om precies te
zijn: `Het nieuwsgierig Aagje.' Mag u driemaal raden waar ik die
wijsheid vandaan heb. Met Aagje bedoel ik Nicoline van der Sijs. Een
van onze meest prominente taalwetenschappers die haar kennis over
etymologie en historische taalkunde heeft neergeschreven in een
indrukwekkende serie boeken. Veel van uw boeken hebben een groot
publiek bereikt. En dat is niet verwonderlijk, want u weet
wetenschappelijk onderbouwde kennis - zeg maar gerust: `taaie kost' -
op zo'n manier te schrijven, dat vrijwel elke lezer het kan begrijpen
en gefascineerd raakt door de materie. Daarmee kom ik vanzelf bij een
van mijn stokpaardjes terecht: het naar buiten brengen van
wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappers hebben de taak - je mag best
van een plicht spreken - om veel en vaak te vertellen over hun werk, om
anderen daarvoor te enthousiasmeren en om zoveel mogelijk mensen van
hun vruchten te laten plukken. Dat is ook goed voor de wetenschap zelf,
want zodoende zorg je voor een breed maatschappelijk draagvlak. En dat
kun je wel overlaten aan Nicoline van der Sijs. Uw enorme lijst
publicaties getuigt van een indrukwekkende werkkracht. En u bent eigen
baas, niet verbonden aan een universiteit. Dat geeft u de volledige
vrijheid om uw eigen onderwerpen te kiezen, en uw eigen boeken te
schrijven. Toen een paar jaar geleden uw boek `Taal als mensenwerk'
verscheen, over de geschiedenis van het Nederlands, zei u hier zelf het
volgende over, ik citeer: "Ik doe dit werk vooral voor mezelf. Ik wilde
graag op een rijtje zien hoe het ABN is ontstaan, en toen ben ik zelf
maar begonnen." Einde citaat. Tja, zo heerlijk eenvoudig kan het leven
zijn, als je bent gezegend met het talent, de ijver en de
nieuwsgierigheid van een Nicoline van der Sijs. Taalhistoricus en
journalist Ewoud Sanders, die later op deze middag nog zal spreken,
schreef over u: "Het heeft mij altijd verbaasd dat Nicoline niet al
lang, onder luid gerammel met dikke geldbuidels, door een faculteit of
instituut is gevraagd om daar te komen werken. Maar Nicoline is zelf
een instituut: het Nicoline van der Sijs-instituut voor goede en
degelijke taalboeken. (...) Zij laat zich niet leiden door roem of
succes, maar door haar liefde voor de taal." Mooi gezegd. Ondanks uw
onafhankelijke, zelfstandige opstelling hoeft u het allemaal niet in uw
eentje te doen. Dankzij uw aanstekelijke enthousiasme en werklust
slaagt u er doorgaans in om vrijwilligers te vinden voor projecten, die
onderzoek door anderen mogelijk maken. Ik denk bijvoorbeeld aan het
digitaliseren van oude Bijbelteksten. Nadat in 2009 het laatste deel
verscheen van het vierdelige Etymologische Woordenboek van het
Nederlands (EWN) - u zat vanzelfsprekend in de hoofdredactie - nam u
het initiatief voor de Etymologiebank.nl. Geïnteresseerde
taalliefhebbers kunnen op deze website de herkomst van Nederlandse
woorden opzoeken. Daarnaast is het een onderzoeksinstrument voor
etymologen en andere taalkundigen. Bij de eerste uitgave (november
2010) stond er al informatie uit 20 woordenboeken op de site: en deze
database zal nog gestaag worden uitgebreid. Voor dit project wist u
tientallen vrijwilligers te vinden om woordenboeken te scannen en te
corrigeren. Zoveel mensen inspireren tot zoveel monnikenwerk: dat is op
zich al een grootse prestatie. Beste mevrouw Van der Sijs: "Het is
gezien. Het is niet onopgemerkt gebleven", om het met Reve te zeggen.
Hoewel de beide jubilerende organisaties van vandaag en met name Jaap
Engelsman heel goed weten, dat u niet dol bent op lofredes en
plechtigheden, wilden ze u toch graag in het zonnetje zetten. Ze
dachten dat u dit niet zo erg zou vinden, als het gebeurde onder
vrienden. Onder vrienden van de Nederlandse taal. Het is mij een
genoegen om u te kunnen meedelen dat het Hare Majesteit heeft behaagd u
een Koninklijke onderscheiding toe te kennen en u te benoemen tot
Officier in de Orde van Oranje Nassau. Ik zal u de daarbij behorende
versierselen nu opspelden.
Verantwoordelijk ministerie
* Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Zie ook
* Taal en rekenen | Onderwerp | OCW
* Wetenschap | Onderwerp | OCW
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051