SGP


Politiemissie Afghanistan

Nederland heeft, mede gezien wat er al gedaan is, een bijzondere verantwoordelijkheid in Afghanistan. We ontlopen die verantwoordelijkheid als we het bijltje er nu bij neergooien. Het is in het belang van de Afghaanse bevolking en tevens in het belang van onze eigen veiligheid dat Nederland bij blijft dragen aan meer stabiliteit en vrede in Afghanistan.

---

AO Afghanistan
26 januari 2011
Van der Staaij

Doelstelling
Dank voor de heldere en uitvoerige informatie, vragenbeantwoording, etc. inzake de nieuwe missie.

Voorzitter. We willen dat Afghanistan een stabieler en veiliger land wordt. Voor de toekomst van de Afghanen, maar ook om het internationaal terrorisme niet opnieuw een vernietigende uitvalsbasis te bieden. Dat is de doelstelling en daaraan heeft mijn fractie - sinds 11 september 2001, zo is het begonnen! - haar steun verleend.

Voorzitter. De huidige Nederlandse missie loopt af. Wat nu? Naar aanleiding van de motie-Peters/Pechtold â een dappere, constructieve motie â heeft de regering besloten een geïntegreerde politietrainingsmissie uit te voeren. De missie richt zich op de opleiding en training van civiele politie en versterking van de justitiële keten. En dit in een relatief veilige provincie; het betreft dus een wezenlijk andere missie dan in Uruzgan. De missie is erop gericht om op termijn de bijstand van de internationale gemeenschap overbodig te maken en Afghanistan op eigen benen te leren staan.

Een wenkend perspectief, maar is zij reëel? En wat is eigenlijk de toegevoegde waarde van de Nederlanders in Kunduz? De Duitsers zitten er ook al, met vergelijkbare trainingstaken. Is onze aanwezigheid in andere provincies niet meer vereist?
Daarnaast: uit onderzoeken blijkt, dat politietraining alleen resultaten oplevert als aan meerdere randvoorwaarden is voldaan. Zoals een adequate afstemming op de gehele justitiële keten, de inbedding in een lange-termijnaanpak, etc. Is aan die randvoorwaarden voldaan? Is het Navo-deel niet teveel gericht op het enkel en alleen trainen van agenten? Is het ook niet complicerend, dat de politiemissie plaatsvindt onder gezag van en via operaties van de EU, de NAVO én Duitsland? Coherentie in de aanpak lijkt een probleem te vormen. En kan training niet beter plaatsvinden door politietrainers uit omliggende, cultureel vergelijkbare landen? En hoe wordt voorkomen, dat na ons vertrek de resultaten verdampen? Ik krijg op deze vragen graag een reactie van de bewindslieden.

Opnieuw?
Voorzitter. De kardinale vraag of Nederland opnieuw een missie moet sturen is reëel. Ik zei al, dat Nederland erg veel heeft gedaan in Afghanistan. Dit heeft een grote wissel getrokken op onze krijgsmacht. Waarom dan steun overwegen voor een nieuwe, kostbare missie met alle risicoâs van dien?

De SGP zal een nieuwe missie in ieder geval niet steunen vanuit de gedachte, dat we er bijna zijn. Dat het een kwestie is van ânog even doorbijtenâ. We wisten vanaf het allereerste begin dat het werken aan stabiliteit en veiligheid in deze regio een zaak van lange adem is. De waarheid van deze stelling blijkt klip en klaar. De Taliban is bepaald geen verslagen tegenstander. Irreële wensdromen over het in een handomdraai realiseren van een democratie en rechtsstaat naar westers snit, lopen alleen maar uit in teleurstelling en cynisme. Idealisme is mooi, maar wensdromen zijn gevaarlijk. Het draait primair om het creëren van enige veiligheid en stabiliteit, met respect voor fundamentele rechten. Om de basisopbouw van een fatsoenlijke staat. Dit laat trouwens onverlet, dat mijn fractie met dankbaarheid de tot nu toe bereikte resultaten heeft gezien op het gebied van onderwijs, gezondheid, economie, etc.

Mijn fractie zal een nieuwe missie ook niet steunen op grond van het wel eens gehoorde argument, dat we moeten blijven meetellen in het internationale discours. Aanschuiven bij de G20 en hoge posities bij de NAVO zijn waardevol, maar daarvoor leggen we geen levens in de waagschaal. Overigens is er geen enkele reden om meesmuilend te doen over bondgenootschappelijke solidariteit.

De SGP-fractie staat ook niet positief tegenover een eventuele nieuwe missie, omdat wij zo onder de indruk zijn van de prestaties van de huidige Afghaanse regering. Er zijn ongetwijfeld goede daden te melden, maar bijvoorbeeld hun houding ten aanzien van bijvoorbeeld religieuze minderheden overtuigt niet en het tegengaan van corruptie schiet tekort.

Nee, de reden waarom mijn fractie voor de motie Peters/Pechtold heeft gestemd, en daarom ook de uitvoering daarvan door de regering constructief tegen het licht wil houden, is een andere. Die houding komt voort uit verantwoordelijkheidsgevoel voor de toekomst van Afghanistan én voor onze eigen veiligheid. De internationale gemeenschap is aan dit karwei begonnen. Dat geeft een bijzondere verantwoordelijkheid. Als de internationale gemeenschap haar handen aftrekt van Afghanistan is het zeer reëel dat de Taliban weer de touwtjes in handen krijgt, met alle gevolgen van dien. We kunnen ons voorstellen wat dat zal betekenen voor al die Afghanen die hun vertrouwen hebben gegeven aan de internationale gemeenschap. Met hen zal worden afgerekend. Dat zou een immorele daad van de internationale gemeenschap zijn.

Een terugkeer van de Taliban betekent tevens een dreigende opleving van internationaal terrorisme. We kunnen het kwaad beter aan de bron bestrijden dan in onze Europese hoofdsteden. Onze veiligheid hier is gediend met het tegengaan van vrijhavens en broeinesten van terrorisme ver weg.

Kettingreactie
Blijft de vraag waarom Néderland opnieuw zou moeten bijdragen, en wij de zaak niet overlaten aan anderen. Als rijk land hebben we een grote verantwoordelijkheid om bij te dragen aan vrede en stabiliteit in landen waar dit ontbreekt. Daarnaast hebben we inmiddels veel kennis en ervaring verworven in Afghanistan, ook in het noorden. Dat maakt een eventuele nieuwe bijdrage extra zinvol. Bovendien zien we dat àlle andere NAVO-partners wél meedoen aan de operaties in Afghanistan. En ook aan de Eupolmissie wordt door heel veel landen meegedaan. We moeten er dan ook rekening mee houden, dat het een slecht signaal zou zijn, als Nederland het bijltje erbij neergooit. In hoeverre kan dat zelfs een negatieve kettingreactie veroorzaken?

Het is duidelijk, dat mijn fractie niet onwelwillend staat tegenover deze missie. Een missie, die wat betreft de aard van de missie en het gebied waarin die plaats vindt wezenlijk verschilt van de Uruzganmissie â bescheidener van aard, en in een aanzienlijker minder onveilig gebied.

Er zijn voor onze uiteindelijke beoordeling wel enkele belangrijke randvoorwaarden, waaraan wij zullen toetsen:

- De missie moet werkelijk zinvol zijn. Anders is het nemen van risicoâs niet verantwoord. Hierover heb ik al iets gezegd.
- De politiemissie mag niet wordt gefrustreerd door een tekort aan middelen en mensen. Onze trainers en militairen moeten optimaal ondersteund en uitgerust worden, terwijl Defensie niet verder âuitgewoondâ mag zijn na deze missie.

- Er moet sprake zijn van een glasheldere afstemming met de internationale partners; in het bijzonder als het gaat om de militaire bescherming van onze mensen.

- De missie moet gericht zijn op de overdracht van zoveel mogelijk verantwoordelijkheden en taken naar de Afghanen zelf. Nederland moet zichzelf overbodig maken in Afghanistan.

Kan de minister nader op deze punten ingaan? Kan Defensie â die al zoveel heeft moeten inleveren â deze klus trekken? Is de bescherming van onze mensen haarscherp geregeld, juist ook als het gaat om de bijstand van internationale partners en ook nà het vertrek van de Duitsers uit Kunduz?

Minderheden
Voorzitter. De mensenrechtensituatie in Kunduz is zorgelijk. Daarom vraag ik aandacht voor de bescherming van religieuze minderheden, in het bijzonder voor de positie van bekeerlingen. De minister duidt aan dat hij niet op de hoogte is van christenen in Kunduz. We weten in ieder geval dat op dit moment er twee mensen gevangen zitten, omdat ze van moslim christen zijn geworden. Eén van hen zit in Mazar-i sharif en dat ligt zonder twijfel in Kunduz. Is de minister hiervan op de hoogte? Op welke wijze wordt hun positie gevolgd? Krijgen deze aspecten aandacht krijgen bij de trainingen? Op welke manier? Doen de Duitsers en andere partners dit ook?