ChristenUnie
Inbreng ChristenUnie debat Afghanistan
woensdag 26 januari 2011 14:00 De inbreng van de ChristenUnie aan het
Algemeen Overleg over de missie Afghanistan zoals deze wordt
uitgesproken door Tweede Kamerlid Joël Voordewind.
Voorzitter,
Het parlement staat voor de zware opdracht een besluit te nemen over
een nieuwe missie in Afghanistan. Dit besluit valt ook de ChristenUnie
zwaar. Juist omdat het om het dilemma gaat tussen enerzijds het leveren
van een bijdrage aan vrede en stabiliteit in de wereld, zoals ook
verankerd in onze grondwet, en anderzijds de vraag of deze missie
daaraan een werkelijke en verantwoorde bijdrage kan leveren. Met andere
woorden; levert de missie een effectieve bijdrage aan het vergroten van
de stabiliteit van in dit geval de provincie Kunduz en zijn de risico's
voor onze militairen aanvaardbaar?
De ChristenUnie kent vanuit christelijk overtuiging een sterke
betrokkenheid bij het streven naar recht en gerechtigheid in de
wereld. De ChristenUnie heeft daarom ook een lange traditie in het
steunen van missies die beogen een bijdrage te leveren aan versterking
van de veiligheid, stabiliteit en vrede in de wereld, alsook aan
rechtvaardige internationale verhoudingen en het opkomen voor de
mensenrechten, in het bijzonder de rechten voor religieuze minderheden.
Randvoorwaarden
De ChristenUnie heeft de motie Peters/Pechtold mede ondertekend. De
Kamer heeft 357 vragen gesteld en beantwoord gekregen, een technische
briefing gehad en een rondetafel georganiseerd. Dit debat is er voor
mijn fractie om te bezien of de uitwerking van de motie zoals
voorgesteld door het kabinet, voldoet aan onze randvoorwaarden voor een
missie. De twee belangrijkste randvoorwaarden zijn:
1. Draagt deze politietrainingsmissie bij aan de vrede en veiligheid
en stabiliteit van de provincie Kunduz en de versterking van de
mensenrechten?
2. Zijn de risico voor onze militairen aanvaardbaar?
Daarnaast heeft de ChristenUnie eerder aangegeven dat inzet van het
kabinet voor het verbeteren van de positie van vrouwen en minderheden,
met name religieuze minderheden zoals christenen, ook een
afwegingsfactor zal zijn. Ook zal meewegen hoeveel geld er uit de
armoedebestrijding wordt onttrokken voor welk doel en of dit onder de
DAC-criteria valt of niet.
Dan over naar de missie die voorligt. Het is overduidelijk dat
Afghanistan dringend een goed functionerend politie- en justitieel
apparaat nodig heeft. Het kabinet vindt dat Nederland daar een bijdrage
aan moet leveren. Wij hebben diezelfde principiële bereidheid. Maar het
is ook bekend dat de Afghaanse politie corrupt is en gewelddadig,
agenten zijn betrokken bij drugshandel en het komt veelvuldig voor dat
agenten na hun opleiding deserteren zodra ze een wapen in handen
krijgen.
Met betrekking tot het justitieel apparaat is het bekend dat het
grootste deel van de bevolking zijn toevlucht zoekt in de informele
lokale rechtspraak die grotendeels gebaseerd is op de sharia. De sharia
die ingaat tegen fundamentele mensenrechten. Welke rechtspraak en
justitieel apparaat gaan we daar dan versterken? Worden de
gevangenissen die wij straks financieren niet gebruikt om onschuldige
vrouwen en christenen in op te sluiten?
EU-POL missie
Het moge duidelijk zijn dat onze fractie enthousiast is over de EU-pol
missie. Deze missie is goed doordacht, het curriculum is uitgebreid en
heeft aandacht voor vele aspecten waaronder de mensenrechten. EU-pol
heeft een geïntegreerde aanpak met het versterken van het justitieel
apparaat en de rechtstaat, al aarzel ik over een rechtstaat te spreken
gezien de vele tekortkomingen in het respecteren van de mensenrechten.
Ook het trainen van het midden- en hoger kader zorgt ervoor dat de
kennis beter zal gedijen dan de trainingen bij het ongeletterde lage
kader. Dus voorzitter als het alleen om de EU-pol missie zou gaan, dan
zou onze fractie al snel geneigd zijn die te steunen.
Dat brengt me bij een viertal hoofdvragen die de ChristenUnie heeft
over de politiemissie, na de schriftelijke beantwoording, de technische
briefing en het ronde tafelgesprek van afgelopen maandag.
1. De NAVO-trainingsmissie
De artikel-100 brief laat grote ambitie zien ten aanzien van het
versterken van de civiele politie. De Afghaanse politie moet meer oog
krijgen voor de onderdrukte positie van vrouwen in Afghaanse gezinnen.
Participatie van vrouwen in de rechtspraak en respect voor de
mensenrechten moeten worden versterkt en de corruptie moet worden
tegengegaan. Die politie heeft nog een lange weg te gaan voordat ze het
onverdeelde vertrouwen van de bevolking krijgt.
Maar met de grote nadruk op het NAVO-deel in deze missie is het de
vraag of de Nederlandse ambities waargemaakt kunnen worden. De mooie
ambities passen goed binnen een civiele missie, maar voor die mooie
ambities is slechts een heel
klein deel van de missie beschikbaar. Dat blijkt maar weer eens uit het
aantal uren wat in de NTM-A training beschikbaar is voor schiettraining
in vergelijking met puur sec civiele onderwerpen. Onze fractie zou, om
maar één onderwerp te noemen, waarde hechten aan meer aandacht voor
community policing. Dit zou meer in balans gebracht moeten worden in
het curriculum. En waar de regering in haar brief en beantwoording van
de feitelijke vragen graag wijst op de relatieve grootte van de EUPOL
bijdrage (40+5 op 400), schiet de balans in absolute zin toch wel erg
door naar de NAVO-training.
De concrete VRAAG is dan ook of er bij de basisopleiding niet meer uur
besteed kan worden aan kennis van de wet, mensenrechten, community
policing, ethiek, maar ook het simpele lezen en schrijven, juist ook om
de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid van de agenten bij de
bevolking te vergroten?
Defensief versus offensief
Het hoofd van de EU-trainingsmissie in Kunduz Jukka Savolainen legde
uit dat het onderscheid tussen politie en leger in Afghanistan lastiger
te maken is dan in Europa. Iedereen die een uniform draagt wordt door
Afghanen over een kam geschoren en ook de politie wordt geregeld
aangevallen. Alleen vorig jaar al werden duizend Afghaanse agenten
gedood. En de situatie in Kunduz verbetert wel zienderogen, voegde hij
daar aan toe. Ook de Afghaanse minister van Binnenlandse Zaken zei dat
de politie nodig was om soms het leger ter zijde te staan bij de strijd
tegen de Taliban. Die uitspraken versterken de zorgen die er leven bij
de ChristenUnie-fractie over de Navo-training.
De Commandant der Strijdkrachten kon niet uitsluiten dat de door
Nederland getrainde politieagenten ook voor offensieve militaire
operaties ingezet kunnen worden. De enige troost was dat het niet vaak
zal voorkomen. De Nederlandse trainers zullen daar niet aan deelnemen,
wel leiden de politieagenten op om ook aan de gewapende strijd, indien
nodig, mee te doen.
Ook zit er een grijs gebied tussen defensieve en offensieve taken. Als
Nederland op patrouille is met de Afghaanse collega's met de
pantservoertuigen en de hulp wordt ingeroepen om bijstand te leveren
aan het Afghaanse leger omdat die bedreigd wordt door de Taliban,
zullen de Nederlanders dan de Afghaanse politie uit de voertuigen
zetten en zelf terugrijden naar het kamp? Of zullen ze hen terzijde
staan? Is dit offensief of defensief, aangezien de Nederlandse of de
Afghaanse agenten zelf niet direct bedreigd worden. Ja, de Duitsers
kunnen worden ingeroepen voor steun, maar wat als de Nederlanders met
hun Afghaanse collega's het dichts bij zitten?
VRAAG: Kortom voorzitter, graag een overtuigend verhaal van het kabinet
over hoe de betrokkenheid in offensieve militaire operaties in praktijk
ook kan worden vermeden.
De korte duur van de opleiding
Over de 6-weekse NTM-A basistraining van de rekruten is al veel gezegd
maar onze fractie heeft hier grote twijfels over, ondersteunt door vele
experts dat deze periode echt te kort is. Het kabinet denkt na over een
verlenging naar 16 weken. Dat is aardig voorzitter, maar wij worden
geacht nu een besluit te nemen. Die uitbreiding is zeer noodzakelijk
juist omdat het hier om ongeletterde mensen gaat. Bij de uitbreiding
zou er dan ook veel meer aandacht moeten uitgaan naar de civiele
aspecten, de wetskennis en het voorkomen van corruptie. Ook spreekt het
kabinet over terugkomdagen. Het zal er op toezien dat dit gebeurt. Maar
ook dat klinkt te vrijblijvend.
Concreet voorzitter is de VRAAG: kan het kabinet aangeven of het
mogelijk is dat er bij de door Nederland gegeven politietraining er een
kop op de training komt naast de basisopleiding, zodat agenten meer
toegerust zullen worden voordat ze de poort uitgaan met de POMLT's voor
begeleiding? Welke externe toezichtinstanties controleren het
functioneren van de individuele agenten en behandelen de klachten van
burgers, in lijn met de aanbevelingen van onderzoeker Henk Sollie?
Kan het kabinet ook aangeven hoe die terugkeerdagen te gaan
organiseren?
Uitval tegengaan?
Hoe wordt de uitval tegengegaan? Ik lees in de beantwoording van de
feitelijke vragen dat we nu op een uitvalpercentage liggen van zo'n
40%. Het uitvalpercentage voor november 2011 wordt op zo'n 30% geschat.
VRAAG: Welke concrete maatregelen worden er nu genomen om dit
percentage verder te verlagen? Zelfs 1 op de 3 rekruten verliezen -
mogelijk aan de tegenstander- is een verzwakking van de stabiliteit.
Wat is in de ogen van het kabinet eigenlijk een acceptabele norm van
uitval en hoe wil zij dat bereiken, naast het instellen van het
tracking systeem?
Selectie van rekruten
De politiecommandant gaat de nieuwe rekruten selecteren, maar hoe gaat
Defensie er op toe zien dat dit etnisch evenwichtig gebeurt zodat dit
niet opnieuw aanleiding is tot spanningen en conflicten tussen de
verschillende etnische groepen?
Waarom geen NAVO steun voor het versterken van justitieel apparaat?
VRAAG: Waarom concentreert Nederland zich alleen op de EU-POL voor het
versterken van het justitieel apparaat en niet op de NAVO die kan
beschikken over een veel grotere inzet en financiën? Zij versterken ook
het justitieel apparaat en coördineren dit met UNAMA, werd ons
verzekerd tijdens de hoorzitting.
Waarom levert Nederland dan maar 5 justitieel experts, waarom niet 20
of 30? Dan zou de missie pas echt blijk geven van de ambitie om de
justitiële keten te versterken in de provincie Kunduz. Mijn fractie
vraagt zich dan ook af: Is er niet meer te doen dan die 5 experts?
2. Veiligheid van Nederlandse militairen
De ChristenUnie-fractie acht het verre van ideaal dat deze Kamer zich
straks moet uitspreken over de missie, terwijl er nog geen helderheid
is over hoe lang en met hoeveel mensen Duitsland als lead-nation in
Kunduz blijft. Ja, er staat in de beantwoording van de vragen dat een
eventuele afname van Duitse troepen geen effect heeft op het
functioneren van de Nederlandse missie. Hoe hard is deze garantie
eigenlijk? Ook wanneer we rekening houden met de bovengemiddelde
toename van gewelddadige incidenten in Kunduz? Kan het bijvoorbeeld zo
zijn dat de POMLT's minder vaak buiten de poort kunnen werken vanwege
een combinatie van een slechter veiligheidssituatie en minder Duitse
troepen? En wat als de Duitsers besluiten eind 2011 hun lead nation
positie op te geven, wie gaat dan de force protection leveren aan de
Nederlanders? Indien zich dit voordoet, zo vindt de ChristenUnie,
vereist dit een nieuw weegmoment van de missie, aangezien een
substantieel onderdeel van de missie dan gewijzigd wordt?
Luchtsteun?
Dan nog over de F16s. Ook daarover bestaan bij onze fractie nog zorgen.
Premier Rutte deed het in zijn persconferentie lijken alsof deze
primair ingezet zouden worden als veiligheidsondersteuning van de
Nederlanders. Daar is natuurlijk geen sprake van aangezien deze F16s
hun eigen ISAF-mandaat hebben ten behoeve van het opsporen van de
IED's. Vanzelfsprekend kan dit op onze goedkeuring rekenen temeer omdat
Nederlandse F16s bij uitstek de expertise hebben om op dit vlak te werk
te gaan. Maar even voor onze helderheid met betrekking tot het Red Card
holderschap wanneer deze kaart getrokken wordt vanwege een acute
noodsituatie van de Nederlanders. Kunnen we er dan ook echt op rekenen
dat de F16s komen? Of is daar pas in de laatste plaats sprake van na de
Duitse protection force en Amerikaanse luchtsteun? En wie maakt de
afweging of de F16s in geval van nood de beste `remedie' bieden? Ligt
dat in de handen van de Nederlanders?
Daarnaast staat in de Artikel-100 brief dat Nederland ten alle tijden
wil beschikken over eigen luchtsteun. Waarom geldt dat wel voor de
F16's en niet voor helikopters? Ligt het in de context van de
trainingsmissie, die vooral in het begin geconcentreerd zal zijn in
Kunduz-stad en ander stedelijk gebied, niet meer voor de hand eigen
helikopters als luchtsteun te hebben in plaats van F16's? Helikopters
kunnen boven een locatie blijven hangen indien de Nederlanders in een
hinderlaag zijn gelopen, F16s niet. Luchtsteun van een F16 in stedelijk
gebied zal toch niet goed mogelijk zijn gezien de grote kans dat dan
veel burgers het slachtoffer worden. Indien Nederland deze luchtsteun
niet zelf kan of wil leveren; wat zijn de garanties dat de Amerikanen
dit wel zullen doen, gezien ook de redkaart procedure die de Amerikanen
kunnen toepassen? Staan er voldoende medevac-helikopters op kamp Kunduz
klaar in geval van nood van de Nederlanders?
Er schijnen beschietingen met mortieren uitgevoerd te worden op het
kamp in Kunduz. De politiebonden gaven ook aan grote zorgen te hebben
over de veiligheid van de civiele trainers in het kamp Kunduz.
VRAAG: moet niet overwogen worden om, net als in Uruzgan, gepantserde
slaapcontainers en trainingscontainers te plaatsen in kamp Kunduz? Of
kan er op andere wijze betere bescherming geboden worden tegen
eventuele raketinslagen, ook al is die kans aanzienlijk kleiner dan in
Uruzgan?
3. Versterking van justitieel apparaat en rechtstaat
In de artikel-100 brief staat dat het toezicht van de formele
rechtspraak in Kunduz op de informele vergroot moet worden. Die
informele rechtspraak is grotendeels gebaseerd op de sharia. Maar moet
de ambitie niet zijn om tot een verschuiving te komen van informeel
naar formele rechtspraak?
Er krijgen nu mogelijk al 2 christenen de doodstraf krijgen alleen
vanwege het feit dat ze zich bekeerd hebben tot het christelijk geloof.
1 van de 2 zit in de gevangenis in Mazar-e-Sharif, een basis waar
Nederland 120 man zal stationeren en de 4 F16's. Voorzitter,
natuurlijk is mijn fractie op de hoogte van de politiek-religieuze
werkelijkheid in Afghanistan. Maar voor ons als christelijke partij is
dit moeilijk te verkroppen.
Concrete VRAAG is dan ook of het kabinet bereid is er alles aan te doen
wat in haar vermogen ligt om op te komen voor de geloofsvrijheid. Heel
concreet bijvoorbeeld de vraag: wat gaat Nederland doen om deze twee
christenen Said Mussa en Shoib Assadullah vrij te krijgen? En is het
kabinet bereid om ook 1 of 2 juridische experts gespecialiseerd op deze
minderheden uit te zenden om de positie van minderheden zoals
christenen te verbeteren ook in de strafwetgeving?
Wat gaat Nederland doen om, in het kader van de rechtspraak meer in
overeenstemming te krijgen met de Universele Rechten van de Mens, de
doodstraf voor afvalligheid uit de strafwetgeving te krijgen? Tenslotte
heeft Afghanistan de Universele Verklaring ondertekend. Vrijheid van
godsdienst moet worden vastgelegd in de grondwet van Afghanistan en mag
niet ondergeschikt gemaakt worden aan de sharia. De overheid moet
vrijheid van godsdienst en levensovertuiging uitdragen, zodat daarmee
ook de bevolking dit recht zal erkennen. Met welke andere landen wil
Nederland oproepen om zich gezamenlijk hiervoor sterk te maken richting
de Afghaanse overheid?
4. Financiering
Tot slot de financiering. Door experts is al aangegeven dat het budget
wat begroot is voor deze missie veel te weinig is en dat er een grote
kans is dat het budget overschreden gaat worden. Voorzitter, Nederland
kent een lange traditie met betrekking tot het overschrijden van
budgetten wanneer het gaat om ramingen voor uitzendingen.
Met name zal het bij Defensie weer een zware opgave zijn deze missie
uit te voeren temeer omdat de minister eerder had aangegeven de komende
twee jaar geen stevige missie meer te kunnen uitvoeren. Bij de vorige
missie heeft het parlement 200 miljoen moeten toevoegen aan het budget
voor Defensie om de missie gaande te houden vanwege extra slijtage
kosten en versnelde vervanging van voertuigen. Is die bereidheid er nu
ook weer indien dit zich voordoet?
Het kabinet zegt in de schriftelijke beantwoording 30 miljoen van de
kosten te willen financieren vanuit het budget voor
Ontwikkelingssamenwerking. Dit zouden de kosten zijn voor de civiele
politietrainers als voor de marechaussee en de 5 juridische experts.
Volgens mijn gegevens mag alleen volgens de DAC-criteria de civiele
politie uit de ODA-fondsen gefinancierd worden en niet de marechaussee.
Dat betekent dat 50 marechaussees onterecht uit het ODA-fonds betaald
worden. Is het kabinet bereid dit terug te draaien?
Afrondend, voorzitter en samenvattend. Er leven bij de fractie van de
ChristenUnie op dit moment teveel twijfels over met name de
effectiviteit van het NAVO-trainingsdeel, om in te kunnen stemmen met
het voorstel dat nu op tafel ligt.
Maar, voorzitter, we gaan goed luisteren naar het kabinet en in
hoeverre zij bereid is de missie zodanig om te bouwen dat de missie wel
zal bijdragen aan het versterken van de stabiliteit en
geloofwaardigheid van het politie- en het justitieel apparaat, waarbij
respect voor de mensenrechten, ook voor religieuze minderheden, voor
ons zwaar zal meewegen.
Ik dank u wel.
Joël Voordewind