Rijksoverheid
1
a
Datum 26 januari 2011
Amvb Besluit omgevingsrecht en Besluit ruimtelijke ordening
(vergunningvrije activiteiten aan rijksmonumenten)
In haar brief van 20 januari jl, nr 2011D02604, vraagt de vaste Commissie voor
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om een inschatting van mijn kant over de
versoepeling van vergunningen voor verbouw van monumentale panden zoals
voorgesteld in de amvb die op 2 december jl. aan beide kamers is aangeboden
(Voorhang ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit ruimtelijke
ordening, het Besluit omgevingsrecht en het Besluit archeologische
monumentenzorg in verband met de modernisering van de monumentenzorg en
enkele technische aanpassingen).
Modernisering Monumentenzorg
Dit project is in 2008 van start gegaan en heeft geleid tot de Beleidsbrief
Modernisering Monumentenzorg van 28 september 2009. Op 8 oktober heeft de
vaste commissie voor OCW ronde tafelgesprekken gehouden met ruim 30
veldpartijen over het nieuwe voorgenomen monumentenbeleid. Op 16 november
2009 heeft mijn voorganger uitgebreid met de vaste commissie voor OCW
gesproken over het nieuwe beleid (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, 32
156, nr. 10).
In deze beleidsbrief (pag. 11 en 53) is de maatregel van de verruiming van het
vergunningvrij regime vastgesteld en deze is uitgewerkt in de amvb waarvan het
ontwerp op 2 december jl. aan uw kamer is voorgelegd.
AMVB
De amvb waarover u nader geïnformeerd wilt worden, implementeert vier
aanpassingen uit de beleidsbrief Modernisering Monumentenzorg die ik hier zal
toelichten.
Wabo
De amvb richt zich op enkele aspecten die in de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht (Wabo) zijn geregeld. De Wabo kent voor bepaalde activiteiten
een vergunningplicht en als uitzondering hierop zijn in het Besluit omgevingsrecht
bepaalde bouwactiviteiten als vergunningvrij aangewezen. Bij beschermde
rijksmonumenten is echter elke wijziging vergunningplichtig. In de Stads# en
dorpsgezichten geldt dat alleen gewoon onderhoud en interne verbouwingen
zonder constructieve gevolgen vergunningvrij zijn.
In de uitvoering van het MoMo#beleid is in overleg met het toenmalige Ministerie
van VROM vastgesteld dat het voor het behoud van monumentale waarden
onwenselijk is alle vergunningvrije bouwactiviteiten uit het Besluit
Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
www.minocw.nl
Onze referentie
69402
269815
Bijlagen
Fact sheet
Pagina 2 van 3
Datum
Onze referentie
269815
omgevingsrecht ook op monumenten van toepassing te verklaren. Wel dat enkele
ingrepen ook voor rijksmonumenten vergunningvrij kunnen zijn, die niet of
nauwelijks invloed hebben op de historische waarden. In de amvb is dus een
specificatie gemaakt van vergunningvrije activiteiten uit het Besluit
omgevingsrecht, die ook zonder verlies van cultuurhistorische belangen op
monumenten en in stadsgezichten regel kunnen worden.
1. Vergunningvrije bouwactiviteiten beschermde rijksmonumenten
Ter toelichting heb ik een factsheet bijgevoegd waarin die activiteiten staan
benoemd waarvoor de eigenaar geen vergunning hoeft aan te vragen. Het zijn
beperkte, kleinschalige ingrepen waarbij sprake is van ofwel vervanging van
materiaal dat "op" is, regulier onderhoud, of ingrepen in moderne
toevoegingen.
Kernvraag is of dat leidt of kan leiden tot onaanvaardbaar verlies aan
monumentale waarden. Ik ben van mening van niet. Ik plaats de effecten van
deze maatregel in het brede perspectief van de bestaande praktijk.
Jaarlijks worden door colleges van B&W tussen de 2.500 en 3.000
monumentenvergunningen afgegeven voor een wijziging van een
rijksmonument (cijfers: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).
Jaarlijks wordt door ruim 8.500 eigenaren van rijksmonumenten gebruik
gemaakt van de fiscale aftrek onderhoud monumenten via de
Inkomstenbelasting box 1 of box 3 (cijfers: Ministerie van Financiën). Deze
8.500 eigenaren besteden jaarlijks ongeveer ¤ 150 miljoen aan onderhoud en
renovatie; het merendeel vraagt geen vergunning aan.
De Monitor inzake de staat van het gebouwd erfgoed 2009 (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2009-2010, 31 482, nr. 54) bevestigt het beeld dat de staat van
onderhoud van woonhuismonumenten goed is. De conclusie is dat de meeste
eigenaren prima in staat zijn met of zonder vergunning zorgvuldig met hun
pand om te gaan zolang het gaat om ondergeschikte bouwactiviteiten, zoals
in de amvb beschreven. Mijn voornemen in de amvb heeft als gevolg dat de
bestaande praktijk de regel wordt.
Daarnaast is sprake van vermindering van lastendruk. Volgens berekening
van het onderzoeksbureau PRC zullen namelijk ongeveer 500 minder
monumentenvergunningprocedures van de 2.500 doorlopen hoeven te
worden. Bovendien worden die aanvragers gelijkgeschakeld met diegenen die
al werkzaamheden verrichten zonder vergunningprocedure.
Met de Monitor inzake de staat van het gebouwd erfgoed die de Rijksdienst
voor het Cultureel Erfgoed in samenwerking met de Monumentenwacht
periodiek opstelt, kunnen we de ontwikkeling van de staat waarin de
rijksmonumenten zich bevinden volgen.
2. Vergunningvrije activiteiten in beschermde gezichten
De essentie van een beschermd gezicht is, dat het rijk waarde van
cultuurhistorisch belang toekent aan de structuur, de bebouwingsvolumes, het
ritme van open en gesloten stadsdelen (parken). Dat betekent niet dat ieder
individueel gebouw beschermd is of bescherming verdient. Voor
rijksmonumenten geldt het regime dat onder 1 is genoemd. Voor niet
monumentale gebouwen in zo'n stadsgezicht voorziet de amvb erin dat kleine
ingrepen, niet zichtbaar vanaf de openbare weg, vergunningvrij worden. De
Pagina 3 van 3
Datum
Onze referentie
269815
ingrepen staan in de bijgevoegde factsheet beschreven. Het betreft een aantal
kleine ingrepen. Dat kan ook niet anders, constructieve ingrepen zijn volgens
de Wabo altijd vergunningplichtig.
3. Adviesbevoegdheid Gedeputeerde Staten
Met dit punt in de AMVB wordt beoogd de adviesrol van rijk en provincie gelijk
te schakelen. Dat is voor eigenaren helder en er ontstaat een gelijke
behandelperiode van een aanvraag voor een monumentenvergunning binnen
of buiten de bebouwde kom.
4. Aanpassing Besluit ruimtelijke ordening
Dit onderdeel van de amvb richt zich op het inventariseren, waarderen en
inpassen van cultuurhistorische waarden in een bestemmingsplan. Het is een
aanpassing van groot belang voor het tijdig erkennen en onderkennen van
cultuurhistorische waarden. Gemeenten als Maastricht, Eindhoven en
Apeldoorn hebben deze integratie van cultuurhistorie in de ruimtelijke
ordening al ver doorgevoerd. Het betekent dat de cultuurhistorie niet alleen
een rol speelt in de 400 beschermde stadsgezichten, maar altijd wordt
meegewogen.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Halbe Zijlstra