Celstraf en behandeling geëist voor seksueel misbruik door
scoutingleider
26 januari 2011 - Arrondissementsparket Utrecht
De officier van justitie te Utrecht heeft vandaag een celstraf van
dertig maanden en behandeling geëist tegen een 42-jarige man uit
Loenen. Hij wordt ervan verdacht ontucht te hebben gepleegd met een
minderjarige jongen, grooming, het vertonen van pornografisch
materiaal en bezit kinderporno.
In het voorjaar van 2010 legde de man via internet contact met een
jongen die hij van de Scouting kende en haalde hem over een afspraak te
maken om ontuchtige handelingen te plegen. In juni 2010 kwam het
inderdaad tot een ontmoeting. Ook wordt de man verdacht seksfilms te
hebben vertoond aan drie jongens jonger dan 16 jaar. Ook deze jongens
kende hij van de Scoutinggroep waar hij jarenlang zelf lid van was en
de functie had van teamleider bij de landscouts. Ten vierde was het
bezit van een aanzienlijke hoeveelheid kinderpornografische
afbeeldingen in de periode van 2002 tot 2010 ten laste gelegd.
Op de zitting bekende de man de feiten die hem werden verweten. Hij
wist dat de jongens minderjarig waren en dat hij daarmee strafbaar was.
Hij verklaarde op de zitting dat hij zich aangetrokken voelt tot
jongens in de leeftijd van 13 tot 15 jaar. Hij realiseert zich dat hij
hulp had moeten zoeken en dat alles nu op tafel ligt, ervaart hij ook
als een bevrijding.
De officier van justitie nam het hem kwalijk dat hij zijn functie als
scoutingleider heeft misbruikt om het contact met de jongens aan te
gaan. Hij genoot het vertrouwen van de kinderen en heeft dit ernstig
beschaamd. Ook gaat hij eraan voorbij dat minderjarigen de
consequenties van hun handelen op dit gebied niet kunnen en niet hoeven
te overzien. Naast een celstraf van dertig maanden en een verplichte
behandeling met nazorg en een proeftijd van zeven jaar, eiste zij ook
een aantal bijzondere voorwaarden op te leggen: het verbod om met
minderjarigen te werken, het verbod om zich aan te sluiten bij een
scoutinggroep en het verbod om via sociale netwerksites contact te
zoeken of te onderhouden met minderjarigen, dit met een proeftijd van
vijf jaar.
Openbaar Ministerie