Sekseverschillen bij de ontwikkeling van het stressysteem in de puberteit
Datum: 18 januari 2011
Stressvolle gebeurtenissen, roken en geslachtshormonen beïnvloeden het
adolescente stresssysteem. Dit blijkt uit een onderzoek onder 715
zestienjarigen van Nienke Bosch van de Afdeling Psychiatrie van het
UMCG. Zij bestudeerde welke sociale, psychologische en biologische
factoren het adolescente stresssysteem vormen en beïnvloeden. Het
onderzoek maakt deel uit van TRAILS, een grootschalig, langlopend
onderzoek naar de geestelijke, lichamelijke en sociale ontwikkeling van
ongeveer 2.500 jongeren in Noord-Nederland. Bosch promoveert op 26
januari 2011 aan de Rijksuniversiteit Groningen op dit onderzoek.
In haar onderzoek stelde Bosch de jongeren bloot aan een stressvolle
taak waarbij de aanmaak van het stresshormoon cortisol werd gemeten. De
hoeveelheid cortisol werd vervolgens in verband gebracht met de invloed
van negatieve/stressvolle gebeurtenissen gedurende de gehele levensloop
- vanaf de prenatale periode tot en met het moment voor de afname van
de stresstaak. De negatieve/stressvolle gebeurtenissen gedurende de
levensloop waar in dit onderzoek naar is gekeken omvatten o.a. stress
van de moeder tijdens en kort na de zwangerschap, roken en
alcoholgebruik tijdens de zwangerschap, vroeggeboorte, overlijden van
een gezinslid, uithuisplaatsing, verslavingsproblematiek van de ouders
en pesten. Jongeren die veel negatieve/stressvolle gebeurtenissen
tijdens hun leven hadden meegemaakt, bleken anders op de stresstaak te
reageren dan jongeren met weinig eerdere stressvolle ervaringen. De
manier waarop de cortisolreactie op de stresstaak samenhing met
stressvolle gebeurtenissen hing af van de levensfase waarin deze
gebeurtenissen plaatsvonden. Veel negatieve omstandigheden tijdens de
zwangerschap hingen samen met een hogere cortisol productie, maar
chronische stress tijdens de adolescentie hing samen met een lagere
cortisol productie tijdens de stresstaak. Dit resultaat ondersteunt de
hypothese dat het zich ontwikkelende brein gevoelig is voor invloeden
van stress. De resultaten tonen verder dat het stresssysteem van
meisjes gevoeliger is voor chronische stress in de puberteit dan dat
van jongens. Mogelijk dat vrouwelijke hormonen hierin een belangrijke
rol in spelen. De onderzoekers concluderen dat ouders tijdens de
zwangerschap een bepalende invloed op de vorming van het stresssysteem
bij hun kinderen hebben.
Roken verminderde de hoeveelheid cortisol aanmaak tijdens de
stresstaak. Dit bleek bij alle rokende jongens op te treden, maar bij
de meisjes uitsluitend tijdens de eerste fase van de menstruatiecyclus,
de folliculaire fase. Bij rokende meisjes was in de eerste fase van de
cyclus zelfs helemaal geen cortisol reactie meer te zien. Roken had
geen effect op de cortisolreactie bij meisjes tijdens het tweede deel
van de menstruatiecyclus en meisjes die de anticonceptie pil slikken.
Naast stressvolle omgevingsinvloeden hebben jongeren dus zelf door hun
leefstijl - roken in dit onderzoek - ook een bepalende invloed op het
functioneren van het stresssysteem. Het onderzoek werd gefinancierd
door NWO.
Curriculum Vitae
Nienke Bosch (Groningen, 1974) studeerde psychologie aan de RUG. Haar
promotieonderzoek is verricht in het kader van TRAILS (TRacking
Adolescents' Individual Lives Survey), een groot, langlopend onderzoek
naar de geestelijke, lichamelijk en sociale ontwikkelingen van ongeveer
2.500 jongeren in Noord-Nederland. TRAILS wordt uitgevoerd door het
ICPE (Interdisciplinair Centrum Psychiatrische Epidemiologie) van het
UMCG. De titel van haar proefschrift is `Adolescents in stress: the ups
and downs of the psychophysiological stress response'. Ze promoveert in
de Medische Wetenschappen bij prof.dr. A.J. Oldehinkel en prof.dr. J.
Ormel. Na haar promotie blijft Bosch als onderzoeker verbonden aan de
Afdeling Psychiatrie van het UMCG.
Rijksuniversiteit Groningen