Ingezonden persbericht
Asielzoekers moeten altijd kunnen rekenen op noodzakelijke medische zorg
De ChristenUnie is ongerust over het bericht dat de IND asielzoekers ondanks hun ziekte terug naar hun eigen land stuurt, omdat het Bureau Medische Advisering (BMA) geen medische redenen tegen uitzetting constateert. Uit een reportage van Zembla (VARA) bleek afgelopen week dat in een aantal gevallen het BMA op basis van onjuiste informatie van anonieme bronnen heeft geadviseerd dat mensen uitgezet mogen worden. De noodzakelijke medische zorg bleek niet beschikbaar in het land van herkomst. Esmé Wiegman - Van Meppelen Scheppink: "Daar moeten asielzoekers altijd op kunnen rekenen, of het nou hier in Nederland of in hun thuisland is."
Tweede Kamerlid Esmé Wiegman heeft tijdens dinsdag mondelinge vragen gesteld over de kwestie. "Ik hoop van harte dat dit om incidenten gaat, hoewel als het gaat om zaken van leven en dood, is elk incident er één teveel. De opvolging van foute adviezen kan in het ergste geval tot de dood van patiënten leiden. In deze zaken is zorgvuldigheid letterlijk van levensbelang. Daarbij blijkt dat het aantal tuchtklachten tegen artsen van het BMA dat gegrond wordt verklaard door het medisch tuchtcollege een stuk hoger ligt dan het gemiddelde.
Minister Leers zei toe de kwestie nog verder toe te lichten in een brief. De ChristenUnie wil dat het Bureau Medische advisering in de beoordeling uit gaat van de daadwerkelijke toegang tot de zorg in het land van herkomst. Nu hanteert het BMA een onderscheid tussen toegankelijkheid en beschikbaarheid van zorg in een land van herkomst, waardoor het nu mogelijk is voor de IND om te constateren dat zorg wel beschikbaar is, zonder dat het ook daadwerkelijk toegankelijk is voor de betrokken asielzoeker. Leers reageerde dat het hem onmogelijk leek dit onderscheid los te laten.
* Hoe is het mogelijk dat het BMA zich baseert op anonieme bronnen, die ook nog aantoonbaar onjuiste informatie leveren. Als het gaat om leven en dood, moet informatie toch transparant en verifieerbaar zijn?
* Hoe kan het dat het advies van een basisarts op basis van een dossier, zwaarder weegt dan dat van de behandelend medisch specialist? Zou de patiënt niet ten minste gezien moeten worden door de BMA-arts, als er afgeweken wordt van het standpunt van de behandelend specialist, zoals ook de landelijke commissie medische aspecten in het vreemdelingenbeleid in 2004 voorstelde?
* Hoe Is de onafhankelijkheid van het Bureau Medische Advisering geborgd? Kunnen de artsen van het BMA het belang van de patiënt écht centraal zetten, zoals ze volgens hun eed verplicht zijn, of zijn de protocollen van de IND leidend?
* Hoe is toezicht geregeld op het BMA?
* Hoe definieert de minister beschikbaarheid van zorg?
* Is de minister bereid het onderscheid tussen toegankelijkheid en beschikbaarheid van zorg te laten varen en, conform het advies van de commissie Klazinga uit te gaan van de daadwerkelijke toegang van de zorg.
* Uit de uitzending bleek ook dat het aantal tuchtzaken tegen artsen van het BMA dat gegrond wordt verklaard door het medisch tuchtcollege een stuk hoger ligt dan het gemiddelde. Is de minister bereid om regulier toezicht door de inspectie voor de gezondheidszorg te laten plaatsvinden op het werk van de BMA-artsen?
http://zembla.vara.nl/Afleveringen.1973.0.html?&tx_ttnews(tt_news)=37478&tx_ttnews(backPid)=1974&cHash=dd956bbd1f063cf27a34e6ac78784881