Ingezonden persbericht


PERSBERICHT
Lelystad, 25 januari 2011

FORNIX PUBLICEERT VOORLOPIGE JAARCIJFERS 2010
NETTOWINST FORNIX 13,5 MILJOEN, VOORNAMELIJK DOOR BUITENGEWONE POSTEN

Hoofdpunten 2010

"h Nettowinst (inclusief boekwinst op verkoop Allergiedivisie en boekverlies door afwaarderingen op activiteiten Artu Duitsland en divisie Medische hulpmiddelen (Laprolan)) bedraagt over het boekjaar 2010 ¤ 13,5 miljoen (2009: ¤ 11,0 miljoen) "h Resultaat voor rente en belastingen (EBIT), exclusief boekresultaten en voornamelijk als gevolg van de verkoop van de Allergiedivisie neemt met 49% af tot ¤ 7,1 miljoen (2009: ¤ 13,9 miljoen) "h De verkopen van de Allergiedivisie en Artu Duitsland en de voorgenomen verkoop van Laprolan leiden per saldo tot een boekwinst van ¤ 7,4 miljoen "h Netto-omzet daalt door de verkoop in de loop van het boekjaar 2010 van de Allergiedivisie met 40% tot

¤ 22,4 miljoen (2009: ¤ 37,8 miljoen)
"h Kaspositie ultimo boekjaar bedraagt ¤ 10,7 miljoen (2009: ¤ 35,2 miljoen) mede doordat er in september 2010 een interim-dividend (inclusief de opbrengst van de verkoop van de Allergiedivisie van ¤ 2,65 per aandeel) betaald is van ¤ 3,30 per aandeel "h Winst per aandeel over 2010 bedraagt ¤ 1,75 (2009: ¤ 1,43)

Fornix BioSciences N.V. (NYSE Euronext: AFORBI) heeft over 2010 een hoger nettoresultaat geboekt dan in 2009, maar dit hield voornamelijk verband met de boekresultaten op de verkoop van de Allergiedivisie per 1 juli 2010, de verkoop van Artu Duitsland per 30 december 2010 en de afwaardering van de divisie Medische Hulpmiddelen (Laprolan) in verband met de voorgenomen verkoop aan Rochester Medical. De uitgebreide strategische studie naar de toekomst van Fornix, na de verkoop van de Allergiedivisie, heeft er toe geleid dat eind 2010 een proces is opgestart om de resterende activiteiten (Artu Duitsland en Laprolan) te verkopen. Tegelijkertijd hebben de Directie en Raad van Commissarissen van Fornix een uitgebreid onderzoek ingesteld naar de mogelijkheid van een omgekeerde fusie of overname van Fornix, waarbij de voorkeur uitgaat naar een kandidaat in de gezondheidssector. Directie en Commissarissen beschouwen dit als een voorkeursoptie voor de aandeelhouders. Fornix streeft ernaar om dit onderzoek binnen enkele weken af te ronden. Bovendien hebben Directie en Commissarissen al ingrijpende maatregelen genomen om het kostenniveau van de Holding zo snel als mogelijk is drastisch te verlagen tot een minimum noodzakelijk niveau.


1

Verkoop Allergiedivisie De verkoop van de Allergiedivisie per 1 juli 2010 aan ALK-Albelló is op 5 juli 2010 definitief afgerond. De definitieve vergoeding hiervoor is vastgesteld op 21,8 miljoen. Dit was 2,2 miljoen hoger dan de eerder gemelde koopprijs van 19,6 miljoen, als gevolg van een hoger werkkapitaal. De nettoopbrengst van de verkoop van de Allergiedivisie (d.w.z. de door ALK- Albelló betaalde vergoeding, verminderd met de aan de transactie toerekenbare kosten ad 1,2 miljoen) bedroeg 2,65 bruto per gewoon aandeel. Dit was 0,35 ofwel 15% hoger dan de eerdere inschatting van 2,30 bruto per gewoon aandeel. Deze opbrengst is als onderdeel van het interim-dividend (totaal 3,30) in september 2010 uitgekeerd.

Artu Duitsland Voor Artu Duitsland was 2010 een teleurstellend jaar. De omzet daalde met bijna 40% tot 1,7 miljoen (2009: 2,8 miljoen). Vanwege de uitfasering van de verkoop van de allergieproducten in Duitsland werd in de verwachting rekening gehouden met een lichte omzetdaling. De daling van bijna 40% werd voornamelijk veroorzaakt door budgetmaatregelen die de verkoop van medische hulpmiddelen door Artu Duitsland sterk nadelig heeft beïnvloed. Hierdoor daalde het resultaat voor belastingen (EBIT tot 0,5 miljoen negatief (2009: 0,3 miljoen winst). Als gevolg van de strategieherziening van Fornix zoals bekendgemaakt op 8 december 2010 heeft Fornix vervolgens op 4 januari 2011 bekend gemaakt dat de desinvestering van Artu Biologicals Deutschland GmbH & Co. KG (Artu Duitsland) per 30 december 2010 is afgerond met de levering door Fornix aan Rölke Pharma GmbH van (i) het gehele belang in Artu Duitsland van de enige commanditaire vennoot, en (ii) alle geplaatste aandelen van Artu Biologicals Deutschland Verwaltungs GmbH, de enige beherend vennoot van Artu Duitsland. Alle schulden en toekomstige verplichtingen van de verlieslatende entiteit Artu Duitsland zijn overgedragen en er is derhalve geen koopprijs van betekenis betaald. Divisie Medische Hulpmiddelen (Laprolan) Door het verlies eind 2009 van een tweetal belangrijke distributieovereenkomsten (in 2009 nog goed voor een derde van de totale omzet) werd Laprolan in 2010 geconfronteerd met een omzetdaling. Deze daling bleef echter boven verwachting beperkt door beter dan verwachte verkopen van eigen merk stoma producten en een omzetbijdrage van een nieuw distributiecontract per 1 september 2010 met betrekking tot wondverzorging producten. De omzet van Laprolan is in 2010 uitgekomen op 8,2 miljoen (2009: 9,3 miljoen), ruim 10% lager dan in 2009. De EBIT is slechts licht gedaald van 2,7 miljoen in 2009 naar 2,6 miljoen in 2010. Eveneens als gevolg van de strategieherziening van Fornix zoals bekendgemaakt op 8 december 2010 heeft Fornix vervolgens op 12 januari 2011 bekend gemaakt een overeenkomst te hebben gesloten met Rochester Medical, waarbij Rochester Medical de divisie Medische Hulpmiddelen (Laprolan) van Fornix zal overnemen tegen een koopprijs in contanten van EUR 10,35 miljoen, vrij van contanten en schulden waarbij een deel van de koopprijs slechts betaalbaar is indien aan bepaalde voorwaarden bij overname is voldaan. Indien aan geen van deze gestelde voorwaarden kan worden voldaan, zal er een maximale reductie van ongeveer EUR 2 miljoen op de koopprijs gelden. Uitsluitsel over deze voorwaarden kan binnen 90 dagen na het afronden van de transactie worden gegeven. De verwachte


2

opbrengst in contanten van de voorgestelde desinvestering ligt, na aftrek van de transactiekosten en gerelateerde belastingverplichtingen, tussen EUR 6,6 tot 8,6 miljoen. Als effectieve datum van de overname geldt 1 januari 2011. De Raad van Commissarissen van Fornix heeft de transactie op 12 januari 2011 goedgekeurd en aanbevolen. Ook de Ondernemingsraad van Fornix heeft een positief advies uitgebracht. Als enige opschortende voorwaarde voor de transactie geldt slechts nog de goedkeuring van de aandeelhouders van Fornix (overeenkomstig artikel 2:107a van het Burgerlijk Wetboek). Fornix heeft op 20 januari 2011 bekend gemaakt op 30 maart 2011 een Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (BAVA) te zullen houden, om deze transactie ter goedkeuring aan de aandeelhouders voor te leggen en deze kort daarna te voltooien. Een aandeelhouderscirculaire waarin de transactie met onderbouwing nader wordt beschreven, zal uiterlijk op 16 februari 2011 beschikbaar worden gesteld.

Kosten holding Fornix BioSciences N.V. Naast de desinvestering van Laprolan en Artu Duitsland hebben de Directie en de Raad van Commissarissen zich ook beziggehouden met het substantieel terugdringen van de overheadkosten van Fornix en de infrastructuur gegeven de verminderde operationele activiteiten. In dit verband is in onderlinge overeenstemming tussen de Raad van Commissarissen en Cees L. Bergman besloten zijn dienstverband te beëindigen per 30 april 2011. De heer Bergman zal na deze datum voor een beperkte periode werkzaam blijven als CEO en bestuurslid tegen een aanzienlijk lagere vergoeding. Verder heeft de Raad van Commissarissen besloten het honorarium van de leden van de Raad van Commissarissen per 1 januari 2011 met 50% te verlagen. Daarnaast zijn ook, voor zover mogelijk, in de andere kostencategorieën besparingen doorgevoerd. Hierdoor zijn er, afgezien van de CEO, vanaf maart 2011 geen werknemers meer in dienst bij de holding. Dankzij deze maatregelen is het structurele kostenniveau van de holding van Fornix substantieel teruggebracht. Naar huidige inzichten zal het negatieve netto resultaat van de holding over het hele jaar 2011 minder dan 0,4 miljoen bedragen.

Ontwikkeling kaspositie Op 31 december 2010 bedroeg de kaspositie van Fornix 10,7 miljoen. De kaspositie zal versterkt worden met een verwachte verkoopopbrengst van Laprolan van minimaal 6,6 en maximaal 8,6 miljoen. Na afwikkeling van alle lopende verplichtingen van Fornix en rekening houdend met het verlies van de holding over het boekjaar 2011 zal, naar de huidige inzichten, de kaspositie ultimo 2011 minimaal 16 en maximaal 18 miljoen bedragen. Dit betekent een kaswaarde per aandeel van minimaal 2,07 en maximaal 2,33.


3

Aandeelhoudersstructuur In het tweede halfjaar van 2010 en begin 2011 zijn er diverse meldingen van betrokken partijen gedaan met betrekking tot een aantal belangrijke verschuivingen in de aandeelhoudersstructuur van Fornix BioSciences. In september 2011 werd bekend dat de jarenlange deelnemingen van partijen Aviva (Delta Lloyd) en Kempen Oranje Participaties waren beëindigd. Min of meer tegelijkertijd heeft Value8 een belang van 16,3 procent gemeld in Fornix. In januari 2011 werd de deelneming van Cross Options teruggebracht tot onder 1% en werd door Value8 gemeld dat haar belang is toegenomen tot 26,59%.

Profiel Fornix BioSciences N.V. Fornix BioSciences N.V. is een beursgenoteerde onderneming (Euronext Amsterdam: AFORBI) die zich richt op de distributie van medische hulpmiddelen en medische en verpleegkundige verbruiksartikelen. Fornix BioSciences N.V. heeft vestigingen in Lelystad en Beuningen. De onderneming heeft momenteel circa 20 medewerkers in dienst en is voornamelijk actief in Nederland. De huidige activiteiten houden zich alleen bezig met de verkoop en distributie van medische hulpmiddelen. De divisie Medische Hulpmiddelen wordt gevormd door het in Beuningen gevestigde Laprolan. Deze divisie richt zich op de verkoop, marketing en distributie in Nederland van een breed assortiment medische hulpmiddelen en medische en verpleegkundige verbruiksartikelen.


4


---- --