Rechtbank Utrecht
Negen jaar gevangenisstraf na doodslag in Arnhem
Een 39-jarige man uit Zwolle is dinsdag door de rechtbank Arnhem,
zitting houdend in Utrecht, veroordeeld tot een gevangenisstraf van
negen jaar wegens doodslag. De rechtbank achtte bewezen dat de man eind
december 2009 een 60-jarige Arnhemmer in zijn woning om het leven heeft
gebracht.
De verdachte ontkende dat hij de man om het leven had gebracht. Hij
heeft hierover wisselende verklaringen afgelegd. Hij verklaarde
uiteindelijk dat hij op 29 december 2009 een paar keer in de woning van
de man is geweest om cocaïne te halen en te gebruiken. Toen hij wilde
weg gaan zouden er twee mannen voor de voordeur hebben gestaan en de
verdachte buiten westen hebben geslagen. Toen hij bijkwam zag hij dat
het slachtoffer helemaal onder het bloed en met een kapotte nek op de
vloer lag.
De rechtbank geloofde dit verhaal echter niet. Uit een gedetailleerde
getuigenverklaring van de buurvrouw van het slachtoffer en een aantal
andere bewijsmiddelen leidde de rechtbank af dat verdachte het
slachtoffer om het leven heeft gebracht. De buurvrouw heeft onder meer
geschreeuw gehoord en zag uit de woning iemand weglopen die op de
verdachte leek. Ook de auto die ze zag leek op die van de verdachte. De
man die ze zag lopen was rustig en vertrok niet in paniek, zoals de
verdachte zelf later verklaarde.
Een alternatief scenario is door de politie aan een uitvoerig onderzoek
onderworpen. Dit heeft echter geen concreet resultaat opgeleverd en er
zijn geen aanknopingspunten aangetroffen die de lezing van de verdachte
bevestigen.
Omdat verdachte ontkent is het motief van de man ongewis. De rechtbank
acht het echter aannemelijk dat de aanleiding voor het misdrijf gelegen
is in het cocaïnegebruik van verdachte. De rechtbank acht het niet
uitgesloten dat het slachtoffer die avond aan de verdachte geen cocaïne
heeft willen geven en verdachte wellicht daardoor zo woedend is
geworden dat hij in razernij het slachtoffer om het leven heeft
gebracht.
De rechtbank legde een lagere straf op dan de elf jaar gevangenisstraf
die de officier van justitie geëist had. De rechtbank keek hierbij
onder meer naar de straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd.
LJ Nummer
PB1945
Zie het origineel
Bron: Rechtbank Utrecht
Datum actualiteit: 25 januari 2011