Rijksoverheid
25 januari 2011
zuivelvoorstellen van de Commissie van de EU
Geachte Voorzitter, In antwoord op de vragen van de commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het voorstel voor een verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1234/2007 met betrekking tot contractuele betrekkingen in de zuivel- en zuivelproductensector COM(2010) 728, bericht ik u het volgende. Het voorstel voor wijziging van Verordening (EG) nr. 1234/2007 maakt het mogelijk dat producentenorganisaties in de zuivelsector worden erkend. Voor de erkenning van producentenorganisaties door een lidstaat zullen dezelfde criteria gelden die momenteel worden gesteld aan producentenorganisaties in andere sectoren, zoals de tuinbouw. Producentenorganisaties kunnen slechts worden erkend indien Verordening (EG) nr. 1234/2007 daartoe de basis verschaft voor de betreffende sector, indien zij worden opgericht op initiatief van de producenten zelf en een specifiek doel nastreven. Wanneer een erkende producentenorganisatie namens haar leden met zuivelverwerkers wil onderhande
len over de voorwaarden voor de levering van melk, stelt het voorstel grenzen aan de omvang van de producentenorganisatie. Deze mag niet meer dan 3,5% van de Europese productie en 33% van de nationale productie van een lidstaat vertegenwoordigen. Indien de producentenorganisatie producenten uit meer lidstaten vertegenwoordigt, geldt de aanvullende eis dat de productie niet meer dan 33% in elke betrokken lidstaat mag zijn. De grens aan de nationale productie moet voorkomen dat collectieve onderhandelingen door producentenorganisaties de mededinging uitschakelen in lidstaten waar de zuivelmarkt nog grotendeels nationaal van karakter is. Door de grens op 33% te stellen komt enerzijds een significante versterking van de onderhandelingspositie tot stand, maar wordt anderzijds voorkomen op nationale markten monopolieposities ontstaan.
Om te voorkomen dat op markten voor zuivelproducten ondanks de grenzen aan Europese en nationale productie de mededinging wordt uitgeschakeld, voorziet het voorstel in een bevoegdheid voor de nationale mededingingsautoriteiten om in incidentele gevallen producentenorganisaties de mogelijkheid tot collectief onderhandelen te ontzeggen. Bij die beoordeling hiervan nemen Commissie en NMa de nationale noch de interne Europese markt of productie als uitgangspunt, maar bepalen zij de voor een product relevante markt. Op basis van economische analyse wordt bepaald binnen welk geografisch gebied geconcurreerd wordt. Transportafstanden kunnen bijvoorbeeld een rol spelen bij de afbakening van de relevante markt. Volgens de toelichting heeft de bepaling over producentenorganisaties geen gevolgen voor coöperaties. Gezien het overwegende coöperatieve karakter van de Nederlandse zuivelindustrie zal de betekenis van dit voorstel voor Nederland gering zijn. De Staatssecretaris van Economische Zak
en, Landbouw en Innovatie,
dr. Henk Bleker