Rechtbank Almelo


Uitspraak inzake bedrijfsongeval met dodelijke afloop

Almelo, 25 januari 2011 - De rechtbank Almelo acht bewezen dat het bedrijf Enrichment Technology Nederland BV nalatig is geweest bij naleving van de Arbeidsomstandighedenwet. In een van haar productiehallen heeft een noodlottig bedrijfsongeval plaatsgevonden. De werkgever had redelijkerwijs moeten weten dat bij de samengestelde machine levensgevaar voor de werknemers was te verwachten. De rechtbank acht een misdrijf uit de Arbeidsomstandighedenwet bewezen en legt het bedrijf een boete op van EUR 45.000,=.

Feitenrelaas
Het in Almelo gevestigde bedrijf Enrichment Technology Nederland BV (ETN) is opgericht in mei 2003 en heeft meer dan 800 werknemers in dienst. ETN houdt zich onder andere bezig met het ontwerpen en oprichten van fabrieken, cascades en centrifuges die geschikt zijn om uranium isotopen te verrijken.
Op 28 april 2009 heeft bij ETN een bedrijfsongeval plaatsgevonden, waarbij een 50-jarige ervaren werknemer om het leven is gekomen. Het slachtoffer was ten tijde van het ongeval met twee collega's werkzaam in een productiehal. Via een niet-beveiligde doorgang heeft hij een ruimte binnen een samenstel van twee grote machines kunnen betreden om deze te reinigen (verwijderen van spanen die waren ontstaan tijdens het frezen). Doordat gebruik werd gemaakt van de onbeveiligde doorgang bleef de machine functioneren en kon het gebeuren dat een (daartoe onbevoegde) collega een zogenaamde portaalrobot in werking zette waardoor het slachtoffer bekneld raakte en om het leven kwam.

Terechtzitting
De inhoudelijke behandeling van deze strafzaak heeft plaatsgevonden op 11 januari 2011. De officier van justitie stelde dat verdachte een aantal veiligheidsvoorschriften niet had nageleefd - waarbij het bedrijf moest weten dat een levensgevaarlijke situatie voor werknemers kon ontstaan - en eiste dat verdachte zou worden veroordeeld tot een geldboete van EUR 45.000,=.

Motivering strafoplegging
De rechtbank acht bewezen dat het bedrijf ETN een bij artikel 32 van de Arbeidsomstandighedenwet gesteld voorschrift heeft overtreden en veroordeelt ETN voor dit misdrijf. De rechtbank is van oordeel dat verdachte redelijkerwijs moest weten dat levensgevaar en/of ernstige schade aan de gezondheid van haar werknemers was te verwachten. Uit een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie van 19 december 2008 bleek dat een aantal zaken bij ETN niet in orde was. Het evaluatierapport wees uitdrukkelijk op de noodzaak om een CE-toetsing uit te voeren bij het samenstel van de twee onderhavige machines (die onafhankelijk van elkaar wel een CE-keurmerk hadden, maar als samenstel niet). Verdachte had de vereiste CE-toetsing nog niet laten uitvoeren. Onder deze omstandigheden heeft verdachte een in het oog springende ruimte van 67,5 cm naast de beveiligde doorgang laten bestaan. Via deze ruimte kon een werknemer de plaats van het ongeval bereiken zonder dat de beveiliging in werking werd gesteld.
Alles overziend komt de rechtbank tot de slotsom dat ETN niet alleen in strijd met een aantal voorschriften betreffende de arbeidsomstandigheden heeft gehandeld, maar dat zij - gezien de signalen die de leiding bereikten over de handelwijze van de werknemers
- redelijkerwijs moest weten dat op haar werkvloer levensgevaar was te verwachten.

Straf
De rechtbank heeft bij haar strafbepaling rekening gehouden met het feit dat verdachte niet eerder is veroordeeld. Voorts heeft ETN na het ongeval de nabestaanden van het slachtoffer op goede wijze bijgestaan en financieel ondersteund. Dit alles in aanmerking nemend legt de rechtbank aan verdachte een geldboete van
EUR 45.000,= op.

LJ Nummer

BP1902

Zie het origineel
Bron: Rechtbank Almelo
Datum actualiteit: 25 januari 2011 Naar boven