Rechtbank Arnhem
Veroordeling voor gevaarlijk rijgedrag, vrijspraak voor veroorzaken
ongeval
Arnhem, 21 januari - Conform de eis van de officier van justitie, is
een 35-jarige Nijmegenaar door de rechtbank in Arnhem veroordeeld tot
een geldboete van ⬠250 en een voorwaardelijke rijontzegging van 3
maanden wegens gevaarlijk rijgedrag. Tegelijkertijd heeft de rechtbank
de man vrijgesproken van het veroorzaken van een ongeval door
roekeloosheid of schuld, waarbij twee mensen om het leven zijn gekomen.
Weliswaar heeft de rechtbank geoordeeld dat de Nijmegenaar de
bestuurder van de verongelukte auto is geweest, en dat de
verkeersgedragingen van de man hebben geleid tot het ongeval op 7 april
2009 waarbij de beide mede-inzittenden om het leven zijn gekomen, maar
de rechtbank komt ook tot het oordeel dat de man niet anders kan worden
verweten dan dat hij op de verkeerde wijze heeft gereageerd op een
plotseling overstekend dier. Met name is de rechtbank van oordeel dat
de man had moeten remmen in plaats van â vlak voor een verhoogde
middengeleider â een uitwijkmanoeuvre naar links te maken. Vervolgens
had de man naar het oordeel van de rechtbank niet ook nog eens moeten
proberen weer terug te komen op zijn eigen weghelft, terwijl hij
inmiddels niet meer vóór die middengeleider langs kon komen. Door
deze verkeersmanoeuvres is de auto van de man op de middengeleider
gebotst, doorgeschoten over de weg en tegen een boom gebotst, waarna de
auto in brand is geraakt. Gelet echter op de omstandigheden van dat
ogenblik, oordeelt de rechtbank dat hier geen sprake van roekeloosheid
of aanmerkelijke schuld is.
De rechtbank realiseert zich tot welk onuitsprekelijk leed dit ongeval
heeft geleid bij de nabestaanden en vrienden van de beide slachtoffers.
De Nijmegenaar heeft tijdens de terechtzitting laten zien dat het
gebeurde hem in hoge mate heeft aangegrepen.
In het oordeel dat de man als bestuurder van de personenauto andere
keuzes had kunnen en moeten maken, ligt ook het uitgangspunt besloten
dat, in zijn algemeenheid, elke verkeersdeelnemer naar optimale
veiligheid dient te streven. Bij de mate van verwijtbaarheid dient de
rechtbank voor ogen te houden dat een aan de Nijmegenaar op te leggen
straf, in verhouding dient te staan tot zijn verkeersgedrag en niet
dient te worden ingegeven door de gevolgen daarvan.
Bron: Rechtbank Arnhem
Datum actualiteit: 21 januari 2011 Naar boven