Rijksoverheid
21 januari 2011
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Dille (PVV) over het gebruik van Ritalin (2010Z18443). Hoogachtend, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Dille over het gebruik van Ritalin. (2010Z18443)
1 Bent u op de hoogte van het rapport van het Instituut voor Verslavingsonderzoek (IVO) "Niet voorgeschreven gebruik van ADHD Redenen voor gebruik, gevolgen en verslaving"? Antwoord Ja, ik ben hiervan op de hoogte. 2 Is het waar dat 15% (één op de zes) van de kinderen die Ritalin gebruiken hieraan verslaafd is? Antwoord Het IVO heeft onderzoek uitgevoerd naar oneigenlijk gebruik van Ritalin. De werving van respondenten is niet geheel aselect verlopen. Ondanks wervingscampagnes op meerdere hogescholen en universiteiten zijn het voornamelijk bezoekers van internetfora over drugsgebruik en uitgaan die hebben meegewerkt aan het onderzoek. De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op de ingevulde vragenlijst van 162 respondenten, 107 mannen en 55 vrouwen, waarvan 80% in de leeftijdscategorie 16 tot 24 jaar en een gemiddelde leeftijd van 24 jaar. Alle respondenten gebruiken of gebruikten ooit oneigenlijk Ritalin. 24 respondenten (15%) rapporteerden drie van de zeven DSM-IV-criteria voor
middelenafhankelijkheid. Onderzoekers concluderen op basis hiervan dat oneigenlijk gebruik van Ritalin risico's op afhankelijkheid met zich meebrengt. Desgevraagd meldden de onderzoekers dat de uitkomst van dit onderzoek niets zegt over alle Ritalingebruikers, zeker niet over degenen die Ritalin volgens doktersvoorschrift gebruiken. Uit dit onderzoek kan dus niet worden afgeleid dat 15% van de kinderen die Ritalin gebruiken daaraan verslaafd is. 3 Deelt u de mening dat het schokkend is dat uit het rapport blijkt dat bij bijna de helft van de respondenten een aandachtsstoornis nooit formeel is vastgesteld, en dat één derde van de respondenten Ritalin uitsluitend gebruikt voor recreatieve doeleinden? Antwoord Bij gebruik van Ritalin zonder dat de diagnose ADHD of ADD is vastgesteld werkt dit medicijn als stimulerend middel. De meeste respondenten (60%) gebruiken dit middel oneigenlijk of experimenteel voor recreatieve doeleinden. Hoewel de omvang van oneigenlijk gebruik van Ritalin
beperkt is vind ik het bijzonder onverstandig dat op recept voorgeschreven medicatie op oneigenlijke wijze wordt gebruikt. 4 Hoe verklaart u deze zeer onwenselijke situatie? Antwoord Driekwart van de respondenten ervaart positieve gevolgen van het oneigenlijk gebruik terwijl meer dan de helft van de respondenten Ritalin bij wijze van experiment gebruikt. Mogelijke gezondheidsrisico's die dit met zich meebrengt neemt men op de koop toe.
5 Bent u bekend met de visie van diverse deskundigen en specialisten die wijzen op de gevaren van het (lichtvaardig) voorschrijven van Ritalin? 1) 2) Antwoord Ja ik ben hiermee bekend. En ik ga er van uit dat de verscheidene visies van collega's ook binnen de beroepsgroepen bekend zijn en dat deze worden meegenomen bij het opstellen van criteria en beleidslijnen ten aanzien van het voorschrijven van Ritalin. 6 Is het waar dat de risico's en bijverschijnselen (ook op langere termijn) van het gebruik van Ritalin onvoldoende lijken te worden onderkend? Antwoord De balans tussen werkzaamheid, risico's en bijwerkingen van het gebruik van Ritalin en andere methylfenidaat-bevattende producten als geneesmiddel wordt (op zowel nationaal als Europees niveau) door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen nauwkeurig gevolgd. Het CBG beoordeelt de balans tussen de baten en de risico's van methylfenidaat als positief. Er zijn gegevens voorhanden over het gebruik van methylfenidaat bij ki
nderen en adolescenten vanaf 1982. In 2009 heeft de CHMP, het wetenschappelijke comité van het Europese geneesmiddelenagentschap EMA, waarin het CBG is vertegenwoordigd, nogmaals alle beschikbare gegevens over de risico's van methylfenidaat beoordeeld en werd de balans positief bevonden op voorwaarde dat de productinformatie aangepast zou worden. Hierin wordt nu onder meer controle van de bloeddruk en hartfrequentie verplicht gesteld bij nieuwe patiënten en bij iedere aanpassing van de dosering. Daarnaast werd een zogenaamd 'Risk Management Plan' opgesteld om onderzoek af te dwingen naar mogelijke effecten op het hart en de hersenen, het mogelijk ontstaan van kanker, effecten op de groei, ontwikkeling en geslachtsrijping, psychiatrische effecten en effecten van langdurig gebruik. Ook wordt gekeken naar mogelijk misbruik en verkeerd gebruik (`abuse' en `misuse') van methylfenidaat. Deze onderzoeken worden momenteel uitgevoerd, jaarlijks wordt de voortgang hiervan bekeken. Mochten e
r tussentijds ontwikkelingen zijn die de baten risico balans van methylfenidaat beïnvloeden, dan treft het CBG op dat moment de noodzakelijke maatregelen. 7 Bent u bereid op korte termijn een onderzoek in te stellen naar het (te makkelijk) voorschrijven, en de risico's van het gebruik van Ritalin? Zo nee, waarom niet? Antwoord Ik zal in overleg met de Inspectie voor de Gezondheidszorg de beroepsgroep vragen naar het voorschrijfgedrag en indien hiertoe aanleiding bestaat een onderzoek laten doen. 8 Bent u bereid strengere criteria en meer duidelijke beleidslijnen in te stellen om
het te lichtvaardig verstrekken van Ritalin aan banden te leggen? Zo nee, waarom niet? Antwoord Afhankelijk van de uitkomst van het overleg met de IGZ, de beroepsgroep en een eventueel onderzoek zal ik, indien dit noodzakelijk blijkt, de beroepsgroepen aansporen om de huidige criteria en beleidslijnen met betrekking tot het verstrekken van Ritalin te wijzigen. Het is namelijk aan de beroepsgroepen zelf om hun eigen criteria en beleidslijnen aan te passen aan de uitkomsten van de meest recente onderzoeken op dit terrein. 1) "Ritalin, als een cocaïneproduct, verwoest de neuronen van het zenuwstelsel en kan kinderen psychotisch maken" (F. Haesbrouck, Psychiatrisch Centrum St. Amandus) 2) "Er wordt veel te makkelijk naar Ritalin gegrepen. Ritalin pakt niet de oorzaak aan. De langetermijneffecten zijn niet duidelijk (Prof. J. Buitelaar, UMC St. Radboud)
---- --