Raad van State kent twee soorten jeugddetentie (20-01-11)
Is jeugddetentie gevangenisstraf of niet? Op die vraag heeft de Raad
van State twee verschillende antwoorden, zo blijkt uit enkele
uitspraken in verband met een aanvraag van een reguliere
verblijfsvergunning enerzijds en een aanvraag in het kader van de
pardonregeling anderzijds.
De Raad van State heeft op 24 december 2010 uitgesproken dat de IND een
aanvrager van een reguliere verblijfsvergunning niet mag tegenwerpen
dat hij/zij veroordeeld is tot 'jeugddetentie'. Volgens de Raad van
State valt uit de richtlijn 2003/86 van de Europese Unie inzake het
recht op gezinshereniging en gezinsvorming op te maken dat
'jeugddetentie' onderscheiden dient te worden van een 'gewone'
gevangenisstraf. Volgens deze richtlijn mag een gevangenisstraf wel als
reden gebruikt worden om een aanvraag voor een verblijfsvergunning af
te wijzen, maar een veroordeling tot jeugddetentie mag niet worden
tegengeworpen.
Op 24 december 2009, exact een jaar eerder dus, bepaalde de Raad van
State nog in een zaak die ging over de afwijzing voor de pardonregeling
dat gevangenisstraf mede jeugddetentie omvatte! Een jaar later voerde
de gemachtigde van de IND dit dan ook aan, maar nu gaf de Raad van
State aan dat de uitspraak uit 2009 betrekking heeft op de uitleg van
de term 'gevangenisstraf' in paragraaf A5/2 van de
Vreemdelingencirculaire 2000 en niet op de term 'gevangenisstraf' in
het Vreemdelingenbesluit 2000. Volgens de Raad van State kent
het vreemdelingenrecht dus twee definities van 'gevangenisstraf' en
'jeugddetentie'.
De wijze waarop de Raad van State in haar uitspraak van 24 december
2009 tot de conclusie kwam dat gevangenisstraf mede jeugddetentie
omvatte was overigens zeer merkwaardig (zie hierover ook ons bericht
van 20 januari 2010). De IND had namelijk enige tijd nadat de
pardonregeling tot standgekomen was, de Vreemdelingencirculaire in die
zin aangepast dat na het woord `gevangenisstraf' de woorden `(waaronder
jeugddetentie)' zijn toegevoegd, waardoor ook jeugddetentie een
contra-indicatie vormde voor de pardonregeling. Volgens de Raad van
State was deze toevoeging echter geen 'wijziging' maar slechts
'verduidelijking' van de term gevangenisstraf, en was dus volgens de
Raad van State voldoende bekend dat jeugddetentie op dezelfde wijze zou
worden tegengeworpen als gevangenisstraf.
Opmerkelijk is natuurlijk dat op dat moment de betreffende richtlijn
2003/86 van de Europese Unie ook al van kracht was, die aldus expliciet
een hele andere definitie van 'jeugddetentie' kent, welke definitie
diezelfde Raad van State een jaar later wel hanteert.