Vlaamse Overheid

verkeersfiscaliteit

Globale hervorming van de verkeersfiscaliteit

Persmededeling van de Vlaamse Regering

vrijdag 21 januari 2011

Vandaag heeft de Vlaamse Regering de krachtlijnen van de globale hervorming van de verkeersfiscaliteit goedgekeurd, en dit in gemeenschappelijke visie met het Waals en het Brussels gewest. Op 15 november 2010 kwamen de minister-presidenten van de Vlaamse Regering, de Waalse Regering en de Brusselse Regering overeen om zo snel mogelijk een politiek akkoord af te sluiten tussen de drie gewestregeringen inzake de globale hervorming van de verkeersbelasting. Vandaag is de goedkeuring in de drie gewestregeringen een feit.

Bij het begin van de regionale legislatuur 2009-2014 hebben de drie gewesten vastgesteld dat in de drie regeerakkoorden de wil tot een globale hervorming van de verkeersfiscaliteit is vastgelegd. Deze hervorming heeft tot doel om een eerlijkere fiscaliteit in te stellen, het transport- en mobiliteitssysteem te verbeteren en de milieuprestaties van het vervoerssysteem te verhogen. Sociaal verantwoorde correcties blijven daarbij mogelijk.

Daartoe willen de drie gewesten de kosten voor mobiliteit objectief doorrekenen aan burgers en bedrijven. Dat betekent concreet dat enerzijds de kosten voor het gebruik van de vervoersinfrastructuur worden doorgerekend en anderzijds de externe kosten (schadelijke emissies, fijn stof, geluid) die dat gebruik met zich meebrengen. Ook buitenlandse weggebruikers betalen voortaan mee. De hervorming sluit daarmee aan bij de visie die Europa daaromtrent heeft uitgestippeld. Er zijn hieromtrent ook al contacten geweest met de betrokken diensten van de Europese Commissie.

Het gemeenschappelijk hervormingsplan is ambitieus, maar houdt rekening met het maatschappelijk draagvlak bij burger en bedrijf. De drie gewesten gaan dan ook voor een hervormingsplan volgens volgende krachtlijnen:

A. Een slimme kilometerheffing voor vrachtwagens vanaf 3,5 ton

In 2013 willen de drie gewesten een slimme kilometerheffing voor vrachtwagens vanaf 3,5 ton invoeren. De tarieven kunnen variëren in functie van afgelegde afstand, plaats, tijd en milieukenmerken van het voertuig. De gewesten zullen de nodige afspraken maken inzake het basistarief en de minimale en maximale afwijking daarvan. De intentie is om de kilometerheffing minstens in elk gewest in te voeren op de wegen die behoren tot het Eurovignetnetwerk. Conform het intra-Belgische institutionele kader heeft elk gewest de vrijheid om bovenop het basisnetwerk wegen toe te voegen aan het belastbaar wegennet.

Het systeem zal worden geoperationaliseerd via een private partner die zal instaan voor het ontwerp, de bouw, de financiering, het onderhoud en de exploitatie van het systeem via het zogenaamde DBFM-O model. Technisch zal het systeem functioneren via satellietdetectie voor de bepaling van de positie en via mobiele datacommunicatie voor de gegevensverwerking en de facturatie aan de eindgebruiker. Dit gebeurt door gebruik te maken van een electronisch registratiesysteem ("on-board-units") in de vrachtwagens. Daarnaast zal voorzien worden in een passend systeem voor niet courante gebruikers (bijvoorbeeld via tijdsgebonden gebruiksrecht of on-board-units in bruikleen).

B. Een groene verkeersfiscaliteit voor voertuigen
Ook voor personenwagens willen de drie gewesten een nieuwe verkeersfiscaliteit doorvoeren. Wegens mogelijke technische schaalvoordelen zal deze hervorming gecoördineerd worden met de invoering van de kilometerheffing voor vrachtwagens. In tegenstelling tot de huidige verkeersbelasting op basis van fiscale PK, zal de nieuwe verkeersbelasting bestaan uit 2 componenten. De Belgische gebruiker zal op zijn aanslagbiljet enerzijds een vast bedrag betalen voor het gebruik van de weg via een elektronisch vignet en anderzijds een variabel bedrag voor de externe kosten die het voertuig veroorzaakt (schadelijke emissies, fijn stof, geluid).

Elke gebruiker van Belgische wegen zal het vignet betalen, zowel Belgen als buitenlanders. Buitenlanders zullen kunnen kiezen voor een vignet van kleinere tijdsduur. De Vlaamse Regering zal erop toezien dat bij de verdere uitwerking van het wegenvignet de bezorgdheid over de mogelijke impact op het toerisme wordt meegenomen.

De binnenlandse inkomsten van de oude verkeersbelasting en de nieuwe verkeersbelasting blijven constant. Het nieuwe systeem leidt dus niet tot een belastingverhoging. Op individueel niveau kan de verkeersbelasting stijgen of dalen in vergelijking met vandaag, afhankelijk van de milieuprestaties van het voertuig. Sociaal verantwoorde correcties blijven daarbij mogelijk.

De drie gewesten hebben ervoor gekozen voorlopig niet te starten met een kilometerheffing voor personenwagens. De gewesten zijn ervan overtuigd dat daarvoor eerst het noodzakelijke maatschappelijke draagvlak moet worden gezocht. Daarom hebben de drie gewesten ook beslist dat ze in de zone van het Gewestelijk Express Net (GEN) een proefproject zullen opstarten voor een kilometerheffing voor personenwagens, op voorwaarde van een redelijke kostprijs. Op die manier kan worden nagegaan onder welke voorwaarden (technisch, budgettair, sociaal, economisch) dergelijk systeem mogelijks kan worden ingevoerd. Er zal wel aan de private partijen gevraagd worden om de kilometerheffing voor vrachtwagens zo te ontwikkelen, dat het in een later stadium uitbreidbaar is naar personenwagens.

C. Verdeling van kosten en opbrengsten

Vrachtwagens: De opbrengsten komen toe aan dat Gewest op wiens grondgebied de kilometers zijn afgelegd. De infrastructuur- en exploitatiekosten zullen op billijke wijze worden verdeeld tussen de 3 gewesten.

Personenwagens: De inkomsten van de in België ingeschreven voertuigen komen toe aan het Gewest volgens de plaats waar de eigenaar van het voertuig gevestigd is. Dit geldt ook voor het elektronisch vignet. Alleen voor de nieuwe inkomsten uit het vignet dat aan buitenlanders wordt verkocht, is er een verdeelsleutel bepaald: Vlaanderen (52%), Brussel (10%) en Wallonië (38%). De infrastructuur- en exploitatiekosten verbonden aan het vignet, worden verdeeld over de drie gewesten op basis van de ontvangsten van elk gewest.

D. Vervolgtraject

Het Belgische institutionele kader vereist dat het politiek akkoord wordt omgezet in de nodige samenwerkingsakkoorden tussen de drie gewesten en voor sommige aspecten - zoals de opzeg van het Eurovignetverdrag - ook tussen de gewesten en de federale overheid.

Het politiek akkoord voorziet dan ook in een intergewestelijke werkgroep om deze samenwerkingsakkoorden voor te bereiden. Daarnaast moet de werkgroep zich ook buigen over een aantal technische aspecten zoals het bepalen van de tariefstructuur. De tarieven zullen alleszins zo bepaald worden dat de concurrentiepositie van de Belgische logistieke sector niet in het gedrang wordt gebracht.

De lopende studie die de Vlaamse Regering heeft besteld bij het Steunpunt Goederenstromen naar de bedrijfseconomische impact van de kilometerheffing voor vrachtwagens kadert in die doelstelling.

De Vlaamse Regering zal ook op geregelde tijdstippen verder overleg plegen met het maatschappelijk middenveld, in de eerste plaats via de Mobiliteitsraad Vlaanderen (MORA).