Wageningen Universiteit en Researchcentrum
21 jan 2011
Nummer: R
Met behulp van DNA-kennis kunnen veefokkers sinds kort veel sneller de
fokwaarde van een stier vaststellen. Dat opent nieuwe mogelijkheden,
zoals melkkoeien met een kleine ecologische voetafdruk en veel
onverzadigde vetten.
De stier Sunny Boy geldt als het boegbeeld van de Nederlandse
veefokkerij. Hij bezat een combinatie van genen voor een zeer hoge
melkproductie bij vrouwelijke nakomelingen. Sunny Boy (1985-1997) heeft
ontelbare koeien bevrucht, getuige de 1,8 miljoen rietjes met sperma
die van hem over de toonbank gingen. Mede door zijn toedoen steeg het
aantal melkkoeien met een levensproductie van 100.000 liter melk of
meer.
Vijf jaar
Toch duurde het even voordat de waarde van Sunny Boy duidelijk werd.
Vroeger wisten de veefokkers hoe goed pa en ma van het pasgeboren kalf
waren, maar niet of het kalf de goede eigenschappen had geërfd.Â
Tussen broertjes en zusjes zit nu eenmaal veel variatie. Een stiertje
moest eerst anderhalf jaar oud zijn om voldoende sperma te kunnen
produceren voor bevruchting van een koe. Daarna moest de dochter van de
stier eerst zelf een kalf krijgen en melk gaan produceren. Dan pas kon
de fokker de fokwaarde van de stier berekenen op basis van de
melkproductie van zijn dochters. Alles bij elkaar kostte het zo'n vijf
jaar om de fokwaarde van Sunny Boy vast te stellen.
DNA-merkers
Inmiddels kan de fokwaarde van een stier een dag na zijn geboorte
worden bepaald. Een revolutie die grote gevolgen heeft voor de
veefokkerij, zegt Sander de Roos. Hij is hoofd Breeding & Support van
rundveefokkerijbedrijf CRV en promoveert op 21 januari bij fokkerijprof
Johan van Arendonk op genomic selection. Die term laat zich lastig
vertalen naar het Nederlands. 'We schatten de fokwaarde van stieren en
koeien op basis van DNA-merkers: stukjes DNA die de eigenschappen van
de stier of koe voorspellen.' Niet alleen kunnen de fokkers nu met
DNA-informatie veel eerder de fokwaarde bepalen, het kan ook veel
nauwkeuriger.
Melksamenstelling
In de praktijk werkt CRV hierbij samen met de melkveehouders. Die
sturen, als een stierkalfje is geboren, een zakje met een plukje haar
op naar het bedrijf van De Roos. 'Wij laten dat analyseren door een
laboratorium in Luik. Daar analyseren ze het DNA van het kalfje aan de
hand van 50.000 merkers of posities op het DNA. Zij doen de
DNA-analyse, wij hebben de formule om met die DNA-merkers de fokwaarde
te schatten.' CRV beoordeelt zo'n veertig eigenschappen. Daarbij gaat
het niet alleen om de hoeveelheid melk, maar ook om de samenstelling
ervan: het vet- en eiwitgehalte. Ook het uiterlijk van de koe,
waaronder de kwaliteit van het beenwerk en de uier, bepaalt de
fokwaarde. En ten derde beoordeelt CRV de genetische aanleg voor
gezondheid, vruchtbaarheid en levensduur van de koe. Op al deze
aspecten kan CRV nu veel effectiever selecteren dan vroeger. De nieuwe
techniek verdubbelt de genetische vooruitgang per jaar, zegt De Roos.
Rundergenoom
Hij begon zijn promotie in 2006. 'Toen bestond genomic selection alleen
nog in theorie.' Doordat wetenschappers het rundergenoom in kaart
brachten en veel DNA-merkers vonden, kan de techniek nu worden
toegepast door bedrijven als CRV. De Roos lost in zijn proefschrift
enkele statistische vragen op, waaronder de betrouwbaarheid van de
fokwaarden op basis van de DNA-merkers. Ook heeft hij vastgesteld hoe
hij genomic selection kan toepassen in fokprogramma's.
Inteelt
Een belangrijk vraagstuk in elk fokprogramma is inteelt. 'Ik concludeer
dat genomic selection leidt tot minder inteelt per generatie. Dat is
goed nieuws voor de geneticus. Maar let op: doordat we jonge stieren
als vaderdieren gaan gebruiken, zetten we in dezelfde tijdsperiode meer
generaties om. Daardoor kan de inteelt per jaar toenemen. En dat is
waar de praktijk naar kijkt.' Om de inteelt te beperken moet je zorgen
voor voldoende variatie in afstammingen.
Ecologische voetafdruk
Met genomic selection denkt De Roos in de toekomst ook een aantal
nieuwe eigenschappen te kunnen verbeteren. Hij wil bijvoorbeeld
bekijken of via fokkerij de ecologische voetafdruk van de melkkoe kan
worden verkleind, door te selecteren op betere voerefficiëntie. Ook de
samenstelling van melk kan makkelijker worden gestuurd. 'De verhouding
tussen onverzadigde en verzadigde vetten is erfelijk bepaald. Omdat we
de DNA-merkers voor de melksamenstelling kennen, kunnen we de
melksamenstelling voorspellen. Dat opent mogelijkheden voor specifieke
zuivelproducten.' | Albert Sikkema
Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het
blad voor Wageningen UR (University & Research centre). Meer informatie
bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail:
pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail:
resource@wur.nl. Zie ook www.resource.wur.nl.