Juiste weergave vermogen voor havenpensioen in jaarrekeningen Aegon
In de jaarrekeningen van Aegon is het beklemd vermogen van de in Optas
Pensioenen N.V. omgezette Stichting PVH juist weergegeven.
Achtergrond
Werkgevers en vakbonden in de haven in Rotterdam hadden de
pensioenverzekeringen voor de havenwerknemers ondergebracht in de
stichting Pensioenfonds voor de Vervoer- en Havenbedrijven (Stichting
PVH). Die Stichting PVH hebben zij later omgezet in een naamloze
vennootschap, uiteindelijk de commerciële pensioenverzekeraar Optas
Pensioenen N.V. In 1996 hebben werkgevers en vakbonden besloten om de
aandelen in Optas Pensioenen onder te brengen bij Stichting Optas.
Aegon heeft in 2007 Optas Pensioenen van Stichting Optas gekocht en
daarvoor EUR 1,5 miljard aan Stichting Optas betaald. De
havenwerknemers, verenigd in de Stichting Belangenbehartiging
Pensioengerechtigden van de Vervoer- en Havenbedrijven (Stichting
BPVH), menen dat zij recht hebben op dat geld ter verbetering van hun
pensioenaanspraken. Daarover was een conflict ontstaan met Stichting
Optas. Stichting BPVH en Stichting Optas hebben inmiddels een schikking
bereikt.
Bij het omzetten van een stichting in een N.V. ontstaat op grond van de
wet (art. 2:18 lid 6 Burgerlijk Wetboek) een zogeheten beklemd
vermogen. Toen stichting PVH werd omgezet in Optas Pensioenen is in
1997 zo'n wettelijk beklemd vermogen ontstaan. Dit beklemd vermogen mag
zonder toestemming van de rechter niet anders worden besteed dan vóór
de omzetting in de statuten van Stichting PVH was voorgeschreven.
Volgens Aegon is dat wettelijk beklemd vermogen het saldo van alle
vermogensbestanddelen op het moment van de omzetting van Stichting PVH.
Dat saldo bedroeg per eind 2007 ongeveer EUR 770 miljoen. Zo is het ook
in de jaarrekeningen van Aegon opgenomen.
Volgens Stichting BPVH is niet dit gefixeerde saldo, maar het gehele
vermogen (alle activa en passiva) van de omgezette stichting beklemd.
Het hele vermogen van Stichting PVH was bijeengebracht voor de
pensioenen en na omzetting is dat hele vermogen volgens Stichting BPVH
wettelijk beklemd. De gedachte daarachter is dat het hele vermogen aan
de verbetering van de pensioenen moet worden besteed.
Stichting BPVH is een zogeheten jaarrekeningprocedure bij de
ondernemingskamer in Amsterdam begonnen tegen Aegon.
Volgens Stichting BPVH is door de omzetting van Stichting PVH in Optas
Pensioenen het hele vermogen van Optas Pensioenen beklemd. Het vermogen
van Optas Pensioenen bedraagt EUR 1,7 miljard. Dat vermogen is volgens
Stichting BPVH beklemd en mag Aegon in haar jaarrekeningen over 2007
niet bij haar eigen vermogen meetellen. Daardoor zou het resultaat van
het vermogen van Aegon EUR 1,7 miljard te hoog zijn voorgesteld.
Stichting BPVH heeft de ondernemingskamer verzocht Aegon opdracht te
geven haar jaarrekeningen hieraan aan te passen.
De procedure bij de ondernemingskamer
De ondernemingskamer heeft op 5 augustus 2009 (LJN BJ4684) het verzoek
van Stichting BPVH afgewezen. Volgens de ondernemingskamer is het
beklemd vermogen ad EUR 770 miljoen van de in Optas Pensioenen N.V.
omgezette stichting PVH op juiste wijze in de jaarrekeningen van Aegon
over 2007 weergegeven.
De procedure bij de Hoge Raad
Stichting BPVH heeft cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak van de
ondernemingskamer van 5 augustus 2009. Advocaat in cassatie is mr.
K.G.W. van Oven in Den Haag. Behandelend advocaten zijn mr. R.B.
Gerretsen en mr. F.E. Vermeulen, advocaten in Amsterdam.
Aegon heeft in cassatie verweer gevoerd. Advocaten zijn mr. R.S. Meijer
in Den Haag en mr. W.H. Baren in Amsterdam.
Op 21 oktober 2010 heeft advocaat-generaal mr. P. Vlas in zijn
conclusie de Hoge Raad geadviseerd de uitspraak van de
ondernemingskamer in stand te laten.
De uitspraak van de Hoge Raad
De ondernemingskamer heeft terecht beslist dat het beklemd vermogen ad
EUR 770 miljoen van de in Optas Pensioenen N.V. omgezette stichting PVH
op juiste wijze in de jaarrekeningen van Aegon is weergegeven.
Het wettelijke beklemd vermogen (art. 2:18 lid 6 BW) biedt een waarborg
tegen het ongeoorloofd uitkeren van het eigen vermogen van de omgezette
stichting door de nieuwe rechtspersoon. Gelet op deze
beschermingsfunctie kan onder vermogen in dit verband slechts het saldo
van de activa en passiva worden begrepen. Als de beklemming zou rusten
op alle activa en passiva, zoals de Stichting BPVH wil, zou dat voor
Optas Pensioenen tot een praktisch onwerkbare situatie leiden en dat
heeft de wetgever niet bedoeld.
Achtergrond van deze jaarrekeningprocedure is de vrees van de
havenwerknemers dat Aegon zich door de omzetting van Stichting PVH in
feite vermogen heeft toegeëigend dat zij verplicht was om aan de
verbetering van de pensioenen te besteden. Die vrees is begrijpelijk,
maar niet terecht. De beslissing in deze jaarrekeningprocedure dat de
beklemming rust op het gesaldeerde eigen vermogen van de omgezette
stichting heeft dat gevreesde gevolg niet. Dit beklemde vermogen vormt
een solvabiliteitsbuffer voor de nakoming van de pensioenverplichtingen
van Optas Pensioenen. Het beklemde vermogen dient, tezamen met overig
niet-beklemd vermogen van Aegon, tot zekerheid van de nakoming van de
pensioenverplichtingen. Met de omzetting van Stichting PVH is er geen
wijziging gekomen in de aard en omvang van het beklemde vermogen. Een
verplichting om het beklemde vermogen te besteden, bijvoorbeeld aan
verbetering van de pensioenen van de havenwerknemers, bestond vóór de
omzetting niet en na de omzetting ook niet.
Gevolgen van de uitspraak
De beslissing van de ondernemingskamer is definitief. Aegon hoeft in
haar jaarrekeningen de weergave van het beklemd vermogen van de
omgezette Stichting PVH niet te veranderen.
Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 21
januari 2011. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige
uitspraak is laatstgenoemde beslissend.
Op vrijdag 21 januari is persraadsheer mr. Willen van Schendel van
10.30 tot 12.00 uur via onderstaand telefoonnummer beschikbaar voor het
geven van toelichting.
Den Haag, 21januari 2011
Mireille Beentjes, communicatieadviseur
Tel. 070-3611262
LJ Nummer
BN8852
Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 21 januari 2011 Naar boven
Hoge Raad der Nederlanden