Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
PB11-004 20 januari 2011 9.30 uur
Heffingen lokale overheden stijgen met 2,8 procent
· · · · Reinigingsheffingen nagenoeg onveranderd Rioolheffing stijgt minder hard Opbrengst bouwleges daalt opnieuw Huishoudens betalen grootste deel stijging waterschapsbelastingen
In 2011 verwachten de lokale overheden 11,8 miljard euro te ontvangen uit heffingen. Dit is 2,8 procent meer dan in 2010. Dit blijkt uit cijfers van het CBS op basis van de begrotingen van de lokale overheden. De opbrengst van de gemeentelijke heffingen groeit naar verwachting in 2011 met 2,6 procent. Hiermee komen de opbrengsten voor het eerst boven de 8 miljard euro uit. De belangrijkste heffing van de gemeenten, de onroerendezaakbelasting (OZB), brengt dit jaar 3,4 procent meer op dan vorig jaar. De opbrengst van de reinigingsheffingen blijft nagenoeg onveranderd. Veel gemeenten hebben kunnen besparen op de kosten van afvalinzameling en -verwerking. Dit kostenvoordeel is doorberekend in de tarieven van de reinigingsheffingen. De rioolheffing brengt dit jaar 3,8 procent meer op. Vorig jaar bedroeg de toename 4,7 procent. Vanaf 2007 stijgen de opbrengsten elk jaar minder hard. Dit komt vooral doordat steeds meer gemeenten de kosten van het riool al bijna volledig dekken uit de opbrengst van de rioolheffing. Aan bouwleges verwachten de gemeenten 1,7 procent minder inkomsten. Net als vorig jaar daalt de opbrengst vooral als gevolg van de economische crisis. De provincies begroten dit jaar 1,9 procent meer aan opcenten motorrijtuigenbelasting. Dit is de kleinste stijging sinds 1995. De totale begrote opbrengst van de waterschapsheffingen bedraagt in 2011 ruim 2,3 miljard euro. Dit is 3,6 procent meer dan in 2010. Huishoudens betalen het grootste deel van deze stijging. Voor de watersysteemheffing (onder andere voor aanleg en onderhoud van waterkeringen, vaarwegen en waterlopen) betaalt de categorie ingezetenen 26 miljoen (6,3 procent) meer dan in 2010. Voor de zuivering van afvalwater komt 30 miljoen van de stijging ten laste van huishoudens.
www.cbs.nl
CBS Persbericht PB11-004
pagina 1 van 3
Technische toelichting
De begrotingcijfers van de gemeenten zijn voorlopig. De uitkomsten zijn alleen regionaal en per inwonergroep beschikbaar. Definitieve cijfers en gegevens per gemeente komen in maart beschikbaar. Het CBS heeft de begrotingen van 411 gemeenten en 12 provincies onderzocht. Dit kunnen zowel vastgestelde als primitieve begrotingen zijn. Primitieve begrotingen zijn begrotingen die door het college of het bestuur zijn opgesteld, maar nog niet zijn goedgekeurd door de gemeenteraad of Provinciale Staten. Wijzigingen als gevolg van de besluitvormingstrajecten tussen primitieve en vastgestelde begroting kunnen gevolgen hebben voor de hier gepresenteerde uitkomsten. Daarnaast heeft het CBS de digitale gegevensuitvraag over de begrotingen door de Unie van Waterschappen bij 25 waterschappen onderzocht. De overige gemeentelijke heffingen in de tabel betreffen de hondenbelasting, de forensenbelasting, de reclamebelasting, de baatbelasting, de roerendezaakbelasting, de begraafplaatsrechten en de marktgelden. De overige heffingen bij de provincies betreffen de grondwaterbelasting, de heffing nazorg stortplaatsen, de leges milieubeheer en overige leges. De overige heffingen bij de waterschappen betreffen de heffing wegenbeheer, de niet-taakgebonden heffing en de verontreinigingsheffing. De waterschappen innen de watersysteemheffing bij vier verschillende categorieën belastingbetalers: ingezetenen (huishoudens), eigenaren van gebouwen (zoals woningen en bedrijfspanden), eigenaren van grond en eigenaren van natuurterreinen. In dit persbericht zijn de totale opbrengsten van de heffingen opgenomen. Toename van de opbrengsten betekent niet dat de lasten bij de burgers met dezelfde percentages stijgen. In de eerste plaats zijn in de cijfers naast heffingen voor de burger ook heffingen opgenomen die zijn opgelegd aan bedrijven. Daarnaast nemen opbrengsten niet alleen toe door tariefontwikkelingen. Ook een verandering in het volume, zoals het aantal aanslagen of een wijziging van de (WOZ)-waarde heeft effect op de opbrengst. Verder is geen sprake van uniforme belastingdruk doordat er grote verschillen bestaan tussen de verschillende gemeenten, provincies en waterschappen. Ten slotte geldt nog dat een aantal heffingen, zoals de toeristenbelasting of de parkeerbelasting niet volledig drukken op de inwoners van een gemeente maar ook op de mensen die (tijdelijk) verblijven in een gemeente. De resultaten van het onderzoek zijn te vinden in StatLine, de database van het CBS op internet.
CBS Persbericht PB11-004
pagina 2 van 3
Tabel: Begrote opbrengsten van lokale heffingen 2010
mln euro Totaal Gemeenten Onroerendezaakbelasting Toeristenbelasting Parkeerbelasting Precariobelasting Reinigingsheffingen1 Rioolrechten Bouwvergunningen Secretarieleges Overige heffingen Provincies Opcenten motorrijtuigenbelastingen Overige heffingen Waterschappen Watersysteemheffing waaronder ingezetenen Zuiveringsheffing waaronder huishoudens Overige heffingen
1
2011
Mutatie t.o.v. 2010
%
11 515 7 812 2 961 132 566 66 1 771 1 303 493 281 238 1 441 1 415 27 2 262 1 059 404 1 134 832 70
11 833 8 017 3 063 139 582 94 1 766 1 351 485 291 246 1 473 1 441 32 2 343 1 104 429 1 176 862 63
318 206 102 6 16 28 -5 49 -9 10 8 31 26 5 81 45 26 42 30 -7
2,8 2,6 3,4 4,8 2,9 42,2 -0,3 3,8 -1,7 3,5 3,3 2,2 1,9 18,6 3,6 4,3 6,3 3,7 3,6 -9,9
) excl. door gemeenschappelijke regelingen geïnde reinigingsheffingen (circa 27 mln euro).
Bron: CBS
CBS Persbericht PB11-004
pagina 3 van 3
---- --