Rijksoverheid
20 januari 2011
Beantwoording Kamervragen lid Smits integratieklas Rotterdam
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Smits aan de minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de moeilijkheden die ouders
ondervinden bij het opzetten van een integratieklas in Rotterdam. De vragen
werden mij op 3 januari 2010 toegezonden met uw brief met kenmerk
2011Z00034.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt$Vliegenthart
Antwoorden op de vragen van het lid Smits over de moeilijkheden die ouders
ondervinden bij het opzetten van een integratieklas in Rotterdam. (ingezonden 4
januari 2011).
1
Bent u op de hoogte van het bestaan van de integratieklas 'De blauwe bloem' op
het Novalis college te Eindhoven? Deelt u de mening dat dit een succesvol project
is?
Ja, ik ben op de hoogte van de integratieklas 'De blauwe bloem'. Augustus 2005
is dit experiment van start gegaan. Op basis van de resultaten van een evaluatie
van 'De blauwe bloem' en een positief advies van de inspectie is het experiment
medio 2010 met 5 jaar verlengd.
2
Deelt u de mening dat een integratieklas (zoals bijvoorbeeld 'de blauwe bloem' in
Eindhoven) een goed werkzaam model kan zijn voor de integratie van leerlingen
met een indicatie voor cluster drie of vier in een reguliere school voor voortgezet
onderwijs?
Bij de beantwoording van deze vraag moet een onderscheid gemaakt worden
tussen cluster 3 en cluster 4. Cluster 4 leerlingen zijn in de regel in staat om
voortgezet onderwijs te volgen leidend tot een een diploma. Landelijk zijn er meer
voorbeelden van integratieklassen voor bijvoorbeeld leerlingen met autisme. Bij
de integratieklas 'De Blauwe bloem' gaat het om zeer moeilijk lerende kinderen
uit cluster 3. Deze leerlingen voldoen niet aan de toelatingsvoorwaarden uit het
Inrichtingsbesluit omdat zij niet in staat zijn een regulier diploma voortgezet
onderwijs te behalen. Daarom moet ook de Experimentenwet toegepast worden.
Toepassing van deze wet kan alleen op verzoek van het bevoegd gezag van een
school. Zeker bij een experiment als 'De blauwe bloem' moeten school en
bevoegd gezag hier voluit achter staan. Het is de eigen verantwoordelijkheid van
school en bestuur om al dan niet een aanvraag voor een experimentele
integratieklas in te dienen.
3
Hoe verhoudt de wens van de ouders om hun kinderen in een integratieklas te
plaatsen zich met uw streven naar 'Passend onderwijs'?
Bij passend onderwijs wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wens van
de ouders en de capaciteiten van de school. Leerlingen met een zeer moeilijk
lerend indicatie behoren niet tot de reguliere doelgroep van het voortgezet
onderwijs. Daarom is een integratieklas voor deze leerlingen alleen mogelijk
wanneer het schoolbestuur daar zelf voor wil kiezen.
4
Bent u op de hoogte van het initiatief dat ouders in de omgeving van Rotterdam
aan het opzetten zijn? Wat is uw visie op de rol van ouders in het opzetten van
zo'n klas? Deelt u de mening dat wanneer ouders zelf het initiatief tot zo'n klas
nemen, ze daarin alle steun verdienen van schoolbesturen en uw ministerie?
Ja, ik ben op de hoogte van het initiatief van ouders in de omgeving van
Rotterdam.
Uiteraard kunnen ouders zelf het initiatief nemen om schoolbesturen te benaderen
met de vraag of zij bereid zijn om een integratieklas op te zetten. Schoolbesturen
kunnen er echter niet toe gedwongen worden.
5
Wat zijn de mogelijke stappen die ouders kunnen ondernemen indien geen enkel
schoolbestuur bereid is zo'n klas mogelijk te maken? Wanneer ouders keer op
keer 'nee' te horen krijgen, bent u dan bereid contact op te nemen of in overleg
te treden met de betreffende schoolbesturen?
Het opzetten van een integratieklas behoort niet tot de kerntaken van een
reguliere school voor voortgezet onderwijs.
Voor ouders staan er dus verder geen stappen open als er uiteindelijk geen
schoolbesturen zijn die een dergelijke klas willen opzetten.
Wel heb ik in de regio Rotterdam het samenwerkingsverband
voortgezet onderwijs gevraagd te helpen bij het zoeken naar een
school die een integratieklas zou willen starten. Ik blijf de
ontwikkelingen in de regio Rotterdam volgen.