Rijksoverheid
Datum 20 januari 2011
Lijst van vragen over afrekenbare en controleerbare kabinetsdoelen
met betrekking tot het sociaal leenstelsel
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van de leden Pechtold (D66), Cohen
(PvdA), Roemer (SP), Halsema (Groenlinks), Rouvoet (ChristenUnie), Van der
Staaij (SGP) en Thieme (PvdD) van uw Kamer inzake afrekenbare en
controleerbare kabinetsdoelen met betrekking tot het sociaal leenstelsel.
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met
kenmerk 2010Z19265.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Halbe Zijlstra
Onze referentie
267453
2010Z19265
Vragen van de leden Pechtold (D66), Cohen (PvdA), Roemer (SP), Halsema
(Groenlinks), Rouvoet (ChristenUnie), Van der Staaij (SGP) en Thieme (PvdD) aan
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over afrekenbare en
controleerbare kabinetsdoelen met betrekking tot het sociaal leenstelsel.
(Ingezonden 13 december 2010)
1. Klopt het dat dit kabinet een sociaal leenstelsel voor de masterfase
van opleidingen in het hoger onderwijs gaat invoeren?
Ja.
2. Kan het kabinet aangeven welk deel van de opbrengsten van de
invoering van het sociaal leenstelsel wordt geïnvesteerd in de
kwaliteit van het hoger onderwijs?
In het regeerakkoord zijn besparingen opgenomen door de invoering van een
sociaal leenstelsel in de masterfase en door de maatregel 'langstudeerders'. Deze
besparingen zullen voor een belangrijk deel worden ingezet voor versterking van
het primaire onderwijsproces in het hoger onderwijs. Het bedrag dat het kabinet
investeert in de onderwijsintensiteit bedraagt ¤ 50 mln in 2012, oplopend tot ¤
230 mln. in 2015, en tot ¤ 300 mln. structureel. 1
3. Welke criteria gebruikt het kabinet om de kwaliteit van het hoger
onderwijs te meten?
Begin februari ontvangt u de kabinetsreactie op het rapport van de commissie
'Toekomstbestendig Hoger Onderwijs Stelsel' (commissie#Veerman). In deze
kabinetsreactie komt de vraag aan de orde 'hoe' dit rapport zal worden
uitgevoerd. In het regeerakkoord is immers reeds aangegeven dat het kabinet dit
rapport zal uitvoeren. In de Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs en
Onderzoek die u in juni van dit jaar zult ontvangen, wordt het beleid nader
uitgewerkt. Daarbij speelt ook de evaluatie van de huidige meerjarenafspraken
'studiesucces en kwaliteit' een rol. Deze meerjarenafspraken worden momenteel
geëvalueerd door de inspectie. Recent is de tussenevaluatie van het onderzoek
verschenen. In de kabinetsreactie op commissie Veerman en in de Strategische
Agenda zal verder in worden gegaan op de criteria om de kwaliteit van het hoger
onderwijs te meten.
1 De financiële middelen staan op de aanvullende post van het Rijk gereserveerd.
Pagina 3 van 3
Datum
Onze referentie
4. Op welke wijze meet dit kabinet deze criteria?
5. Hoeveel moeten de prestaties van het Nederlandse hoger onderwijs
verbeteren om de doelstelling van het kabinet te bereiken, dat door
het invoeren van het sociaal leenstelsel de kwaliteit van het
onderwijs verbetert?
Antwoord op vragen 4 en 5
Ik verwijs u voor het antwoord op deze vraag naar de kabinetsreactie op het
rapport van de commissie#Veerman die u in februari a.s. ontvangt en naar de
Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs en Onderzoek (juni 2011).
6. Wanneer kunnen volgens dit kabinet studenten zeggen dat zij
weliswaar meer betalen voor hun onderwijs, maar dat zij hier ook
"veel beter onderwijs" voor terug hebben gekregen?
Invoering van het sociaal leenstelsel in de masterfase is voorzien vanaf het
collegejaar 2012/2013. Voor het overige verwijs ik u naar de kabinetsreactie op
het rapport van de commissie#Veerman (februari a.s.) en naar de Strategische
Agenda voor het Hoger Onderwijs en Onderzoek (juni 2011).
7. Wat is het uitgangspunt per 1 januari 2011 uitgedrukt in deze
meetbare indicatoren?
8. Wat zijn de tussendoelen voor deze doelstelling op 31 december in
2011, 2012, 2013, 2014 en 2015?
9. Wat gaat het kabinet doen om deze doelstelling te bereiken?
10. Wanneer gaat het kabinet dit doen?
Antwoord op vragen 7 tot en met 10
Ik verwijs u voor het antwoord op deze vraag naar de kabinetsreactie op het
rapport van de commissie#Veerman die u in februari a.s. ontvangt en naar de
Strategische Agenda voor het Hoger Onderwijs en Onderzoek (juni 2011).
11. Welke instrumenten en middelen zijn er beschikbaar om deze doelen
te bereiken?
Zie antwoord op vraag 2
12. Op welke manier en wanneer gaat het kabinet jaarlijks
verantwoording afleggen?
Dit gebeurt via het reguliere verantwoordingsproces, in het departementaal
jaarverslag dat op Verantwoordingsdag aan de Tweede Kamer wordt aangeboden
door de minister van Financiën.
1) Regeerakkoord, pagina 32
---- --