Minder bellers voor Doping Infolijn in 201019 januari 2011
De Doping Infolijn van de Dopingautoriteit houdt digitaal (anonieme) gegevens bij van bellers en e-mailers. In 2010 zijn er totaal 1291 contacten geregistreerd. Dat betekent een afname van 9% ten opzichte van 2009. Er werd vooral minder informatie gezocht over het aanvragen van dispensaties van geneesmiddelen. Het aantal bellers nam met 21% af tot 572 personen, terwijl het aantal e-mailers een lichte stijging van 3% vertoonde.
Jaarrapportage
Jaarlijks worden de gegevens van de Doping Infolijn bekeken en met die van het voorgaande jaar vergeleken. Het aantal telefoontjes wordt al vanaf de start van de Doping Infolijn (in 2000) bijgehouden. Sinds 2006 worden ook de e-mails geregistreerd.
De kerngegevens over 2010 staan hier vermeld.
Foto van DIL operator Erik
Aantal contacten neemt af
Het aantal bellers daalde dit jaar voor het eerst sinds 2007 en wel met 21%. Het aantal e-mails nam in 2009 toe met 3% tot 719. Per werkdag werden ongeveer 2 telefoontjes en 3 e-mails beantwoord. De trend van een toename van het aantal e-mails lijkt dus te stabiliseren. Het totaal aantal contacten met de Doping Infolijn is met 9% afgenomen ten opzichte van 2009. Dit is vrijwel geheel het gevolg van de afname van het aantal vragen over de dispensatieprocedure.
Veel minder vragen over de dispensatieprocedure Per 1 januari 2010 werd de dispensatieprocedure voor het gebruik van de bèta-2 agonisten salbutamol en salmeterol vervangen door de meldingsplicht. Hierdoor nam het aantal vragen over de dispensatieprocedure af van 45% naar 28% bij de bellers en daalde het percentage telefoontjes over bèta-2 agonisten van 41% naar 30%. Toch voert de dispensatieprocedure nog steeds de top 5 van het aantal vragen aan.
Bij de e-mailers waren de dalingen minder sterk. Over beide onderwerpen werden 5% minder vragen gesteld. Bij de e-mails staat het onderwerp dispensatie met 13% op de derde plaats in de top 5. Hier wordt de eerste plaats ingenomen door de Dopinglijst met 22%.
Meer vragen over anabole middelen
In 2010 nam het aantal vragen aan de telefoon over anabolen, in tegenstelling tot vorig jaar, toe met 11% tot 19,5%. Ook per e-mail werden 9% meer informatieverzoeken over anabolen gedaan (totaal aantal: 24,3%). Bellers wilden vaker gegevens hebben over de werking en risico's van dopinggeduide middelen terwijl dit percentage voor de e-mailers nagenoeg gelijk bleef (bellers: toename van 4,7% tot 8,5%; e-mailers van 4,8% naar 5%).
Vaak zijn de vragen en de uitleg over anabolen complex en uitgebreid.
Mannen bellen vaker
Voor het eerst sinds 2006 neemt het aantal mannelijke bellers fors toe met 13%. Mogelijk zoeken mannen meer informatie over (het gebruik van) anabolen bij de Doping Infolijn. Het aantal bellers dat aangeeft dat ze het nummer van de Doping Infolijn via internet gevonden hebben neemt toe, terwijl er minder informatiezoekers aangeven dat ze bellen naar aanleiding van de website Eigen Kracht.
Bij de bellers was een verschuiving te zien in het aantal bellende topsporters ten opzichte van het aantal breedtesporters, terwijl deze percentages bij de e-mailers gelijk gebleven zijn ten opzichte van 2009 (Bellers: 85% topsporters en 15% breedtesporters; e-mailers: 74% topsporters en 26% breedtesporters).
De sporttak waarover het meest gebeld werd was wielrennen (11,4%) en bij de e-mailers werden opnieuw de meeste vragen gesteld over fitness (9,6%).