UMC St Radboud


Geneesmiddelenonderzoek farmaceutische industrie van hoge kwaliteit 19-01-2011
Prof. dr. Henk Jan Out

Het door de farmaceutische industrie gesponsorde geneesmiddelenonderzoek wordt ten onrechte negatief afgeschilderd, stelt prof. dr. Henk Jan Out vandaag in zijn oratie als hoogleraar farmaceutische Geneeskunde van het UMC St Radboud. "De klinische studies voldoen tegenwoordig aan de hoogste kwaliteitseisen, ze worden geregistreerd op openbare trialregisters en de resultaten worden - ongeacht de uitkomst - gepubliceerd in medische tijdschriften." Industrie en universiteit moeten daarom niet tegenover elkaar worden geplaatst, maar juist samenwerken voor een optimaal resultaat. Daarom pleit Out voor farma én toga.

Oratie

De suggestie dat de industrie anno 2011 ongewenste resultaten verzwijgt is niet terecht. Dat stelt prof. dr. Henk Jan Out, Vice-President Clinical Research van MSD en bijzonder hoogleraar farmaceutische geneeskunde van het UMC St Radboud, vanmiddag tijdens zijn oratie. Studies die dit negatieve beeld zouden aantonen, gaan over perioden toen de eis op volledige transparantie nog niet van kracht was. "De huidige verplichting tot registratie van studies en openbaarmaking van de resultaten ervan moet gezien worden als een goede ontwikkeling", zegt Out. "Ook het eisen van volledige transparantie over de rol van de auteurs en de sponsor in het kader van eventuele belangenconflicten heeft zonder meer een positief effect gehad. Er is geen twijfel over dat menig farmaceutisch bedrijf zich in het verleden schuldig heeft gemaakt aan selectief publiceren, maar dat is nu vrijwel onmogelijk geworden."

Iedereen heeft belangen

In zijn oratie plaatst Out diverse kanttekeningen bij de vaak negatieve beeldvorming die de farmaceutische industrie ten deel valt. Zo is er volgens hem maar zelden aandacht voor de belangenconflicten die óók spelen in het academisch onderzoek en bij de medische tijdschriften. Out: "Tussen universiteiten kan grote rivaliteit bestaan en het publicatiebeleid wordt vaak bepaald door carrièreperspectieven van academici (publish or perish) en niet altijd door wetenschappelijke honger naar de waarheid. Medische tijdschriften publiceren liever positieve studies dan studies die laten zien dat er geen verschil is tussen een nieuwe en bestaande behandeling. Waarom? Omdat positieve studies vaker worden geciteerd. Daarmee stijgen de zogenaamde impact factor en het prestige van het tijdschrift. Negatieve studies zijn daarom moeilijker te publiceren. Ook dit fenomeen draagt bij tot selectieve publicatie."

No conflict, no interest!

Vaak wordt ook onevenredig veel nadruk gelegd op financiële banden als de ultieme vorm van belangenconflict. Ten onrechte, stelt Out. "Als er financiële belangen spelen, moeten die natuurlijk transparant zijn. Maar een financieel belang leidt niet onvermijdelijk tot slecht onderzoek, net zo min als `onafhankelijk' universitair onderzoek tot goed onderzoek leidt. Om daar prikkelend aan toe te voegen: "Aangezien de overheid relaties van universiteiten met het bedrijfsleven stimuleert, zijn er steeds meer klinische onderzoekers die wel eens werk voor de industrie doen. Onafhankelijke researchers worden zeldzaam. Zo langzamerhand geldt eigenlijk de uitspraak: no conflict, no interest! Omdat de beste experts al lang door de industrie gestrikt zijn als adviseurs, wordt in toenemende mate de term `onafhankelijk' equivalent met `minder kennis van zaken'."

Farma en toga

Out pleit in zijn oratie uiteindelijk voor meer samenwerking tussen universiteit en industrie, met onderling begrip voor elkaars uitgangspunten, zodat gezamenlijk nieuwe geneesmiddelen kunnen worden ontdekt en ontwikkeld. Excessieve fixatie op financiële belangenverstrengeling werkt daarbij averechts en gaat voorbij aan het gegeven dat ook onafhankelijke wetenschappers niet vrij zijn van secundaire belangen. Innovatie van geneesmiddelen komt volgens hem het best tot ontwikkeling wanneer farma en toga goed met elkaar leren samenwerken.