Locatie niet-westerse immigranten bepaalt succes arbeidsmarkt
Armoede in wijken belangrijker dan allochtonenconcentratie
Het economisch succes van niet-westerse migranten in Nederland (of het nu in loondienst of als ondernemer is) hangt in grote mate af van de locatie waar ze terecht komen. Degenen die in migrantenbuurten wonen, presteren slechter op de arbeidsmarkt dan zij die ergens anders wonen. Dat komt echter niet door de concentratie van allochtonen (dat kan juist de arbeidsmarktintegratie van deze doelgroep bevorderen), maar door de concentratie van armoede. Overheidsbeleid zou daarom meer gericht moeten zijn op wijkenbeheer dan op immigrantenconcentraties. Dat en meer blijkt uit het promotieonderzoek van Pascal Beckers, waarop hij op 19 januari hoopt te promoveren aan de Universiteit Maastricht.
Concreet onderzocht Beckers de manier waarop de lokale woonomgeving en de omgeving van bedrijven (van zelfstandig ondernemers) het economisch succes van immigranten beïnvloeden. Een onderzoeksvraag die niet alleen relevant is voor Nederland, maar ook voor veel andere Europese landen die de laatste decennia te maken kregen met een toenemende maatschappelijke marginalisatie van niet-westerse immigranten. De locatie blijkt hierin dus op meerdere manieren een rol te spelen.
Nadere verklaringen
Niet alleen de lokale bevolkingssamenstelling is hiervoor relevant, ook de bebouwde omgeving beïnvloedt dit succes. Het maakt verschil of een onderneming in een vooroorlogse of naoorlogse wijk wordt gevoerd. Naoorlogse wijken zijn monofunctioneel, in de zin dat ze enkel gericht zijn op 'wonen' en doorgaans weinig ruimte bieden aan commerciële initiatieven. "Interessanter is echter dat het bedrijfssucces van ondernemers in de vier grote steden niet per se groter is dan elders in Nederland", aldus Beckers. "Ook al bieden deze steden aantrekkelijke markten, door de sterke competitie kan maar een deel van de ondernemers zich in deze markt profileren."
Verder zijn tweede generatie migrantenondernemers niet succesvoller dan de generatie van hun ouders. Naarmate immigranten langer in het gastland verblijven, en meer culturele- en taalvaardigheden verwerven, verbeteren de arbeidsmarktuitkomsten van niet-westerse immigranten. Voor migrantenondernemers lijkt juist het gebrek aan deze vaardigheden vaak de oorzaak voor problemen. De uitkomsten onderstrepen volgens Beckers opnieuw het belang van een goede integratie van immigranten in de Nederlandse maatschappij.
Onderzoeksmethode
Voor zijn onderzoek maakte Beckers gebruik van bestaande data van onder meer het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers en de Kamer van Koophandel. Daarnaast voerde hij focusgroepdiscussies met deskundigen en face-to-face interviews met ondernemers. Door de combinatie van een aantal onderzoeksbronnen kon hij ruim 90.000 asielzoekers vijf jaar volgen (1999-2004) en hun ontwikkeling op de arbeidsmarkt bestuderen.
Pascal Beckers werkt momenteel bij het Planbureau voor de Leefomgeving in Den Haag, en blijft daarnaast lesgeven aan de Maastricht Graduate School of Governance van de UM, waaraan ook zijn promotie is verbonden. Het proefschrift draagt de titel 'Local space and economic success; The role of spatial segregation of migrants in the Netherlands'.
Maastricht University