Rijksoverheid
18 januari 2011
Kabinetsreactie op basis van de inaugurele reden van Dronkers
Bij brief (Kamerstukken II, 32 123 VIII nr. 147) heeft mijn voorganger minister
Rouvoet uw Kamer toegezegd, vanwege het demissionaire karakter van het toenmalige
kabinet, dat de nieuwe bewindspersoon van OCW inhoudelijk zal reageren op de
inaugurele rede van Prof. dr. J. Dronkers inzake de effecten van etnische diversiteit op
onderwijsprestaties. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand.
Allereerst wordt er in paragraaf 1 een korte weergave gegeven van de inhoud van de
rede. Daarna ga ik in paragraaf 2 namens het kabinet in op die inhoud. Voor wat
betreft deze reactie, verwijs ik u ook naar de antwoorden op vragen van het lid
Dijkgraaf van de SGP (d.d. 15 juli jl.).1
1. Inhoud van de rede
Op 17 juni jl. hield Prof. dr. Jaap Dronkers zijn inaugurele rede ten behoeve van zijn
hoogleraarschap 'International comparative research on educational performance and
social inequality' aan de universiteit van Maastricht.
In zijn rede bespreekt Dronkers de invloed van de schoolpopulatie op leerprestaties in
het voortgezet onderwijs. Hij kijkt daarbij vooral naar de mate van etnische diversiteit
van scholen en de sociaal%culturele samenstelling (het gemiddelde opleidingsniveau
van de ouders van de leerlingen). Beide kenmerken hebben volgens Dronkers een
behoorlijk effect op leerprestaties, hoewel de invloed van de sociaal%culturele
samenstelling het sterkst is. Hoe hoger het gemiddelde opleidingsniveau van de
ouders, hoe beter de leerlingen op die school presteren. Voor etnische diversiteit geldt
daartegen een negatief verband met leerprestaties. Een hoge mate van etnische
diversiteit van scholen gaat samen met iets lagere onderwijsprestaties van leerlingen.
Beleid gericht op het vergroten van diversiteit van scholen kan volgens Dronkers niet
gemotiveerd worden door het verbeteren van leerprestaties.
De data die in dit onderzoek zijn gebruikt zijn afkomstig uit de 2006%versie van het
Program for International Student Assessment (PISA). Deze test wordt om de drie jaar
afgenomen bij 15%jarige leerlingen woonachtig in een van de OESO%landen. De test
beoogt het in beeld brengen van de natuurkunde%, wiskunde -en leesvaardigheden aan
het einde van de leerplichtige periode.
2. Reactie van het kabinet
Dronkers' inaugurele rede heb ik met belangstelling gelezen. Dit type onderzoeken
zijn, in het licht van ons streven om te komen tot evidence%based beleid, zeker nuttig.
Zijn analyse komt in grote lijnen overeen met mijn visie op integratie in het onderwijs.
Zeker daar waar het gaat om het belang van de focus op de onderwijskwaliteit als
belangrijke factor voor integratie.
Het onderzoek van Dronkers toont aan dat de sociaal%culturele samenstelling van een
school (in het bijzonder het opleidingsniveau van ouders) de belangrijkste factor is
voor onderwijsopbrengsten. Deze factor is, zo stelt hij, belangrijker dan etnische
diversiteit. Dit is een onomstreden aanname binnen de wetenschap. Mijn Ministerie
gebruikt deze factor dan ook als basis voor de bekostiging van onderwijsachterstanden
via de zogeheten gewichtenregeling.
De bevinding van Dronkers dat etnische diversiteit een negatieve invloed zou hebben
op leerprestaties is wetenschappelijk meer omstreden. Over de effecten van de mate
van diversiteit van scholen wordt door wetenschappers verschillend gedacht. De
onderzoeksresultaten variëren sterk, afhankelijk van de gehanteerde bronnen, het
onderzoeksdesign en de gebruikte analysemethoden. Zo vindt Maestri anders dan
Dronkers op basis van Nederlandse data een positief verband tussen de mate van
etnische diversiteit en leerprestaties in het basisonderwijs.2
Het is daarom op dit moment niet mogelijk op basis van wetenschappelijk onderzoek
eenduidige conclusies te trekken over de effecten van etnische diversiteit op de
cognitieve prestaties van leerlingen.
Helaas wordt in de studie van Dronkers een punt niet helemaal helder. Het gaat hier
om het feit dat hij wel een negatief verband vindt tussen etnische diversiteit en
onderwijsprestaties in het voortgezet onderwijs, maar hij op basis van zijn onderzoek
niet kan zeggen dat de etnische diversiteit ook mindere leerprestaties veroorzaakt. Er
kunnen andere niet waargenomen factoren een rol spelen, zoals verschillen in kwaliteit
van het toeleverend primair onderwijs (die in de PISA niet gemeten worden), waardoor
het effect van etnische diversiteit wordt overschat. Bovendien kan de positie van
etnische minderheden van land tot land zeer sterk verschillen. (Zie voor deze
argumenten studie Van Ewijk & Sleegers (2010), Peer ethnicity and achievement: a
meta analysis into compositional effect, School Effectiveness and School Improvement,
21:3, p. 237 %265).
Dit kabinet vindt dat het tegengaan van segregatie vooral een zaak is van lokale
partijen: gemeenten, schoolbesturen en ouders. Zij zitten immers het dichtst op de
onderwijskundige werkelijkheid van alledag en kunnen daar - in welke vorm dan ook -
op een eigen wijze vorm aan geven.
Het kabinet is, met Dronkers, van mening dat binnen het onderwijsaanbod de kwaliteit
onmiskenbaar de belangrijkste emancipatorische factor is. De basiskwaliteiten taal en
rekenen staan daarbij voorop. Om dit te realiseren, worden vanuit het beleid
verschillende interventies gepleegd, zoals bijvoorbeeld: de voor -en vroegschoolse
2 V. Maestri, A deeper insight into the ethnic make%up of schools: evidence
from the Netherlands, 2009.
Pagina 3 van 3
educatie aan peuters en kleuters, het achterstandenbeleid (de gewichtenregeling in het
PO, het leerplusarrangement in het VO), de schakelklassen, de professionalisering van
leraren, het tegengaan van voortijdig schoolverlaten (vsv), het sociaal
veiligheidsbeleid, het bevorderen van een goede doorstroom tussen verschillende
onderwijssectoren, het speciaal onderwijs, het leerwegondersteunend onderwijs
(LWOO) en speciale voorzieningen, zoals rebound% en plusvoorzieningen.
Door in te zetten op kwaliteit wil ik alle kinderen maximale ontplooiingskansen bieden.
Niet hun afkomst, maar hun toekomst staat daarbij centraal.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt%Vliegenthart