China en Costa Rica winnen Ambassadeprijs 2010
18/01/2011 14:44
VNO-NCW
DEN HAAG, 18 JANUARI 2011 - De Nederlandse ambassade in Beijing en de Nederlandse ambassade in San José worden door Nederlandse ondernemers het meest gewaardeerd om hun dienstverlenende werkzaamheden op economisch gebied. De ambassadeurs Rudolf Bekink (Beijing) en Matthijs van Bonzel (San José) ontvingen hiervoor vandaag tijdens de 'Economi-sche Ochtend' van de ambassadeursconferentie op het Ministerie van Buitenlandse Zaken de VNO-NCW/Fenedex Ambassadeprijs. Voorzitter Bernard Wientjes van VNO-NCW reikte de prijs uit aan Beijing in de categorie grote posten en voorzitter Ad van Hamburg van Fenedex aan San José in de categorie kleine posten.
De prijs wordt toegekend op basis van een onderzoek onder de leden van VNO-NCW en Fe-nedex. Daaruit blijkt dat het bedrijfsleven in toenemende mate gebruik maakt van de econo-mische dienstverlening van ambassades. Ook de waardering van de diensten van het buiten-landse postennetwerk is gestegen. Vijf jaar geleden gaven ondernemers de ambassades een 7,8 als rapportcijfer. In 2010 is dat opgelopen naar een 8,9.
Het functioneren van de Nederlandse ambassades staat extra in de belangstelling nu Minister Rosenthal van Buitenlandse Zaken een bezuiniging op het postennet heeft aangekondigd. Het toenemende beroep dat het bedrijfsleven op de ambassades doet, onderstreept voor VNO-NCW voorzitter Wientjes dat de economische afdelingen van ambassades bij de bezuinigin-gen moeten worden ontzien. "Juist op het terrein van de economie zijn de ambassades voor een klein land als Nederland van meerwaarde", benadrukt hij. Ook Fenedex-voorzitter Van Hamburg noemt de ambassades een "belangrijke schakel om het Nederlandse bedrijfsleven internationaal te positioneren en om internationale bedrijven naar Nederland te halen". Hij wijst erop dat de visumaanvraag voor buitenlandse zakenrelaties nog beter kan. 14% van de respondenten vindt dat die te traag verloopt.
De VNO-NCW/Fenedex Ambassadeprijs (een bronzen plak plus oorkonde) is in 1983 inge-steld om meer aandacht te vragen voor het belang van het economisch werk op de diplomatie-ke posten, en om de waardering voor dat werk tot uitdrukking te brengen.