Rijksoverheid


18 januari 2011

Dioxineproblematiek en aalvisserij

Geachte Voorzitter, Ik geef u hierbij, mede namens de minister van VWS, de actuele stand van zaken met betrekking tot de dioxineproblematiek in de aalvisserij en de handhaving door de nVWA in de maand december. Hierbij reageer ik tevens op het verzoek van de vaste commissie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, d.d. 20 december 2010. Met mijn brief van 23 november 2010 heb ik u geïnformeerd over mijn aanpak welke er toe moet leiden dat met dioxine en dioxine-achtige PCB's vervuilde paling niet meer op de markt kan komen. Tevens heb ik uw Kamer tijdens het algemeen overleg Landbouw- en Visserijraad van 7 december 2010 mondeling over de actuele stand van de controles door de nVWA geïnformeerd. Uit de diverse overleggen die sindsdien ik met de visserijsector heb gevoerd, is mij duidelijk geworden dat de sector waarde hecht aan transparantie en duurzaamheid. Daarom heeft zij, verenigd in de Stichting Duurzame Paling Nederland (DUPAN), het initiatief genomen voor een gecertific eerd keurmerk voor paling die aan alle voedselveiligheidsnormen voldoet en die tevens op een duurzame wijze is gevangen (of gekweekt). Naar verwachting zal dit keurmerk omstreeks april 2011 operationeel zijn. Normaliter wordt er in de wintermaanden weinig op aal gevist. In december nog enigszins, maar in de maanden januari tot maart zijn de aalvangsten te verwaarlozen. Omdat het jaarlijkse aalvisverbod voortkomend uit het Nederlands aalbeheerplan sinds 1 december is afgelopen, heb ik de sector opgeroepen vrijwillig af te zien van de aalvisserij in het vervuilde gebied in de maand december. Deze oproep werd ondersteund door de landelijke organisatie van beroepsvissers, en later ook door het bestuur van de vereniging van vissers uit het rivierengebied.



De nVWA heeft in december intensief ingezet op de handhaving van de dioxinenorm in wildgevangen paling. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de sector in grote mate gehoor heeft gegeven aan mijn oproep om in de maand december vrijwillig af te zien van de aalvisserij in het vervuilde gebied. In totaal heeft de nVWA 16 ondernemers bezocht. Bij 2 van de 16 ondernemers werd levende paling aangetroffen. Eén keer aan boord van een vissersvaartuig en één keer bij een controle van de opslagfaciliteiten van een ondernemer aan de wal. Van de paling aan boord van het vissersvaartuig is een monster genomen en van de paling aangetroffen in de opslagfaciliteiten zijn twee monsters (van verschillende partijen) genomen voor analytisch onderzoek. Deze laatste twee monsters bleken niet te voldoen aan de norm voor dioxine en dioxineachtige PCB's. Tegen de bewuste ondernemer is een boeterapport opgemaakt en de ondernemer heeft de rest van de partijen vervolgens ter destructie bestemd. De komende maa nden zal de nVWA de situatie nauwlettend blijven volgen zowel op het water als aan de wal en blijven controleren. Parallel aan de aangescherpte controles werk ik door aan een wettelijke regeling die het mogelijk maakt om een vangstverbod voor aal in de vervuilde gebieden in te stellen. Ik zal dit verbod baseren op de Wet dieren waarvan het voorstel nu nog bij de Eerste Kamer in behandeling is. Om te bezien of niet in meer gebieden een vangstverbod moet worden ingesteld heb ik wetenschappelijk advies gevraagd, wat in februari 2011 beschikbaar zal zijn. Zodra genoemde wel is aangenomen en gepubliceerd, zal ik, overgaan tot het instellen van een daarop gebaseerd vangstverbod in het risicogebied. Tevens werkt de minister van VWS aan een wettelijke regeling die de aalvissers verplicht om zelf aan te tonen (via een analyserapport) dat in de risicogebieden gevangen paling voldoet aan de voedselveiligheidsnormen. De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

dr. Henk Bleker